A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Het Moebius syndroom

 

Wat is het Moebius syndroom?
Het Moebius syndroom is een aandoening waarbij kinderen een aangeboren verlamming hebben van de spieren die de bewegingen van het gezicht regelen, naast een aangeboren verlamming van bepaalde spieren die de oogbewegingen regelen.

Hoe wordt het Moebius syndroom ook wel genoemd?
Möbius is een van de artsen die dit syndroom beschreven heeft, hier is het Moebius syndroom naar genoemd. Het wordt ook wel afgekort met de letters MBS.

Congenitale faciale diplegie
Het Moebius syndroom wordt ook wel congenitale faciale diplegie genoemd. De term congenitaal betekent aangeboren, faciale is de medische term voor gezicht en diplegie betekent een verlamming van zowel aan de rechter als aan de linkerkant.

Hoe vaak komt het Moebius syndroom voor bij kinderen?
Het Moebius syndroom is een zeldzame aandoening, dieongeveer bij één op de 50.000 pasgeboren kinderen voor.Elke jaar worden er gemiddeld in Nederland 2 a 3 kinderen met het Moebius syndroom geboren.
Bij milde vormen van het Moebius syndroom zal de diagnose lang niet altijd gesteld zijn. Mogelijk komt het Moebius syndroom nog vaker voor dan nu gedacht wordt.

Bij wie komt het Moebius syndroom voor?
Het Moebius syndroom is een aangeboren aandoening waarbij de symptomen al direct na de geboorte aanwezig zijn.
Het Moebius syndroom komt zowel bij jongens als bij meisjes voor.
Het Moebius syndroom komt vaker voor bij kinderen die een syndroom hebben zoals het Pierre Robin syndroom of het Poland syndroom.

Wat is de oorzaak van het Moebius syndroom?
Ontbreken van zenuwen
Bij kinderen met het Moebius syndroom ontbreken de zenuwen die de spieren van het gezicht en van het oog moeten aansturen. Zonder aansturing van de zenuwen kunnen de spieren van het gezicht en van de ogen niet functioneren. De zevende hersenzenuw (voor de gezichtsspieren, ook wel de nervus facialis genoemd) en de zesde hersenzenuw (voor de oogspieren, ook wel de nervus abducens genoemd) ontbreken vrijwel altijd geheel of gedeeltelijk, daarnaast kunnen ook nog andere hersenzenuwen ontbreken.

Foutje in het erfelijk materiaal
Het syndroom van Moebius wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een foutje in het erfelijk materiaal. Inmiddels zijn er twee foutjes in het erfelijk materiaal ontdekt die het Moebius syndroom kunnen veroorzaken. Het gaat om een foutje op het 3e chromosoom in een stukje erfelijk materiaal wat PLXND1 wordt genoemd of om een foutje op het 6e chromosoom in een stukje erfelijk materiaal wat REV3L wordt genoemd. Vaak zijn deze foutjes in het erfelijk materiaal bij het kind zelf ontstaan en niet overgeerfd van een van de ouders. Waarschijnlijk zijn er nog meer foutjes die in staat zijn om het Moebius syndroom te veroorzaken, maar deze foutjes zijn nog niet bekend.

Beschadiging tijdens de zwangerschap
Alleen het hebben van een foutje in het erfelijk materiaal is waarschijnlijk niet voldoende om het syndroom van Moebius te krijgen. Waarschijnlijk spelen ook andere factoren een rol, al is niet goed bekend welke factoren dat zijn. Mogelijk speelt een blootstelling aan schadelijke stoffen tijdens de zwangerschap (cocaïne of medicijnen als misoprostol) of het tijdelijk tekort schieten van de bloedvoorziening van een deel van de hersenen hierbij een rol.

Wat zijn de verschijnselen van het Moebius syndroom?
Verlamming van de gezichtsspieren
Kinderen met het syndroom van Moebius hebben een verlamming van alle spieren van het gezicht. Daarom hebben ze altijd dezelfde gezichtsuitdrukking of kinderen nu aan het huilen of aan het lachen zijn. Kinderen met het syndroom van Moebius kunnen hun ogen niet goed sluiten en ook niet knipperen met hun ogen. Door de verlamming van de spieren van het gezicht gaat het drinken uit de borst of uit de fles bij een baby ook moeizaam. Kinderen met het syndroom van Moebius hebben ook moeite met het uitspreken van woorden.

Verlamming van de oogspieren
Bij kinderen met het Moebius syndroom bestaat er ook een verlamming van de oogspieren. Bij alle kinderen zijn de spieren die de ogen in de richting van de oren bewegen verlamd, de ogen kunnen dan alleen omhoog, omlaag of in de richting van de neus worden bewogen. De twee ogen kunnen niet gelijktijdig een kant op kijken, hierdoor kijken kinderen met het Moebius syndroom scheel. Soms zijn ook meerdere oogspieren verlamd en kunnen de ogen nog minder kanten op kijken.

Uitval van andere functies in het gezicht
Bij een deel van de kinderen met het Moebius syndroom vallen ook andere functies in het gezicht uit. Dan zijn er bijvoorbeeld ook problemen met slikken of van veel kwijlen. Sommige kinderen kunnen hun tong niet goed bewegen.

Slechthorendheid
Een klein deel van de kinderen met het syndroom van Moebius is slechthorend of doof.

Afwijkingen aan de kaak
Bij kinderen met het syndroom van Moebius komen ook vaak afwijkingen van het gebit voor, vaak ontbreken er tanden of kiezen. Ook groeien de tanden vaak niet goed vanwege de te kleine onderkaak. Zelden komen problemen met de ademhaling voor. Een deel van de kinderen heeft een gespleten lip en/of gehemelte, dit wordt een schisis genoemd.

Lage spierspanning
Veel kinderen met het syndroom van Moebius hebben een lage spanning in hun spieren en zijn daardoor wat slapper in hun spieren dan leeftijdsgenoten. Hierdoor zijn zij wat trager met het leren zitten, kruipen, staan en lopen. Kinderen met het syndroom van Moebius kunnen wat onhandig zijn in hun bewegingen.

Ontwikkelingsachterstand
De meeste kinderen met het Moebius syndroom ontwikkelen zich net als leeftijdsgenoten. Een op de zeven tot tien kinderen met het Moebius syndroom heeft een ontwikkelingsachterstand. Zij gaan later zitten, staan, lopen en praten als andere kinderen en hebben problemen met leren. Vaak zijn deze kinderen ook wat slapper in hun spieren.

Autistiforme kenmerken
Een deel van de kinderen met het Moebius syndroom heeft autistiforme kenmerken. Kinderen maken niet zo gemakkelijk oogcontact met andere mensen. Vaak houden kinderen van een vaste voorspelbare structuur en vinden ze het erg moeilijk wanneer daar vanaf wordt geweken. Kinderen hebben vaak voorkeursspeelgoed waar ze heel lang mee kunnen spelen, in andere speelgoed hebben kinderen weinig interesse.

Armen en benen
Bij een deel van de kinderen komen aangeboren afwijkingen aan de handen en/of voeten voor. Zo kunnen vingers of tenen ontbreken en sommige kinderen een vliesje tussen de vingers of tenen. Dit wordt webbing genoemd. Een deel van de kinderen heeft klompvoetjes.

OSAS
Een deel van de kinderen met het Moebius syndroom heeft last van OSAS. Tijdens de slaap valt de luchtwegsamen waardoor kinderen niet goed kunnen ademhalen en wakker worden uit hun slaap. Hierdoor krijgen kinderen geen goede nachtslaap en voelen zijn zich overdag moe. Kinderen met OSAS snurken vaak tijdens hun slaap. Wanneer goed geluisterd wordt, kan opvallen dat kinderen tijdelijk stoppen met ademhalen tijdens het slapen.


Hoe wordt de diagnose Moebius syndroom gesteld?
Verhaal en onderzoek
De diagnose Moebius syndroom wordt gesteld op grond van het verhaal van een kind wat weinig bewegingen laat zien in het gezicht en de ogen niet goed in de richting van de oren kan bewegen.

MRI-scan
Bij kinderen met het syndroom van Moebius zal vaak een MRI scan van het hoofd gemaakt worden. Meestal zijn er geen afwijkingen te zien op de MRI scan. Bij sommige kinderen is de hersenstam, het gebied in de hersenen waar de zenuwen die de spieren van het gezicht aansturen beginnen dunner dan bij leeftijdsgenoten.
Soms worden verkalkingen in de hersenstam gezien.

Zenuwspieronderzoek (EMG)
Hoewel het meestal niet direct noodzakelijk is wordt bij een deel van de kinderen een zenuwspieronderzoek verricht om te kijken of de functies van de 7e hersenzenuw helemaal of gedeeltelijk zijn uitgevallen.

KNO-arts
Een deel van de kinderen met het syndroom van Moebius is slechthorend of doof. Daarom zullen kinderen met het Moebius syndroom worden onderzocht door de KNO-arts om in een vroeg stadium problemen met het gehoor op te sporen.

Chromosomen en DNA-onderzoek
Bij kinderen met het Moebius syndroom wordt vaak bloed afgenomen voor chromosomen en DNA-onderzoek om te kijken of het mogelijk is om het foutje in het erfelijk materiaal op te sporen. Tot nu toe lukt dit bij een klein deel van de kinderen.

Hoe worden kinderen met het Moebius syndroom behandeld?
Geen genezing
Er bestaat geen behandeling die kinderen met het Moebius syndroom kan genezen. De behandeling is er op gericht om kinderen zo goed mogelijk te laten omgaan met de beperkingen als gevolg van het Moebius syndroom.

Voedingsproblemen
Kinderen met het syndroom van Moebius hebben vaak problemen met zuigen, een deel van de kinderen heeft ook problemen met slikken. Sommige kinderen hebben een open gehemelte. Hierdoor gaat het voeden van een baby vaak vrij moeizaam. Soms gaat het drinken makkelijker met behulp van een speciale special need speen. Anders kan (tijdelijk) sondevoeding nodig zijn.

Operaties
Er zijn diverse operaties mogelijk die de problemen die een kind met het Moebius syndroom heeft te verminderen. De plastisch chirurg kan operaties verrichten die er voor zorgen dat toch enige beweging van het gewicht mogelijk is. De oogarts kan in geval van hinderlijk scheelzien door middel van een operatie een correctie van de oogstand maken.
Ook voor regelmatig voorkomende problemen bij het syndroom van Moebius zoals een open gehemelte (schisis), klompvoetjes of afwijkingen aan de handen bestaan mogelijkheden om hier operatief verbetering in aan te brengen.

Orthodontist
In geval van een te kleine kaak waar de tanden niet goed inpassen, kan een behandeling door de orthodontist nodig zijn om te zorgen dat de tanden wel in de kaak passen en goed praten en kauwen mogelijk wordt.

Fysiotherapie
De fysiotherapeut kan bij kinderen met het syndroom van Moebius die achter zijn in hun ontwikkeling helpen de ontwikkeling te stimuleren.

Logopedie
De logopedist kan adviezen geven bij slik- en uitspraakproblemen als gevolg van het Moebius syndroom.

Ergotherapie
De ergotherapeut kan advies geven over de verzorging van kinderen met het syndroom van Moebius en ook zorgen voor hulpmiddelen die de verzorging van kinderen met het Moebius syndroom makkelijker kunnen maken.

Revalidatiearts
De revalidatiearts coördineert alle verschillende therapieën die kinderen met het Moebius syndroom krijgen en kan adviezen geven over hulpmiddelen.

OSAS
De eerste stap in de behandeling van OSAS bestaat uit het verwijderen van de keelamandelen waardoor er meer ruimte is om adem te halen. Wanneer dit onvoldoende werkt kan gewerkt worden met een bitje die de onderkaak naar voren toe haalt waardoor ook meer ruimte in de keelholte ontstaat. Er kan ook gekozen worden voor een apparaat wat via een kapje op de neus en de mond zorgt voor extra druk in de keelholte en luchtpijp waardoor deze mooi open blijven staan. Zo'n apparaat wordt CPAP genoemd.

Begeleiding
Veel ouders van een kind met het Moebius syndroom hebben behoefte aan begeleiding. Via de stichting Moebius syndroom of door een oproep te plaatsen op het forum van deze kinderneurologiesite kunnen zij in contact komen met andere ouders die een kind hebben met het Moebius syndroom. Ook een maatschappelijk werkende of een psycholoog kunnen hulp geven bij het een plaats geven van alles gevoelens die het kind met het Moebius syndroom heeft als gevolg van zijn aandoening of van de gevoelens die de ouders hebben.

 

Wat betekent het Moebius syndroom voor de toekomst?
Blijvende klachten
De gevolgen van het Moebius syndroom zullen het hele leven aanwezig blijven. De klachten zullen niet verergeren of verbeteren.

Normaal leven
De meeste kinderen met het Moebius syndroom kunnen een redelijk normaal leven leiden.

 

Hebben broertjes of zusjes een vergrote kans om ook het Moebius syndroom te krijgen?
Het is nog niet goed bekend waarom kinderen het Moebius syndroom krijgen. Waarschijnlijk is er wel sprake van een foutje in het erfelijk materiaal (DNA). Bij het merendeel van de kinderen met het Moebius syndroom is dit foutje ontstaan ergens na de bevruchting van de eicel door de zaadcel en was dit foutje nog niet in de eicel of in de zaadcel aanwezig. In deze situatie hebben broertjes en zusjes geen vergrote kans om zelf het syndroom van Moebius te krijgen.
Er blijken ook families te bestaan waar kinderen het foutje in het erfelijk materiaal wel van een van de ouders hebben geërfd. In deze situatie hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om ook het Moebius syndroom te krijgen. Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.

 

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

 

Links
www.moebiussyndroom.nl
(De Nederlands Moebius syndroom stichting)

Referenties
1. Briegel W. Neuropsychiatric findings of Mobius sequence -- a review.
Clin Genet. 2006;70:91-7.
2. Cattaneo L, Chierici E, Bianchi B, Sesenna E, Pavesi G. The localization of facial motor impairment in sporadic Mobius syndrome. Neurology. 2006;66:1907-12.
3. Verzijl HT, van Es N, Berger HJ, Padberg GW, van Spaendonck KP. Cognitive evaluation in adult patients with Mobius syndrome. J Neurol. 2005;252:202-7.
4. De novo mutations in PLXND1 and REV3L cause Möbius syndrome. Tomas-Roca L, Tsaalbi-Shtylik A, Jansen JG, Singh MK, Epstein JA, Altunoglu U, Verzijl H, Soria L, van Beusekom E, Roscioli T, Iqbal Z, Gilissen C, Hoischen A, de Brouwer AP, Erasmus C, Schubert D, Brunner H, Pérez Aytés A, Marin F, Aroca P, Kayserili H, Carta A, de Wind N, Padberg GW, van Bokhoven H. Nat Commun. 2015 Jun 12;6:7199

 

Laatst bijgewerkt: 10 december 2017, voorheen 8 september 2007

 

Auteur: JH Schieving

 

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.