Wat zijn functionele klachten?
Functionele klachten zijn lichamelijke klachten waarbij bepaalde lichaamsfuncties niet goed verlopen, zonder dat dit komt door een beschadiging van een bepaald deel van het lichaam.
Hoe worden functionele klachten ook wel genoemd?
Het woord functioneel geeft aan dat de functie van een lichaamsdeel verstoord is, zonder dat er sprake is van schade aan dit lichaamsdeel.
Functionele neurologische klachten
Er bestaan zeer veel verschillende functionele klachten zoals buikpijn en moeheid. Daarom wordt de term neurologisch toegvoegd om aan te geven dat het het om klachten gaat waarvoor een neurologisch onderzoek nodig is om de juiste diagnose te stellen. De Engelse term is functional neurological disorder, ook wel afgekort met de letters FND. Ook wordt de term Functional Neurological Symptom Disorder (FNSD) gebruikt of FNS (functionele neurologische symptomen).
Psychosomatische klachten
Functionele klachten worden soms ook wel psychosomatische klachten genoemd. De term psychosomatisch geeft aan dat er lichamelijke klachten zijn die samenhangen met spanning in het lichaam.
Somatoforme klachten
Ook wordt wel de term somatoforme klachten gebruikt. De klachten lijken (dit betekent het woord forme) op klachten veroorzaakt door een beschadiging ergens in het lichaam (somato), maar worden veroorzaakt door spanning en stress in het lichaam. Tegenwoordig wordt de term somatoforme klachten niet meer gebruikt en wordt gesproken van somatische symptoomstoornis.
Conversie
Vroeger werd de term conversie gebruikt. Conversie betekent omzetting. Spanning of stress wordt omgezet in lichamelijke klachten.
SOLK
Ook wordt de term somatisch onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK) gebruikt, hoewel dit eigenlijk geen goede term voor is. Bij functionele klachten is er wel degelijk een verklaring voor het ontstaan van de klachten, maar geen verklaring in de zin van beschadiging van een deel van het lichaam.
ALK
Dit is ook de reden dat tegenwoordig in plaats van SOLK van ALK wordt gesproken. ALK staat voor aanhoudende lichamelijke klachten.
Bij wie komen functionele klachten voor?
Functionele klachten kunnen zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen. Op de kinderleeftijd komen functionele klachten zoals krachtsverlies, bewustzijnsverlies of schokken het meest voor bij tieners. Zelden komen functionele klachten voor op jongere leeftijd.
Zowel jongens als meisjes kunnen functionele klachten hebben. Functionele klachten komen iets vaker bij meisjes dan bij jongens (6:4) voor.
Hoe vaak komen functionele klachten voor bij kinderen?
Het is niet goed bekend hoe vaak functionele klachten voorkomen bij kinderen, maar waarschijnlijk best vaak. Veel kinderen hebben bijvoorbeeld last van buikpijnklachten wanneer ze iets spannends moeten gaan doen. Geschat wordt een op vijf tot tien kinderen ooit een periode heeft gehad met functionele klachten.
Lang niet alle kinderen met functionele klachten worden gezien door een arts. Alleen de lang aanhoudende of ernstig belemmerende klachten worden gezien door een arts. Daarom is het moeilijk aan te geven hoe vaak functionele klachten nu worden gezien bij kinderen. Van alle kinderen die gezien worden op een polikliniek voor kinderneurologie is er bij een op de 16-20 kinderen sprake van een functionele neurologische klacht.
Wat is de oorzaak van functionele klachten?
Samenspel
Functionele klachten worden vaak veroorzaakt door samenspel van allerlei verschillende factoren die bij elkaar komen. Het is niet altijd gemakkelijk om na te gaan waardoor functionele klachten nu precies veroorzaakt worden. Dat is ook lang niet altijd nodig.
Vaak spelen opgekropte emoties, spanning en onzekerheid een belangrijke rol bij het ontstaan van functionele klachten. De ene jongere is gevoeliger voor het ontstaan van functionele klachten dan een andere jongere.
Kwetsbaarheid
Jongeren die perfectionistisch zijn, een hoog streefniveau hebben, gevoelig zijn voor het aanvoelen van stemmingen en behoeften van anderen, die zorgzaam zijn en zichzelf makkelijk wegcijferen zijn kwetsbaarder om last te krijgen van functionele klachten. Deze kenmerken komen vaker voor bij meisjes dan bij jongens, waardoor functionele klachten vaker worden gezien bij meisjes dan bij jongens. Erfelijke factoren spelen waarschijnlijk ook een rol. Ook speelt de manier waarop in het gezin wordt omgegaan met stress en emoties een rol.
Aanleiding
Vaak is een (klein) ongeval, een ziekte, een operatie, een vaccinatie of een verdrietige situatie de aanleiding voor het ontstaan van de functionele klachten. De aanleiding hoeft op zich zelf niet eens zo ernstig te zijn, maar is vaak de druppel die de emmer doet overlopen.
Lichamelijke klachten wijzen niet altijd op schade van een orgaan
Veel mensen denken dan lichamelijke klachten altijd wijzen op schade van een bepaald orgaan, maar dit is niet juist. Lichamelijke klachten kunnen ook ontstaan door een te veel aan spanning en opgekropte emoties. Het lichaam vertaalt deze spanning in lichamelijke klachten, zodat deze klachten door de persoon opgemerkt zullen worden. Lichamelijke klachten is dus een hele natuurlijke manier van het lichaam om aan te geven dat er iets met het lichaam aan de hand is. Het is dus heel belangrijk om te weten dat dit niet automatisch betekent dat er schade is aan een bepaald orgaan, maar dat het ook een signaal kan zijn dat er te veel spanning in het lichaam aanwezig is.
Spanning
Functionele klachten kunnen een signaal zijn van het lichaam dat het lichaam langere tijd onder spanning staat waar iets aan gedaan moet worden. Bij ieder mens geeft het lichaam een bepaald signaal af wanneer er langdurig spanning in het lichaam aanwezig is. De een krijgt hoofdpijn, de ander buikpijn en weer een ander rugpijn. Wanneer dat signaal door de persoon herkend wordt en het lichaam minder onder spanning komt te staan, zullen deze klachten weer verdwijnen. Maar wanneer de persoon geen aandacht heeft voor dit signaal, er niet aan toegeeft, denkt dat sterk zijn en doorgaan het beste is, zal het lichaam onder spanning blijven staan. Op een gegeven moment zal het lichaam een sterker signaal afgeven om aan te geven dat er toch echt iets met deze spanning moet gebeuren. Ook dan kan de persoon kiezen om naar dit signaal te luisteren en om te zorgen dat het lichaam minder onder spanning komt te staan, de functionele klachten zullen dan verdwijnen. Maar opnieuw kan de persoon ook denken, ik ben sterk, ik geef hier niet aan toe en ik ga door.
Op een gegeven moment zal het lichaam dan een noodsignaal afgeven omdat er echt iets moet gebeuren. Zo’n noodsignaal is bijvoorbeeld een verlamming waardoor lopen niet meer mogelijk is. De persoon moet er nu letterlijk wel bij stil staan dat er iets aan de hand is en dat hier aandacht voor nodig is. Een ander noodsignaal is plotselinge blindheid die net zo lang blijft bestaan totdat voor ogen ziet dat zijn of haar lichaam aandacht en minder spanning nodig heeft.
Spanning bij kinderen hoeft niet meteen hele ernstige spanning te zijn, zoals het meemaken van een ongeval of een sterfgeval, maar kan ook bestaan uit moeite hebben om vriendjes te maken en hier gefrustreerd over zijn of graag net zo goed willen zijn als een vriendje of vriendinnetje terwijl dat niet lukt.
Ieder mens heeft zijn eigen patroon van reageren op te veel spanning.
Vicieuze cirkel
Functionele klachten, vooral pijnklachten, kunnen ook ontstaan doordat er tijdelijk iets geweest is in het lichaam wat pijnklachten heeft veroorzaakt. Kinderen gaan vervolgens hun bewegingspatroon aanpassen om deze pijnklachten te voorkomen. Ze worden bang om een beweging te maken die weer pijnklachten kan gaan geven. Hierdoor gaan ze vaak krampachtig bewegen, waardoor weer andere pijnklachten kunnen ontstaan.
Vaak is de oorzaak van de pijnklachten inmiddels verdwenen, maar zijn kinderen in een vicieuze cirkel terecht gekomen waardoor ze steeds minder kunnen, angst krijgen om te bewegen en nieuwe pijnklachten krijgen wanneer ze gaan bewegen.
De aanleiding voor het ontstaan van de pijnklachten is vaak al verdwenen, maar door het veranderde bewegingspatroon en het achteruitgaan van de conditie van het kind blijven er pijnklachten bestaan.
Ook is het zo dat wanneer er al langere tijd pijnklachten bestaan, het lichaam steeds gemakkelijker pijnklachten gaan doorgeven aan de hersenen. De zenuwen die pijnsignalen doorgeven worden steeds gevoeliger. Prikkels die normaal gesproken niet pijnlijk zijn, worden nu als pijnsignaal doorgegeven aan de hersenen. Het lichaam raakt als het ware overgevoelig voor pijn.
Veranderde werking van de hersenen
Als gevolg van te veel stress bij een jongere die kwetsbaar is voor het ontstaan van functionele klachten, gaan de hersenen op een andere manier werken. Netwerken in de hersenen die veel gebruikt worden, zullen steeds sneller en effectiever gaan werken. Netwerken die weinig gebruikt worden, zullen steeds minder effectief gaan werken. Bij jongeren met functionele klachten zijn bepaalde delen van de hersenen overactief waardoor dit deel van de hersenen gemakkelijk overbelast kan raken. Andere delen van de hersenen zijn juist onderactief, waardoor jongeren minder gewaar worden wat er in hun lichaam gebeurt en ook minder controle hierover hebben. Vaak zorgt dit gevoel van minder controle hebben, voor angst. En angst geeft weer stress die er weer voor zorgt dat de hersenen minder goed blijven werken. Ook op deze manier kan een vicieuze cirkel ontstaan.
Dissociatie
Wanneer de hersenen (tijdelijk) helemaal niet meer de signalen die het lichaam afgeeft verwerken en de hersenen geen controle meer hebben over wat er in het lichaam gebeurd, wordt er gesproken van dissociatie.
Reactie van de omgeving
De reactie van de mensen in de omgeving van het kind met een functionele klachten is ook van invloed op de klachten. Wanneer volwassenen in de omgeving erg schrikken van de problemen en hier zelf angstig van worden, dan zorgt dit vaak voor toename van stress en onzekerheid bij het kind en voor toename van de functionele klachten.
Onzekerheid bij de dokter over wat er aan de hand is, kan ook zorgen voor toename van spanning en onzekerheid en toename van klachten.
Welke symptomen hebben kinderen met functionele klachten?
Veel verschillende symptomen
Er bestaan zeer veel verschillende functionele neurologische klachten. Veel voorkomende functionele klachten zijn verlammingen, een verdoofd gevoel in het lichaam, schokken, plotselinge blindheid, bewusteloosheid of pijnklachten.
Pijnklachten
Hoofdpijn, buikpijn, rugpijn, pijn in gewrichten of pijn op de borst kunnen functionele klachten zijn. Het is een van de meest voorkomende functionele klachten en vaak het eerste waarschuwingssignaal wat het lichaam geeft dat er iets is wat het kind dwars zit. Ouders herkennen dit vaak ook wel van hun eigen lichaam. Ook kunnen functionele bewegingsproblemen voorkomen.
Verlamming
Een verlamming van een arm of een been, of van alle armen en benen is een veel voorkomend symptomen bij kinderen met functionele klachten. Ze kunnen bijvoorbeeld niet meer lopen en moeten zo letterlijk even stil staan bij wat hun lichaam hen wil vertellen.
Opvallend is vaak dat de verlamming minder wordt, wanneer kinderen zich meer ontspannen, slapen of even afleiding hebben. Dit kan ouders helpen om te herkennen dat er sprake is van een functionele verlamming.
Schokken
Schokkende bewegingen in een lichaamsdeel is ook een veelvoorkomende functionele klacht. Het lijkt wel of er letterlijk iets losgeschud moet worden. Dit schudden kan heel vermoeiend zijn.
Afwijkende stand
Een lichaamsdeel kan als gevolg van een functionele neurologische klacht continu in een afwijkende stand gaan staan. Dit wordt functionele dystonie genoemd.
Verdoofd gevoel in het lichaam
Een ander deel van de jongeren heeft last van een verdoofd gevoel in het lichaam. Het lichaam kan letterlijk even niet gevoeld worden. Jongeren hebben hierdoor geen goede controle meer over hun lichaam. Deze verdoofde gevoelens kunnen samen met krachtsverlies voorkomen.
Plotselinge blindheid
Plotseling helemaal niets meer kunnen zien met twee ogen tegelijk kan ook voorkomen bij jongeren met functionele klachten. Ook kan kokerzien ontstaan. Pas wanneer jongeren weer onder ogen zien dat hun lichaam aandacht en ontspanning nodig heeft, zal het zien weer verbeteren.
Bewustzijnsverlies
Bewustzijnsverlies is ook een veelvoorkomende symptoom bij functionele klachten. Het lichaam zorgt er voor dat het kind even niet meer kan reageren op de omgeving. Het is vaak niet een van de eerste functionele klachten, vaak is het al voor afgegaan door andere signalen zonder dat hiervoor voldoende aandacht is geweest.
Er kan sprake zijn van aanhoudend bewustzijnsverlies gedurende enkele uren of aanvallen van bewustzijnsverlies. Aanvallen van bewustzijnsverlies met schokken kunnen lijken op een epileptische aanval, ook kan er urineverlies optreden tijdens de aanvallen. Functionele aanvallen worden ook wel NEAD’s (non-epileptic attack disorder) genoemd.
Duizeligheid
Ook duizeligheid kan een functionele klacht zijn. Het gaat vaak om een licht gevoel in het hoofd, het gevoel alsof kinderen zweven en even geen grond onder de voeten hebben. Sommige kinderen zien de wereld om hen heen ook wat schommelen of draaien. Deze duizeligheid hangt vaak samen met een te snelle ademhaling.
Hoe wordt de diagnose functionele klachten gesteld?
Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal van een kind en de bevindingen bij het lichamelijk onderzoek kan vaak al de diagnose functionele klachten gesteld worden, zeker door een ervaren dokter. Functionele klachten hebben vaak een bepaald patroon waardoor te zien is dat de klachten anders zijn dan klachten die wel veroorzaakt worden door een stoornis van het lichaam.
Het is een misverstand dat het altijd nodig is om aanvullende onderzoeken te doen om andere ziektes uit te sluiten. Dit kan zelfs averechts werken en er voor zorgen dat de functionele klachten langer blijven bestaan. De diagnose functionele klachten is geen diagnose die alleen gesteld kan worden door het uitsluiten van andere oorzaken (diagnose per exclusionum) maar een diagnose die op grond van positieve kenmerken gesteld kan worden.
Wanneer de dokter toch enige twijfel heeft, kan dat een reden zijn om wel te bespreken dat het meest waarschijnlijk is dat er sprake is van functionele klachten, maar dat ter uitsluiting toch een aantal onderzoeken nodig zijn. Het kan echter vaak beter zijn om een mening te vragen van een dokter die ervaring heeft met functionele klachten, een second opinion.
Hoe worden functionele klachten behandeld?
Erkenning
Een van de belangrijkste stappen in de behandeling van functionele klachten is erkennen dat er sprake is van functionele klachten en niet van een beschadiging van een bepaald deel van het lichaam. Vaak zorgt deze erkenning er al voor dat de functionele klachten een stuk minder worden.
Voor het ene kind en zijn of haar ouders is dit gemakkelijker dan voor het andere kind. In onze maatschappij wordt vaak een strak onderscheid gemaakt tussen lichamelijke klachten en klachten als gevolg van spanning of stress, ook wel psychische klachten genoemd. Het hebben van lichamelijke klachten is veel meer geaccepteerd dan het hebben van psychische klachten, wat heel jammer is. Lichaam en psyche zijn niet te scheiden en zijn een geheel. Bij psychische klachten krijgen veel mensen vaak het idee van ik stel me aan, het is mijn eigen schuld, ik ben zwak, terwijl over lichamelijke klachten gedacht wordt dat overkomt iemand, daar kan hij/zij zelf niets aan doen. Dit is natuurlijk niet waar. Functionele klachten zijn een signaal van het lichaam dat er iets is wat aandacht behoeft, dat er spanning, stress, zorgen of angst is, waar het kind zelf alleen niet uitkomt en hulp en ondersteuning bij nodig heeft.
Vaak is de (h)erkenning van deze spanning, stress, zorgen of angst bij het kind door de ouders al voldoende om de klachten een stuk te verminderen en soms zelfs al helemaal te doen laten verdwijnen. Soms kunnen kind en ouders wat hulp gebruiken om hiermee om te gaan om er voor te zorgen dat de klachten verdwijnen.
Uitzoeken wat de aanleiding is
Het is belangrijk om uit te zoeken wat de aanleiding is voor het ontstaan van de functionele klachten. De aanleiding hiervoor kan per kind heel verschillend zijn, zoals op de tenen moeten lopen om op school bij te blijven, niet goed vrienden kunnen maken, gepest worden, onzeker zijn, scheiding van ouders, liefdesverdriet of somberheid. Het kan ook gaan om een opeenstapeling van allerlei kleine dingen bij elkaar. Het is belangrijk om ook niet meteen te denken aan grote problemen zoals mishandeling of emotionele verwaarlozing, maar ook dit kan de aanleiding zijn voor het ontstaan van functionele klachten. Het is ook niet nodig om te gaan zoeken naar verborgen trauma's.
Anders omgaan met stress
Het is belangrijk om te kijken hoe het kind minder stress krijgt of anders om kan gaan met deze gebeurtenissen. Door dit te doen zullen de functionele klachten verdwijnen en kan in de toekomst voorkomen worden dat de klachten weer terug komen. Soms verdwijnen functionele klachten al nadat het kind erkenning heeft gekregen, maar het is heel belangrijk om niet te vergeten hoe een kind anders om kan gaan met deze spanning of gebeurtenissen, anders zullen de klachten na even weg geweest te zijn weer terugkeren, eventueel in nog heftigere mate.
Kinderpsycholoog
Het lukt na uitleg van de dokter een deel van de ouders en kinderen zelf om te achterhalen wat de oorzaak is van het ontstaan van de functionele klachten en om een manier te vinden om in de toekomst op een andere manier met soortgelijke spanning of stress om te gaan. Indien kind en ouders hierbij wat extra ondersteuning nodig hebben, kan een kinderpsycholoog hen hierbij helpen. De kinderpsycholoog kan samen met kind en ouders aan de slag gaan om te achterhalen wat nu gemaakt dat deze functionele klachten zijn ontstaan. Ook kan de kinderpsycholoog kind en ouders tips geven hoe om te gaan met stress en spanning. Sommige kinderen hebben baat bij een cursus weerbaarheidstraining of een sociale vaardigheidstraining. Hypnose kan ook een goede methode zijn om de hersenen het aangeleerde ongewilde bewegingspatroon weer los te laten en het oude gewenste bewegingspatroon wat in de hersenen aanwezig was weer het normale patroon te laten zijn. Ook kan cognitieve gedragstherapie worden toegepast.
Luisteren naar de signalen van het lichaam
Kinderen die functionele klachten krijgen vinden het vaak lastig om te luisteren naar de signalen die hun eigen lichaam hun geeft. Subtiele en al wat sterke signalen merken ze niet op of ze weten niet goed wat ze daarmee kunnen doen. Dat maakt dat het lichaam op een gegeven moment een sterker signaal moet afgeven die wel opgemerkt gaat worden.
Kinderen kunnen leren om deze signalen van hun lichaam sneller te herkennen en ook leren hoe hiermee om te gaan. Er zijn hiervoor verschillende manier zoals bijvoorbeeld kinderfysiotherapie, kinderyoga, mindfulness voor kinderen, speltherapie of begeleiding door een kinderhaptotherapeut. Belangrijk is iets te kiezen wat bij het kind past.
Hypnose
Bij kinderen met functionele klachten zijn nieuwe netwerken in de hersenen ontstaan die niet helpend zijn voor het kind en zorgen voor de functionele klachten. Deze nieuwe netwerken worden nu gebruikt in plaats van de netwerken die ook in de hersenen aanwezig zijn en actief waren voordat de functionele neurologische klachten ontstonden. Verbetering van de functionele klachten kan ontstaan wanneer de nieuwe niet helpende netwerken niet meer gebruikt worden en de oude helpende netwerken weer gebruikt worden. Het loslaten van deze nieuwe niet helpende netwerken wordt niet bereikt door heel hard te werken en heel hard je best te doen, maar juist door los te laten. Veel kinderen met functionele neurologische klachten vinden dit lastig. Hypnose kan hierbij helpen. Onder hypnose kunnen de hersenen het oude helpende netwerk weer gaan gebruiken. Door de oude helpende netwerk weer te gaan gebruiken tijdens hypnose, gaan de hersenen dit netwerk ook weer gebruiken wanneer het kind niet meer onder hypnose is.
Fysiotherapie
Een fysiotherapeut kan ook helpen bij het herstel van functionele klachten. Een fysiotherapeut kan kijken hoe jongeren stapje voor stapje weer op een normale manier kunnen gaan bewegen. Het is belangrijk om te hard van stapel lopen weer te voorkomen. De fysiotherapeut kan jongeren die inactief geworden zijn als gevolg van de functionele klachten helpen om hun conditie weer te verbeteren. Soms kunnen speciale technieken worden gebruikt zoals spiegeltherapie om een verlamd lichaamsdeel weer normaal te laten bewegen. Ook kan en fysiotherapeut helpen bij het herstellen van het lichaamsgevoel.
Kinderrevalidatiearts
Soms zijn de klachten dusdanig heftig dat bovenstaande behandelmogelijkheden onvoldoende zijn en dat een intensievere begeleiding door verschillende therapeuten nodig is om er voor te zorgen dat het kind de juiste begeleiding krijgt bij het achterhalen van de oorzaak van de functionele klachten en tegelijkertijd begeleiding krijgt om het lichaam weer normaal te laten functioneren. Deze mogelijkheid bestaat in een revalidatiecentrum. Per kind zal gekeken worden welke therapeuten, zoals bijvoorbeeld een kinderfysiotherapeut, een ergotherapeut, een psycholoog of een speltherapeut, het kind het beste kunnen helpen. Meestal wordt bij heftige klachten gekozen voor een opname in een revalidatiecentrum, soms voor een poliklinisch traject.
Kinder-en jeugdpsychiater
Bij een deel van de kinderen bestaat de onderliggende oorzaak voor het ontstaan van functionele klachten uit en depressie of een angststoornis. Deze kinderen kunnen veel baat hebben bij begeleiding door een kinder- en jeugdpsychiater en het daarbij behorende team.
Voor veel kinderen en ouders is dit helaas een hoge drempel. Maar juist wanneer een depressie of angststoornis de oorzaak is van het ontstaan van de functionele klachten, dan is de juiste behandeling en begeleiding hiervoor van belang om kinderen zich zo goed mogelijk verder te laten ontwikkelen. Onderbehandeling kan er voor zorgen dat kinderen uiteindelijk veel langer gehinderd worden in hun ontwikkeling door een depressie of een angststoornis, dan tijdige behandeling en begeleiding.
Geen 100% garantie
Geen dokter is onfeilbaar en geen diagnose 100% zeker. We hebben allemaal te maken met een stukje onzekerheid, niemand weet hoe de dag van morgen er uit zal zien. Voor de ene mens is het gemakkelijker om met deze onzekerheid om te gaan dan voor een andere mens. Sommige mensen vinden het heel moeilijk om er 100% zeker van overtuigd te zijn dat de klachten niet veroorzaakt worden door een beschadiging ergens in het lichaam. Ze blijven in hun hoofd de overtuiging houden dat dit wel zo is. Dit houdt vaak het herstel van functionele klachten tegen, wat voor sommige mensen het gevoel kan geven zie je wel er is toch ergens in het lichaam iets kapot of beschadigd. Om toch te kunnen herstellen van functionele klachten, kan het deze mensen helpen dat de tijd ons veel kan leren. Dat het geen kwaad kan om de gedachte dat er toch ergens iets kapot is los te laten en te kijken wat er te bereiken valt door te kijken welke stress, zorgen, angst of spanning deze klacht veroorzaakt heeft. Vaak gaat het dan ook duidelijk beter en helpt dat weer om de angst dat een diagnose gemist wordt minder te maken.
Een dokter blijft altijd mee kijken en indien het beloop in de tijd anders gaat dan verwacht, dan kan dat altijd een reden zijn om opnieuw te evalueren, zonder dat het dan daarvoor te laat is wat veel mensen vrezen.
Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunt u in contact komen met andere kinderen en hun ouders/verzorgers die ook te maken hebben (gehad) met functionele klachten. Herkenning niet de enige te zijn en het uitwisselen van ervaringen kan helpen bij het aanvaarden van de diagnose functionele klachten en het vinden van een oplossing daarvoor.
Wat betekent het hebben van functionele klachten voor de toekomst?
Verdwijnen van de klachten
Bij de meeste kinderen verdwijnen de functionele klachten wanneer ze de juiste aandacht en begeleiding krijgen helemaal. Kinderen hebben er dan geen last meer van. Bij sommige kinderen gaat dit heel snel en verdwijnen de klachten binnen een paar dagen, bij andere kinderen duurt het langer en verdwijnen de klachten na een aantal weken of maanden.
Meestal is het zo dat hoe sneller de functionele klachten op de juiste manier behandeld worden, hoe sneller de problemen verdwijnen.
Voor sommige kinderen en hun ouders is het moeilijk om te accepteren dat er sprake is van functionele klachten. Zij blijven in hun achterhoofd het idee houden dat de klachten worden veroorzaakt door een probleem ergens in het lichaam wat nog niet ontdekt is. Dit kan er voor zorgen dat het langer duurt voordat de klachten verdwijnen.
Terugkeer van de klachten
Functionele klachten kunnen terugkomen. Vaak herkennen kinderen hun klachten eerder en wanneer ze dan weer op een passende manier worden benaderd, verdwijnen ze vaak voordat de klachten zo erg worden als de eerste keer. Klachten kunnen op deze manier gebruikt worden als waarschuwingssignaal, dat er iets is met het kind wat aandacht nodig heeft. Zelfzorg kan helpen om de kans op terugkeer van klachten zo klein mogelijk te maken.
Andere functionele klachten
Soms krijgen kinderen ook last van een ander type functionele klachten. Het kan dan lastiger te herkennen zijn dat ook dit functionele klachten zijn. Hoe sneller dit herkend wordt, hoe beter en hoe sneller vaak ook deze klachten zullen verdwijnen.
Normale ontwikkeling
Functionele klachten zijn niet iets om je voor te schamen. Het kan bij ieder kind voorkomen afhankelijk van wat er zich in het leven van het kind voorkomt. Veel kinderen leren door het doormaken van deze functionele klachten vaardigheden waar ze hun hele leven voordeel van hebben. De meeste kinderen ontwikkelen zich verder normaal en leiden een normaal leven.
Stemmingsprobleem
Kinderen die als kind functionele klachten hebben gehad kunnen als volwassene gevoeliger zijn om als volwassene last te krijgen van een sombere stemming. Daarnaast kunnen volwassenen zich wat gemakkelijker angstig of overprikkeld te voelen. Door hier alert op te zijn en rekening mee te houden, kunnen volwassenen voorkomen dat deze problemen te groot worden en zo nodig tijdige hulp zoeken.
Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om functionele klachten te krijgen?
Functionele klachten is een aandoening die niet erfelijk is. Wel komt het vaker voor bij kinderen die wat meer moeite hebben met het uiten van hun emoties en die het moeilijker vinden om hulp te vragen. Ieder gezin heeft zijn eigen manier in het omgaan met emoties en in de manier waarop iemand om hulp mag vragen en dit dan ook krijgt. Hierbij spelen erfelijke aanleg en opvoeding een rol. Broertjes en zusjes kunnen het hierdoor ook bijvoorbeeld moeilijker vinden om hun emoties te uiten of om hulp te vragen en hierdoor iets gevoeliger zijn om functionele klachten te krijgen.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Links
www.nolk.info
(Nederlandstalige website
van het netwerk over mensen met aanhoudende lichamelijke klachten (NALK))
www.neurosymptoms.org
(Engelstalige website over functionele bewegingsstoornissen)
www.stichtingfns.nl
(Nederlandse stichting die zich inzet voor betere zorg voor mensen met een functionele neurologische stoornis)
www.move-mind.nl
(Praktijk die kinderen en jong volwassenen met functionele moeheid en pijnklachten helpt om beter te functioneren)
fndsociety.org
(Engelstalige website voor mensen met functionele klachten)
Referenties
1. Phenomenology of psychogenic movement disorders in children. Canavese C, Ciano C, Zibordi F, Zorzi G, Cavallera V, Nardocci N. Mov Disord. 2012;27:1153-7.
2. Depression and epilepsy, pain and psychogenic non-epileptic seizures: clinical and therapeutic perspectives. Kanner AM, Schachter SC, Barry JJ, Hersdorffer DC, Mula M et al. Epilepsy Behav. 2012;24:169-81
3. Diagnostic value of Hoover sign and motor-evoked potentials in acute somatoform unilateral weakness and sensory impairment mimicking vascular stroke. Shahar E, Ravid S, Hafner H, Chistyakov A, Shcif A. J Clin Neurosci. 2012;19:980-3.
4. Anxiety in the pediatric medical setting. Gandhi B, Cheek S, Campo JV. Child Adolesc Psychiatr Clin N Am. 2012;21:643-53.
5. Annual research review: functional somatic symptoms and associated anxiety and depression--developmental psychopathology in pediatric practice. Campo JV. J Child Psychol Psychiatry. 2012;53:575-92
6. Psychogenic movement disorders in children and adolescents: an update. Harris SR. Eur J Pediatr. 2019;178:581-585
7. Hypnosis in the Treatment of Pediatric Functional Neurological Disorder: The Magic Glove Technique. Coogle J, Coogle B, Quezada J. Pediatr Neurol. 2021;125:20-25
8.
Treatment of Pediatric Functional Neurological Symptom Disorder: A Review of the State of the Literature. Elliott L, Carberry C. Semin Pediatr Neurol. 2022;41:100952
9. Functional neurological disorder: new subtypes and shared mechanisms. Hallett M, Aybek S, Dworetzky BA, McWhirter L, Staab JP, Stone J. Lancet Neurol. 2022;21:537-550
10. Recent advances in understanding the neurobiology of pediatric functional neurological disorder. Kozlowska K, Scher S. Expert Rev Neurother. 2024;24:497-516.
Laatst bijgewerkt: 30 oktober 2024 voorheen: 16 oktober 2022, 23 maart 2022, 15 augustus 2021 voorheen: 6 maart 2021, 7 juni 2020 20 april 2016 en 9 januari 2013
Auteur: JH Schieving
Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.