A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Pierre Robin syndroom

 

Wat is het Pierre Robin syndroom?
Het Pierre Robin syndroom is een aandoening waarbij kinderen geboren worden met een aantal aangeboren afwijkingen zoals een gehemelte spleet, een kleine teruggetrokken kin en een tong die niet goed in de mond past.

Hoe wordt het Pierre Robin syndroom ook wel genoemd?
Pierre Robin is een arts die dit syndroom beschreven heeft.

Pierre Robin sequentie
Het Pierre Robin syndroom wordt ook wel Pierre Robin sequentie genoemd. De term sequentie geeft aan dat de ene aangeboren afwijking bij het Pierre Robin syndroom het gevolg is van de andere. Alle aangeboren afwijkingen houden dus verband met elkaar.

Hoe vaak komt het Pierre Robin syndroom voor bij kinderen?
Het is niet goed bekend hoe vaak het Pierre Robin syndroom voorkomt bij kinderen. Geschat wordt dat jaarlijks één op de 8000 pasgeboren kinderen het Pierre Robin syndroom heeft.

Bij wie komt het Pierre Robin syndroom voor?
Het Pierre Robin syndroom is al voor de geboorte aanwezig. Het Pierre Robin syndroom komt even vaak bij jongens als bij meisjes voor.
Er bestaat een bepaalde vorm van het Pierre Robin syndroom die vrijwel alleen bij jongens voorkomt.

Wat is de oorzaak van het Pierre Robin syndroom?
Niet goed bekend
De oorzaak van het Pierre Robin syndroom is niet goed bekend. Waarschijnlijk bestaat er niet één oorzaak voor het Pierre Robin, maar is er telkens sprake van een combinatie van verschillende factoren die er voor zorgen dat een kind het Pierre Robin syndroom krijgt.
Het gaat hierbij zowel om erfelijke als niet erfelijke factoren.

Erfelijke factoren
Een deel van de kinderen met het Pierre Robin syndroom heeft een afwijking aan een van de chromosomen.
Er bestaat een bepaald type van het Pierre Robin syndroom waarbij de fout op het zogenaamde X-chromosoom zit. Omdat jongens één X-chromosoom hebben een meisje twee, zal een fout op één X-chromosoom bij jongens al tot klachten leiden, terwijl meisjes nog kunnen compenseren met een normaal X-chromosoom.

Syndroom
Bij de helft van de kinderen met het Pierre Robin syndroom komen ook nog andere aangeboren afwijkingen voor, waardoor het Pierre Robin syndroom onderdeel is van een ander syndroom. Het Pierre Robin syndroom wordt vaker gezien bij kinderen met het velocardiofaciaal syndroom(22q11 syndroom) Moebius syndroom, hypochondroplasie, het Charge syndroom, het Stickler syndroom of het Treacher Collins syndroom.

Aanleg van de onderkaak
Bij kinderen met het Pierre Robin syndroom wordt de onderkaak te klein aangelegd. Dit gebeurt al vroeg in de zwangerschap. De onderkaak wordt aangelegd in de zevende week van de zwangerschap. Omdat de onderkaak klein is, past de tong niet goed in de mond en wordt de tong uit de mond gedrukt. Normale tongbewegingen zijn nodig voor een goede ontwikkeling van de bovenkaak. Door het ontbreken van normale tongbewegingen in de kaak, sluit de bovenkaak niet goed en is er sprake van een open gehemelte. Ook ontwikkelen de spieren van de boven- en onderkaak zich niet goed.

Wat zijn de symptomen van het Pierre Robin syndroom?
Typisch uiterlijk
Kinderen met het Pierre Robin syndroom hebben een typisch uiterlijk. De onderkaak is een stuk kleiner dan de bovenkaak. De onderkaak staat veel verder naar achteren dan de bovenkaak. Deze afwijkingen aan de onderkaak worden micrognathie (kleine onderkaak) en retrognathie (teruggetrokken onderkaak) genoemd. Hierdoor past de tong niet in de mond, waardoor de tong uit de mond hangt. Dit wordt glossoptosis genoemd. Bij een klein deel van de kinderen is de tong ook dikker dan normaal. De medische naam hiervoor is macroglossie.
Wanneer in de mond gekeken wordt naar de bovenkaak, kan in de bovenkaak een spleet gezien worden. Deze spleet wordt ook wel palatoschisis genoemd.

Ademhalingsproblemen
Kinderen met het Pierre Robin syndroom hebben vaak problemen met hun ademhaling. Dit komt omdat de tong met name tijdens slaap achterin de keel zakt en daar de keel kan afsluiten, waardoor ademhalen moeilijk is. Hierdoor maken kinderen tijdens de slaap een snurkend geluid. Wanneer de tong tijdens de slaap de luchtpijp afsluit, kunnen kinderen tijdelijk niet ademhalen. Hierbij kunnen kinderen blauw aanlopen. Deze ademstilstanden ook wel apneu’s genoemd zijn gevaarlijk en moeten niet te lang aanhouden, omdat kinderen hierdoor te weinig zuurstof in hun bloed krijgen. Organen die niet goed zonder zuurstof kunnen zoals hersenen, kunnen hierdoor beschadigd raken.

Problemen met drinken
Kinderen met het Pierre Robin syndroom hebben vaak problemen met drinken. Dit komt door de spleet in de bovenkaak. Hierdoor kunnen kinderen niet goed zuigen, waardoor ze veel moeite moeten doen om uit de borst of uit de fles te kunnen drinken. Vaak lukt het wel even om te drinken, maar kost dit drinken zeer veel energie, waardoor kinderen het zelf drinken maar heel kort kunnen volhouden.
Kinderen met het Pierre Robin syndroom verslikken zich gemakkelijk. Hierdoor kan de voeding via de neus naar buiten komen. Ook kan de voeding per ongeluk in de luchtpijp komen, waardoor gemakkelijk een longontsteking kan ontstaan. Reflux het terugstromen van de voeding uit de maag naar de slokdarm komt vaker voor.
Oudere kinderen hebben problemen met kauwen omdat de spieren van de kaak minder goed ontwikkeld zijn bij kinderen met het Pierre Robin syndroom.

Problemen met praten
De spieren van de mond en de kaak zijn bij kinderen met het Pierre Robin syndroom minder goed ontwikkeld. Daarom praten kinderen met het Pierre Robin syndroom vaak onduidelijk, de spieren hebben onvoldoende kracht om de woorden goed uit te kunnen spreken.
Ook kunnen kinderen met het Pierre Robin syndroom tijdens het praten niet goed de neusholte afsluiten. Hierdoor ontsnapt er lucht uit de mond via de neus tijdens het praten. Hierdoor klinkt de spraak nasaal, dat wil zeggen net alsof iemand voortdurend verkouden is.

Slechthorendheid
Slechthorendheid komt vaker voor bij kinderen met het Pierre Robin syndroom. De buis van Eustachius die zorgt voor afvoer van het middenoor naar de keelholte, werkt vaak niet goed bij kinderen met het Pierre Robin syndroom. Hierdoor blijft er vocht staan achter het trommelvlies, waardoor het trommelvlies niet goed werkt. Ook bestaat er een grotere kans op het ontstaan van een middenoorontsteking. Bij een klein deel van de kinderen zijn de oren en het binnenoor afwijkend aangelegd.

Problemen met zien
Bij kinderen met het Pierre Robin syndroom komen ook vaker problemen met zien voor, met name bijziendheid en verziendheid. Kinderen met het Pierre Robin syndroom hebben vaker een bril nodig dan andere kinderen. Verstopte traanbuisjes is een probleem wat vaker voorkomt bij kinderen met het Pierre Robin syndroom.
Bij kinderen met het Stickler-syndroom kan een netvliesloslating voorkomen.

Slecht groeien
Kinderen met het Pierre Robin syndroom groeien vaak slecht als gevolg van de problemen met drinken en eten. Ook verbruiken ze extra energie, vanwege alle inspanningen die ze moeten leveren tijdens het drinken.

Tanden en kiezen
Omdat de onderkaak vaak klein is bij kinderen met het Pierre Robin syndroom, passen de tanden en kiezen vaak niet goed in de onderkaak. Soms zijn de tanden en kiezen een afwijkend vorm, ook kunnen niet alle tanden en kiezen aanwezig zijn.

Hartafwijking
Bij kinderen met het Pierre Robin syndroom komen vaker aangeboren hartafwijkingen voor. Hartafwijking die vaak voorkomen zijn een vernauwing van de longslagader, het langer openblijven van de verbinding die voor de geboorte aanwezig is tussen de longslagader en de lichaamsslagader, een verbinding tussen de beide hartkamers en een verhoogde druk in de longvaten.

Afwijkingen aan de botten
Afwijkingen aan de botten zijn veelvoorkomend bij kinderen met het Pierre Robin syndroom.
Ze worden gezien bij drie van de vier kinderen met dit syndroom. Vaak gaat het om afwijkingen aan de vingers: zoals het aan elkaar groeien van twee vingers, het ontbreken van vingerkootjes, kromme vingers, extra vingers of juist een tekort aan vingers en abnormale beweeglijkheid van de vingers. Ook afwijkingen aan de benen kunnen voorkomen, de meest voorkomende afwijkingen zijn klompvoeten, afwijkend bekken, een verkort bovenbeen, heupdysplasie, vergroeiingen van gewrichten, afwijkingen aan de knieen of onderbenen.
Extra verkrommingen van de wervelkolom (scoliose) of onderontwikkelde wervels worden ook vaak gezien bij het Pierre Robin syndroom.

Ontwikkelingsachterstand
Ongeveer de helft van de kinderen met het Pierre Robin syndroom heeft een ontwikkelingsachterstand. De ontwikkeling gaat trager dan bij andere kinderen. Kinderen leren later rollen, zitten, staan en lopen, maar ook later praten. Vaak zijn er problemen met leren op school.

Lage spierspanning
Kinderen met het Pierre Robin syndroom hebben vaak een lage spanning in de spieren, waardoor ze slap aanvoelen.

Waterhoofd
Een waterhoofd of een hydrocefalus komt vaker voor bij kinderen met het Pierre Robin syndroom.

Afwijkingen aan de urinewegen
Bij jongentjes met het Pierre Robin syndroom zijn de balletjes vaak niet goed ingedaald. Ook kan er stuwing van de nieren voorkomen. Een ander probleem wat vaker voorkomt is een gezwollen balzakje als gevolg van te veel vocht.

Hoe wordt de diagnose Pierre Robin syndroom gesteld?
Verhaal en onderzoek
De diagnose Pierre Robin syndroom kan worden gesteld aan de hand van het uiterlijk van een kind. Bij elk kind die een combinatie heeft van een kleine teruggetrokken onderkaak, een tong die niet goed in de mond past in combinatie met een gehemeltespleet kan de diagnose Pierre Robin syndroom gesteld worden.
Aanvullend onderzoek kan nodig zijn om te kijken of er nog een onderliggende oorzaak voor het Pierre Robin syndroom te achterhalen is en om te kijken wat de gevolgen zijn van het Pierre Robin syndroom.

Schisisteam
Vaak worden kinderen met het Pierre Robin gezien door een speciaal team voor kinderen met een gespleten gehemelte. Zo’n team wordt een schisisteam genoemd. In het schisisteam zitten een KNO-arts, een kaakchirurg en een plastisch chirurg, een logopediste, een kinderarts, een maatschappelijk werkende en een klinisch geneticus.
Het schisisteam bepaald wat de ernst en de uitgebreidheid van de problemen is en maakt een plan voor een behandeling afgestemd op het kind.

Bloedonderzoek
Met behulp van bloedonderzoek kan gekeken worden of er sprake is van een afwijking aan een van de chromosomen. Wanneer er aanwijzingen zijn voor een ander syndroom waar het Pierre Robin syndroom een onderdeel van is, kan ook door middel van bloedonderzoek gericht gezocht wordt naar een klein foutje in het erfelijk materiaal (bijvoorbeeld het ontbreken van het stukje 22q11 of het een foutje in het zogenaamde TCOF-gen)

Oogarts
De oogarts controleert alle kinderen met het Pierre Robin syndroom op het voorkomen van oogafwijkingen.

De kindercardioloog
De kindercardioloog controleert of er sprake is van een aangeboren hartafwijking. Vaak gebeurt dit door middel van een onderzoek in combinatie met een echo-onderzoek van het hart en een hartfilmpje.

Hoe worden kinderen met het Pierre Robin syndroom behandeld?
Buikligging
In buikligging hebben kinderen met het Pierre Robin syndroom vaak minder problemen met de ademhaling. Dit omdat de tong dan uit de mond zakt en zo niet de keelholte kan afsluiten.
Omdat bij kinderen die in buikligging slapen, de kans op wiegendood verhoogd en om eventuele stilstanden van de ademhaling op te merken, slapen kinderen met het Pierre Robin syndroom vaak aan een monitor waarbij ademhaling, hartslag en zuurstofgehalte in het bloed gemeten worden.

Tong vastzetten
Een groot deel van de ademhalingsproblemen wordt veroorzaakt doordat de tong achterin de keel zakt. Deze problemen kunnen vaak tijdelijk verholpen worden door de tong vast te zetten aan de onderlip. Tijdens de groei wordt de onderkaak vaak weer groter, waardoor de tong weer beter in de mond past.

Tracheostoma
Wanneer ondanks bovenstaande maatregelen er toch nog ernstige ademhalingsproblemen blijven bestaan, kan er voor gekozen worden om al dan niet tijdelijk een kunstmatige opening van de luchtpijp te maken via de keel. Dit gebeurd door middel van een operatie waarbij een buisje in de luchtpijp geplaatst wordt die via de keelwand naar buiten komt. Op deze manier kan de tong de keelholte niet afsluiten.

Speciale speen
Me behulp van een speciale speen wordt geprobeerd kinderen met een gehemeltespleet toch goed te laten drinken. Een speen die hiervoor vaak gebruikt wordt, is de zogenaamd habermann speen.
Voor moeders die borstvoeding geven, kan een hulpset helpen om er voor te zorgen dat er toch voldoende voeding binnen komt.

Logopedie
Een logopediste kan adviezen geven hoe drinken en eten toch mogelijk kan zijn. Ook kan een logopediste oefeningen geven waarmee de spieren van de mond getraind kunnen worden, waardoor kinderen beter verstaanbaar zijn.

Sondevoeding
Wanneer drinken ondanks een speciale speen niet goed lukt of te veel energie kost, kan het nodig zijn om een deel van de voeding te geven via een sonde. De sonde loopt via de neus en de keel naar de maag toe. Wanneer langere tijd een sonde nodig is, kan er voorgekozen worden om door middel van een kleine operatie een sonde via de buikwand rechtstreeks in de maag aan te brengen. Zo’n sonde wordt een PEG-sonde genoemd.

Reflux
Bij ernstige reflux kunnen medicijnen helpen om er voor te zorgen dat de voeding minder snel terugkomt en minder zuur en prikkelend is.

Trommelvliesbuisjes
Wanneer kinderen veel last hebben van vocht achter het trommelvlies en steeds terugkomende oorontstekingen die zorgen voor slechthorendheid, zal de KNO-arts er vaak voor kiezen om trommelvliesbuisjes te plaatsen. Via deze buisjes kan het vocht achter het trommelvlies weglopen, waardoor kinderen beter kunnen horen en minder vaak middenoorontstekingen hebben.

Operatie van de gehemeltespleet
Tussen de leeftijd van zes en twaalf maanden worden kinderen met het Pierre Robin syndroom vaak geopereerd aan hun gehemelte spleet. Deze operatie wordt uitgevoerd door een plastisch chirurg in combinatie met een kaakchirurg.

Beugel
Wanneer de tanden van het definitieve gebit niet goed in de mond komen te staan, kan een beugel de stand van de tanden verbeteren.

Fysiotherapie
De fysiotherapeut kan de ontwikkeling van kinderen met een achterstand helpen te stimuleren.

Revalidatiearts
De revalidatiearts coördineert de verschillende therapieën voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand en kan adviezen geven voor hulpmiddelen vaak in samenspraak met de ergotherapie.

Orthopeed
Bij afwijkingen aan de botten kan de orthopeed soms hiervoor een behandeling geven.

Begeleiding
Begeleiding van ouders met een kind met het Pierre Robin syndroom is belangrijk. Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kunnen helpen om het hebben van een kind met het Pierre Robin syndroom een plaatsje te geven.

Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunt u in contact komen met andere ouders die een kind hebben met het Pierre Robin syndroom.

Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om ook het Pierre Robin syndroom te krijgen?
Afhankelijk van de oorzaak
Het hangt van de oorzaak van het Pierre Robin syndroom af, of broertjes en zusjes een vergrote kans hebben om ook een Pierre Robin syndroom te krijgen. Wanneer er geen onderliggende oorzaak voor het Pierre Robin syndroom wordt gevonden, bestaat er een kleine kans dat broertjes en zusjes ook het Pierre Robin syndroom zullen krijgen. Deze kans is ongeveer 2%.
Wanneer er wel een onderliggende oorzaak wordt gevonden, kan deze kans een stuk hoger liggen. Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.

Prenatale diagnostiek
Door middel van een uitgebreide echo bij een zwangerschapsduur van 20 weken kan gekeken worden of er kenmerken zijn van het Pierre Robin syndroom.

 

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Links
www.bosk.nl
(vereniging van motorisch gehandicapten en hun ouders)

Referenties
1. Drescher FD, Jotzo M, Goelz R, Meyer TD, Bacher M, Poets CF. Cognitive and psychosocial development of children with Pierre Robin sequence. Acta Paediatr. 2008 ;97:653-6
2. Tubbs RS, Oakes WJ. Chiari I malformation, caudal regression syndrome, and Pierre Robin Syndrome: a previously unreported combination. Childs Nerv Syst. 2006;22:1507-8.

Laatst bijgewerkt: 15 december 2018, voorheen: 6 augustus 2008

 

auteur: JH Schieving

 

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.