A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Postvirale ataxie


Wat is postvirale ataxie?

Postvirale ataxie is een aandoening waarbij allerlei bewegingen schokkerig en ongecoördineerd verlopen in de tijd kort na doormaken van een (virus)infectie. Het schokkerig en ongecoördineerd verlopen van bewegingen wordt ataxie genoemd.

Hoe wordt postvirale ataxie ook wel genoemd?
Paravirale ataxie
Postvirale ataxie wordt ook wel paravirale ataxie genoemd. De term postviraal houdt in dat de klachten van ataxie na het doormaken van een virusinfectie ontstaan. Dit is echter niet altijd het geval, soms ontstaan de klachten van ataxie ook al tijdens het doormaken van een virusinfectie, vandaar dat de term paraviraal ook een veel gebruikte term is. De term paraviraal betekend samenhangend met een virusinfectie en zegt dus niets over het tijdstip waarop de ataxie ontstaat.

Hoe vaak komt een postvirale ataxie voor bij kinderen?
Het is niet precies bekend hoe vaak een postvirale ataxie voorkomt bij kinderen. De kinderen met en lichte vorm van postvirale ataxie zullen vaak ook niet bekend zijn bij de kinderneuroloog. Ongeveer een op de drie kinderen die een ataxie ontwikkelt, krijgt dit als gevolg van een postvirale ataxie. Geschat wordt dat een op de 5000-10.000 kinderen ooit last heeft gehad van een postvirale ataxie.  

Bij wie komt een postvirale ataxie voor?
Een postvirale ataxie kan zowel bij jongens als bij meisjes voorkomen. Meestal gaat het om jonge kinderen tot de leeftijd van 6 jaar, zij maken ook de meeste virusinfecties voor.

Wat is de oorzaak van een postvirale ataxie?
Niet precies bekend
De oorzaak van een postvirale ataxie is niet precies bekend.

Virusinfectie
Verschillende virusinfecties kunnen dit beeld veroorzaken. De meestvoorkomende virusinfecties die voorafgaan aan een postvirale ataxie zijn een infectie met het varicella zoster virus (waterpokken), ebstein-barrvirus (pfeiffer virus), het mycoplasmavirus en het enterovirus. In principe kan elk virus de veroorzaker zijn van een postvirale ataxie.

Afweerreactie
Als reactie op een virusinfectie gaat het lichaam een afweerreactie maken om het virus weer uit het lichaam te verwijderen. Waarschijnlijk richt deze afweerreactie zich niet alleen op het virus zoals zou moeten, maar richt deze afweerreactie zich ook tegen een deel van de hersenen waar met name de coördinatie van de bewegingen wordt geregeld. Door deze afweerreactie kunnen de hersenen tijdelijk niet meer goed functioneren. Waarom de afweerreactie zich ook tegen de eigen hersenen richt is niet goed bekend.

Vaccinatie
Een zelfde ziektebeeld als een postvirale ataxie kan ook ontstaan na een vaccinatie, meestal na de BMR vaccinatie, een hepatitis B vaccinatie of een vaccinatie voor het varicellazoster virus.

Wat zijn de verschijnselen van een postvirale ataxie?
Dagen na de virusinfectie
Meestal ontstaat een postvirale ataxie tussen de 5 en 10 dagen na het doormaken van een virusinfectie. Er zijn kinderen bekend waarbij de infectie eerder of later heeft plaats gevonden. Meestal ontstaan alle verschijnselen horend bij de postvirale ataxie allemaal tegelijk of in de loop van enkele uren. Daarna verergeren de symptomen niet meer.

Ongecoördineerde bewegingen
Kinderen met een postvirale ataxie zijn de coördinatie over hun bewegingen kwijt. De bewegingen verlopen niet vloeiend maar juist schokkerig. Daardoor kan kruipen of lopen bijvoorbeeld niet meer mogelijk zijn. Sommige kinderen kunnen niet meer zelfstandig staan en kunnen alleen maar staan wanneer ze vastgehouden worden.

Onduidelijk praten
Door de ataxie is het praten ook veel moeilijker. Kinderen met een postvirale ataxie praten vaak erg onduidelijk. Het lijkt alsof ze dronken zijn. Ook het slikken kan grote problemen opleveren, wanneer het slikken niet goed gaat bestaat er een kans op verslikken wat vervelende gevolgen kan hebben.  

Oogbewegingen
Bij de helft van de kinderen met een postvirale ataxie verlopen de oogbewegingen vaak net als de bewegingen van de armen en benen heel schokkerig. De ogen schieten alle kanten op. Sommige kinderen met een postvirale ataxie hebben last van dubbelzien.

Trillen van de armen en benen
Sommige kinderen met een postvirale ataxie hebben last van trillingen van de armen en benen of van het hoofd.

Hoofdpijn
Een klein deel van de kinderen met postvirale ataxie heeft hoofdpijnklachten.

Misselijkheid en braken
Een klein deel van de kinderen met een postvirale ataxie heeft last van misselijkheid en braken. Deze misselijkheid en braken zijn vaak in de eerste dagen na het ontstaan van de postvirale ataxie aanwezig en verdwijnen daarna.

Veranderd gedrag
Kinderen met een postvirale ataxie laten vaak ander gedrag zien dan normaal. Vaak zijn kinderen meer prikkelbaar en huilen kinderen gemakkelijk. Andere kinderen worden gemakkelijk boos zonder dat duidelijk is waarom.

Hoe wordt de diagnose postvirale ataxie gesteld?
Verhaal en onderzoek
De diagnose postvirale ataxie wordt gesteld op grond van het verhaal van het kind en de bevindingen bij het onderzoek. Op grond van deze gegevens kan de kinderneuroloog de diagnose ataxie stellen. Er bestaan veel verschillende aandoeningen die allemaal een ataxie kunnen veroorzaken. Met behulp van onderzoeken zullen bepaalde diagnoses kunnen worden uitgesloten. Bij een postvirale ataxie laten de aangevraagd onderzoeken zelf meestal geen afwijkingen zien. De diagnose moet dus echt gesteld worden op grond van het verhaal en het uitsluiten van andere aandoeningen met onderzoeken.

CT-scan of MRI-scan
Bij kinderen met een plotseling optredende ataxie zal vaak een scan van het hoofd gemaakt worden. Een CT-scan is vaak sneller ter beschikking dan een MRI-scan, maar een MRI-scan toont gedetailleerdere beelden dan een CT-scan. Afhankelijk van de ernst van het beeld zal gekeken worden welke scan gemaakt gaat worden. Bij een postvirale ataxie zijn meestal geen afwijkingen te zien op de MRI scan. Wanneer de ataxie veroorzaakt zou zijn door een hersentumor is dit wel te zien op de scan. Ook wanneer de ataxie veroorzaakt wordt door een ontsteking in de hersenen als gevolg van een bacterie of als gevolg van bijvoorbeeld de aandoening ADEM is dit vaak te zien op een MRI-scan.

Ruggenprik
Wanneer de scan bij kinderen met een ataxie geen afwijkingen laat zien, zal de neuroloog vaak door middel van een ruggenprik wat vloeistof willen krijgen wat rondom het ruggenmerg en de hersenen loopt. Deze vloeistof kan onderzocht worden in het laboratorium of er sprake is van een ontsteking van de hersenen zelf door bijvoorbeeld een virus, een bacterie of als gevolg van een ADEM. Bij een postvirale ataxie is hier geen sprake van.

Bloedonderzoek
Indien zowel de MRI als het onderzoek van het vocht rondom de hersenen geen afwijkingen laat zien, zal meestal bloedonderzoek volgen. Met behulp van dit bloedonderzoek kan gekeken worden of er sprake is van een infectie in het lichaam. Soms kan het veroorzakende virus nog worden aangetoond in het bloed. Ook kan er gekeken worden of de ataxie misschien de eerste uiting is van een stofwisselingsziekte of een uiting van een vergiftiging met medicijnen of andere giftige stoffen.


Hoe wordt een postvirale ataxie behandeld?

Spontaan verbeterend
Meestal is een postvirale ataxie een aandoening die spontaan in de loop van weken tot maanden weer verbeterd. Er is hiervoor dan geen behandeling mogelijk die het herstel bespoedigd. De behandeling is er op gericht om mogelijke complicaties als gevolg van de ataxie te voorkomen.

Prednison
Bij kinderen met een ernstige vorm van ataxie die ernstig gehinderd zijn in hun functioneren en waarbij het spontane herstel erg langzaam gaat wordt wel eens een behandeling met prednison gegeven. Deze prednison wordt dan in tabletvorm of via een infuus gegeven. Er is niet precies bekend hoe de prednison de klachten vande postvirale ataxie verbetert.

Fysiotherapie
De fysiotherapeut kan helpen bij het weer aanleren van gecoördineerde bewegingen. Ook kan de fysiotherapeut in het beginstadium advies geven hoe bijvoorbeeld pijnklachten en overbelasting van de gewrichten te voorkomen als gevolg van het andere bewegingspatroon door de ataxie.

Logopedie
De logopediste kan bij kinderen met slokproblemen adviezen geven hoe het slikken te vergemakkelijken en hoe problemen als gevolg van verslikken voorkomen kunnen worden. Ook kan zij adviezen geven hoe in het geval van onduidelijk praten dit praten weer rustig en gecoördineerd kan verlopen.

Revalidatiearts
De revalidatiearts coördineert de verschillende therapieën die het kind krijgt. Wanneer mogelijk gaan kinderen vaak naar het revalidatiecentrum toe om verder te herstellen met behulp van therapie.

Sondevoeding
Bij ernstige slikproblemen kan het tijdelijk veiliger zijn om niet meer zelf te eten en te drinken. Door middel van een sonde die via de neus, de keel en de slokdarm naar de maag loopt wordt dan sondevoeding gegeven. Op het moment dat het slikken zelf weer veilig verloopt, kan het kind zelf weer gaan eten. Eerst vaak dikvloeibaar en gemalen eten en in een later stadium weer helemaal normaal.

Begeleiding
Een maatschappelijk werkende of psycholoog kan begeleiding geven hoe het hebben van deze aandoening een plaatsje kan krijgen in het dagelijks leven.

Contact met andere ouders
Door het plaatsen van een oproep op het forum van deze site kunt u proberen in contact te komen met andere kinderen en volwassenen die ook te maken hebben met een postvirale ataxie.


Wat betekent postvirale ataxie voor de toekomst?
Goed herstel
De meeste kinderen herstellen goed van een postvirale ataxie, zij houden geen of nauwelijks restklachten over. De duur van het herstel varieert tussen enkele weken tot enkele maanden.

Restverschijnselen
Een op de tien kinderen houdt in meer of mindere mate wel restverschijnselen over. Dit zijn meestal de kinderen die een ernstige vorm van postvirale ataxie hebben gehad en de wat oudere kinderen. Ook bij kinderen die een postvirale ataxie hebben ontwikkeld na een Ebstein-Barr virus infectie verloopt het herstel vaak langzamer. In de eerste maanden na het optreden van de postvirale ataxie verloopt het herstel het snelst. In de maanden daarna verloopt het herstel langzamer. Klachten die twee jaar na het ontstaan van de postvirale ataxie nog aanwezig zijn, zijn meestal blijvend.

Nieuwe ziekteperiode
Er bestaat een kleine kans dat kinderen nogmaals een postvirale ataxie doormaken.


Hebben broertjes en zusjes een verhoogde kans om ook postvirale ataxie te krijgen?
De aanleg om op een virusinfectie te reageren met een postvirale ataxie blijkt deels erfelijk te zijn, maar daarnaast spelen ook nog veel andere factoren een rol. Broertjes en zusjes hebben een heel licht verhoogde kans om ook zelf een postvirale ataxie te ontwikkelen.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Referenties
1. Diseases of the nervous system in childhood 2e editie Jean Aicardi Mac Keith Press 1998 2. Davis DP, Marino A. Acute cerebellar ataxia in a toddler: case report and literature review. J Emerg Med. 2003;24:281-4.
3. Hynson JL, Kornberg AJ, Coleman LT, Shield L, Harvey AS, Kean MJ, Clinical and neuroradiologic features of acute disseminated encephalomyelitis in children. Neurology 2001;56: 1308–1312.  

 

Auteur: JH Schieving

Laatst bijgewerkt: 26 januari 2019

 

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.