A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Neuralgische amyotrofie

 

Wat is neuralgische amyotrofie?
Neuralgische amyotrofie is een aandoening waarbij het vlechtwerk aan zenuwen in de schouder of in het bekken niet goed functioneert waardoor pijnklachten, verlamming van spieren en veranderingen van gevoel in de schouder en arm en/of in het bekken en het been ontstaan.

Hoe wordt neuralgische amyotrofie ook wel genoemd?
De term neuralgisch geeft aan dat de zenuwen niet goed hun werk kunnen doen. De term amyotrofie geeft aan dat de spieren niet goed functioneren en dun worden. Neuralgische amyotrofie wordt ook wel afgekort met de letters NA.

Amyotrofische plexus neuralgie
Neuralgische amyotrofie werd vroeger ook wel amyotrofische plexus neuralgie genoemd. De term plexus geeft aan dat het om de zenuwen in het zenuwvlechtwerk gaat.

Hereditaire en idiopatische neuralgische amyotrofie
Er bestaan twee vormen van neuralgische amyotrofie een erfelijke vorm en een niet erfelijke vorm. De erfelijke vorm wordt ook wel hereditaire neuralgische amyotrofie genoemd. De term hereditair betekent erfelijk. Deze vorm wordt afgekort met de letters HNA. De niet-erfelijke vorm wordt ook wel ideopatische neuralgische amyotrofie genoemd. De term ideopatisch geeft aan dat niet goed bekend is wat de oorzaak van het ontstaan van deze aandoening is. Deze vorm wordt afgekort met de letters INA.

Parsonage-Turner syndroom
Ideopatische neuralgische amyotrofie wordt ook wel het Parsonage en Turner syndroom genoemd. Personage en Turner zijn twee artsen die dit syndroom beschreven hebben.

Plexus brachialis neuritis
Ook wordt in plaats van neuralgie de term neuritis gebruikt. Neuritis betekent ontsteking van de zenuwen. Plexus brachialis is de naam van het vlechtwerk van zenuwen in de schouder. Dit vlechtwerkn is het vaakst aangedaan bij de aandoening neuralgische amyotrofie.

Hoe vaak een neuralgische amyotrofie voor bij kinderen?
Neuralgische amyotrofie komt bij een op de 1000 mensen in Nederland voor, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Veel vaker dan enkele jaren geleden werd gedacht. De idiopatische vorm komt tien keer zo vaak voor als de erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie.

 

Bij wie komt een neuralgische amyotrofievoor?
Neuralgische amyotrofie kan op elke leeftijd voorkomen, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Zowel jongens als meisjes kunnen een neuralgische amyotrofie krijgen.
Zowel de erfelijke als de niet-erfelijke vorm kunnen op kinderleeftijd voorkomen. De eerste klachten ontstaan bij de erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie vaak op jongere leeftijd dan de niet erfelijke vorm.

Wat is de oorzaak van een neuralgische amyotrofie?
Ontsteking
Bij neuralgische amyotrofie raken verschillende zenuwen in een deel van het lichaam ontstoken. Als gevolg van deze ontsteking kunnen de zenuwen niet goed functioneren, waardoor de klachten van neuralgische amyotrofie ontstaan.

Auto-immuunreactie
Bij neuralgische amyotrofie is er sprake van een auto-immuunreactie. Het afweersysteem van het lichaam wat normaal gesproken actief wordt om bacterieen en virussen op te ruimen, blijft nadat het geactiveerd is actief en gaat de zenuwen van het eigen lichaam aanvallen alsof dit een bacterie of virus is die opgeruimd moet worden. Het actief worden van het eigen zenuwstelsel tegen onderdelen van het eigen lichaam wordt een auto-immuunreactie genoemd.

Aanleiding
Vaak is er een aanleiding voor het ontstaan van de klachten van neuralgische amyotrofie. Deze aanleiding is vaak een infectie of een vaccinatie die maakt dat het afweersysteem geactiveerd wordt. Om onbekende reden blijft het afweersysteem actief nadat het niet meer nodig is en gaat dan de zenuwen van het eigen lichaam aanvallen. Ook een operatie, een ongeval, een bevalling kunnen de aanleiding zijn om het immuunsysteem te activeren. Ook een periode met overmatige stress kan de aanleiding zijn voor het ontstaan van neuralgische amyotrofie.

Erfelijke vorm
Bij een klein deel van de kinderen en volwassenen (naar schatting 1%) is er sprake van een verandering in het DNA van het 17e chromosoom in SEPT9-gen. Deze kinderen en volwassenen zijn nog gevoeliger voor het ontwikkelen van een neuralgische amyotrofie dan kinderen en volwassenen die deze verandering in het DNA niet hebben.

Vlechtwerk van zenuwen
In de schouder loopt een vlekwerk van zenuwen. Dit vlechtwerk wordt plexus brachialis genoemd. In het bekken loopt ook zo'n vlechtwerk, dit wordt plexus lumbosacralis genoemd. Bij kinderen en volwassenen is er meestal sprake van een ontsteking van het vlechtwerk in de schouder en veel minder vaak (10%) van een ontsteking van het vlechtwerk in het bekken. In dit vlechtwerk komen zenuwen samen en splitsen zij ook weer.

Werking zenuwen
In het zenuwvlechtwerk lopen veel verschillende zenuwen. Deze zenuwen sturen de spieren van de schouder en van de arm aan of die van het bekken en het been. Wanneer de zenuwen niet meer goed functioneren, raken de spieren verlamd. Ook zullen de spieren geleidelijk aan steeds dunner worden. Vaak doen niet alle zenuwen in het zenuwvlechtwerk mee. De zenuwen geven ook gevoelssignalen van de huid en van andere structuren door aan de hersenen. Ook deze functie zal uitvallen wanneer de zenuwen ontstoken raken. De zenuwen geven of te veel signalen door in de vorm van pijnklachten, tintelingen of prikkelingen. Wanneer de zenuwen te weinig signalen doorgeven ontstaat een verdoofd gevoel.

Spieren
De spieren die het meest vaak verlamd raken als gevolg van een neuralgisch amyotrofie zijn de rugspier: serratus anterior en de schouderblad spier: infraspinatus. Daarna komt uitval van de buiger van de duim (flexor pollicus longus), draaier van de onderarm (m. pronator quadratus), buigers van de vingers (m. flexorum digitorum profundus), strekkers van de vingers (m. extensorum digitorum communis) en de schouderspier (deltoideus) het meest voor.

Wat zijn de symptomen van een neuralgische amyotrofie?
Variatie
Er bestaat een grote variatie in de ernst en de hoeveelheid symptomen die kinderen met een neuralgische amyotrofie krijgen. Sommige kinderen hebben slechts lichte klachten, andere zeer ernstige.

Pijnklachten
De meeste kinderen en volwassenen (95%) met een neuralgische amyotrofie krijgen eerst last van pijnklachten in de schouder, de nek en de (boven) arm of de hand. De pijn is vaak erg hevig en stekend, schietend van karakter. De meeste kinderen en volwassenen geven deze pijn een score van 7 of meer op de pijnscore schaal. De pijn is de hele dag aanwezig en vaak ’s avonds en ’s nachts op zijn ergst. Vaak wordt de arm dicht tegen het lichaam gehouden om de pijnklachten te beperken. Veel kinderen hebben moeite met slapen vanwege de pijnklachten. Meestal houden deze pijnklachten enkele dagen tot weken aan. Daarna verdwijnen ze spontaan. In de periode daarna komen nog wel heftige pijnscheuten voor wanneer een bepaalde beweging wordt gemaakt. Deze klachten verdwijnen vaak ook in de loop van een aantal maanden.
Bij een deel van de kinderen en volwassen zit de pijn niet in de schouder en arm, maar juist in het bekken en in het been.
Na enkele dagen tot vier weken zakt de hevige pijn meestal af en ontstaat vaak een ander soort pijn, meer schietend of trekkend bij bewegen van de arm of de schouder. Deze pijn ontstaat waarschijnlijk door rek van ontstoken zenuwen.Wanneer veel spieren verlamd zijn, kunnen wel ook andere pijnklachten ontstaan. Dit zijn pijnklachten als gevolg van vermoeide spieren of pijnklachten als gevolg van overbelasting van de gewrichten. Deze pijnklachten zitten vaak in de nek en in de schouder, in de oksel of op de rug. Het gaat vaak om een zeurende pijn, een vermoeid gevoel. Deze pijnklachten zijn vaak aan het eind van de dag op zijn ergst.



Krachtsverlies
Enkele dagen tot weken na het ontstaan van de pijnklachten, ontstaat een verlamming van bepaalde spieren. Hierdoor kunnen kinderen hun arm niet meer goed bewegen, vooral bewegingen boven het hoofd zoals haren kammen en wassen zijn moeilijk. Wanneer de spieren van de schouder minder sterk zijn, valt vaak op dat het sleutelblad een eindje van de rug afstaat. Dit wordt een afstaand schouderblad of ook wel een scapula alata genoemd. Vaak is het moeilijk om de arm goed op te tillen. Bij de meeste kinderen zijn met name van de spieren van de bovenarm verzwakt, maar de spieren van de onderarm en de hand kunnen ook verzwakte zijn. Bij een klein deel van de kinderen zijn de spieren van het been aangedaan. Deze kinderen kunnen niet goed op dit been staan en zakken door hun heup of knie heen.
Vaak zijn niet alle spieren van een arm en/of been aangedaan. Maar heeft dit krachtsverlies een zogenaamde vlekkig patroon, bepaalde spieren doen wel mee en andere spieren niet.
Ook kunnen andere spieren verlamd raken zoals de spieren van de stembanden waardoor het praten hees klinkt of de spieren van de buik. Meestal houdt de verlamming van de spieren enkele maanden aan, daarna worden de spieren geleidelijk aan weer sterker.

Dunne spieren
Wanneer de spieren langere tijd niet goed gebruikt worden, zullen de spieren dun worden. Bij jonge kinderen valt dit niet altijd zo goed op, omdat zij een dikker vetlaagje hebben. Oudere kinderen hebben meestal een minder dikke vetlaag waardoor goed te zien is dat de spieren dunner zijn geworden. Het dunner worden van de spieren ontstaat vaak al vrij snel na het ontstaan van de eerste klachten.

Veranderd gevoel
Ook ontstaat vaak een veranderd gevoel in het aangedane arm of been. Soms is er een verdoofd gevoel, ook kunnen er tintelingen of prikkelingen zijn. Het aanraken van de huid kan vervelend zijn. Vaak zitten deze gevoelsveranderingen in de onderarm. Sommige kinderen hebben het gevoel dat hun arm bijvoorbeeld heel dik is, terwijl dit niet het geval is. De gevoelsproblemen zijn vaak mild.

Veranderde doorbloeding van de huid
De zenuwen regelen ook de doorbloeding van de huid. Bij beschadiging van de zenuwen kan de doorbloeding toenemen waardoor de huid rood ziet en de haren en nagels sneller gaan groeien. Ook kan de doorbloeding van de huid afnemen, waardoor de huid bleek ziet en koud aanvoelt. Haren en nagels kunnen dan weinig groeien of juist uitvallen.

Arm uit de kom
Wanneer de spieren van de schouder zwak zijn geworden, kunnen ze de bovenarm niet meer goed in de schouderkom houden. Hierdoor kan de arm gedeeltelijk uit de kom raken. Dit kan weer zorgen voor nieuwe pijnklachten.

Ademhalingsproblemen
Bij een klein deel van de kinderen en volwassenen (10%) raken ook de spieren van het middenrif gedeeltelijk verlamd. Dit komt doordat de phrenicus zenuw die het middenrif aanstuurt ontstoken raakt. Dit kan problemen geven met ademhalen. Met name tijdens plat liggen en voorover bukken komen benauwdheidsklachten voor. Ook hebben deze kinderen en volwassenen vaak last van benauwdheid tijdens de nacht, waardoor zij niet goed kunnen slapen.

Een of twee kanten
Bij een op de drie kinderen en volwassenen komen aan twee kanten van het lichaam problemen voor. Vaak zijn de problemen aan een kant ernstiger en duidelijker aanwezig dan aan de andere kant.

Oor
Bij een heel klein deel van de kinderen doet ook de gehoorszenuw mee. Deze kinderen horen plotseling niet meer goed met een oor. Ook kan een heftige draaiduizeligheid ontstaan.

Gezicht
Ook doet bij een heel klein deel van de kinderen de aangezichtszenuw mee. Bij deze kinderen gaat de mondhoek naar beneden hangen en is het vaak moeilijk om het oog aan de aangedane kant goed te sluiten. Zelden is ook een deel van de tong verlamd.

Typisch uiterlijk
Kinderen met de erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie hebben vaak een typisch uiterlijk. De ogen staan vaak dicht op elkaar. De ogen staan vaak een beetje scheef naar beneden gericht. De beide helften van het gezicht zijn vaak niet even groot Het gezicht is vaak smal. De mond is vaak dun. De tanden staan vaak wat verder uiteen. De huig kan uit twee delen bestaan, ook kan er een gespleten gehemelte bestaan. De oren zijn vaak anders gevormd. Vaak hebben deze kinderen een klein lengte. Er kunnen vingers of tenen aan elkaar gegroeid zijn, net als de botten van de onderarm.
Kinderen met de niet-erfelijke vorm hebben deze uiterlijke kenmerken meestal niet.

Hoe wordt de diagnose neuralgische amyotrofie gesteld?
Verhaal en onderzoek
Aan de hand van het verhaal van een kind of volwassene met eerst pijnklachten en daarna een verlamming en gevoelsproblemen in een arm en/of been kan de diagnose neuralgische amyotrofie worden gesteld. Bij neurologisch onderzoek is vaak een afstaande schouderblad te zien en ook beweegt het schouderblad en de arm niet soepel bij heffen van de armen. Bij een typisch verhaal is het niet nodig om aanvullend onderzoek te doen om de diagnose te stellen. Andere zenuwaandoeningen zoals multifocale motore neuropathie of een aandoening van de voorhoorn kunnen klachten geven die kunnen lijken op neuralgische amyotrofie.

Bloedonderzoek
Standaard bloedonderzoek laat geen afwijkingen zien. Het is zinvol om bloedonderzoek te doen, wanneer er twijfel bestaat of er sprake zou kunnen zijn van een andere diagnose. Wanneer gedacht wordt aan neuroborreliose of neuroHIV als oorzaak van de klachten, kan door middel van bloedonderzoek gekeken worden of er aanwijzingen zijn dat een kind of volwassene deze infectieziekte heeft doorgemaakt.
Bij FSHD kan het CK-gehalte in het bloed verhoogd zijn, bij neuralgische amyotrofie is dit niet het geval. Bij hele jonge kinderen kan een ontsteking van een bot klachten geven die veel lijken op een neuralgische amyotrofie. Bij deze kinderen zijn de ontstekingsparameters (BSE en CRP) in het bloed vaak verhoogd.

EMG
Met behulp van EMG onderzoek kunnen de zenuwen en de spieren van de arm of het been onderzocht worden. Veel mensen vinden een EMG een belastend onderzoek. Het is gelukkig niet nodig om standaard een EMG te doen om de diagnose neuralgisch amyotrofie te stellen. Het EMG is met name nodig wanneer er twijfel bestaat over de diagnose. Ook kan het behulpzaam zijn om te beoordelen of er sprake is van een nieuwe episode met neuralgische amyotrofie.

Zenuwecho
Met behulp van een zenuwecho kunnen plaatselijke verdikking of juist het dunner worden van een zenuw worden vastgesteld bij kinderen en volwassenen met neuralgisch amyotrofie. Ook dit onderzoek wordt alleen gedaan bij twijfel over de diagnose. Bij zeven van de tien mensen met neuralgische amyotrofie laat dit onderzoek afwijkingen zien, een normale zenuwecho sluit de diagnose neuralgisch amyotrofie dus niet uit.

MRI scan
Met behulp van een MRI-scan kan het zenuwvlechtwerk zichtbaar gemaakt worden. Zo kan gekeken worden of een bepaalde structuur op het zenuwvlechtwerk drukt en daardoor er voor zorgt dat de zenuwen niet goed functioneren. Bij kinderen met een neuralgische amyotrofie is dit niet het geval. Op de MRI-scan kunnen ook plaatselijke verdikkingen of dunnere plaatsen in de zenuwen worden gezien. Maar ook voor dit onderzoek geldt, dat een deel van de kinderen en volwassenen dit niet heeft, terwijl er toch sprake is van de diagnose neuralgisch amyotrofie. Een MRI scan wordt dus ook alleen gedaan bij twijfel over andere diagnoses (bijvoorneeld een nekhernia).

Foto van de schouder
Wanneer vermoedt wordt dat de kop van de arm niet meer goed in de schouder zit, wordt vaak een foto van de schouder gemaakt om te kijken of de schouder gedeeltelijk uit de kom is.

Longfunctieonderzoek
Bij kinderen met benauwdheidsklachten wordt vaak een longfunctieonderzoek verricht. Hierbij wordt met name gekeken naar het verschil in longfunctie tussen een liggende en zittende houding. Een te groot verschil in longfunctie (bij volwassenen meer dan 500 mol verschil) wijst op betrokkenheid van de phrenicus zenuw die zorgt voor beweging van het middenrif.

DNA onderzoek
Door middel van DNA onderzoek kan bij een heel klein deel van de kinderen een fout in het SEPT9-gen worden aangetoond. Omdat het weten of deze fout in het DNA wel of niet aanwezig is, niet uitmaakt voor de behandeling, wordt vaak afgezien van dit onderzoek.

Hoe wordt neuralgische amyotrofie behandeld?
Pijnstillers
De pijn bij een neuralgische amyotrofie is vaak heftig en niet gemakkelijk te behandelen met pijnstillers. De pijn reageert vaak niet goed op pijnstillers zoals paracetamol of zogenaamde NSAID’s zoals ibuprofen of diclofenac. Vaak is pijnstilling door middel van morfine-achtige stoffen zoals tramadol of door langwerkend morfine oxycontin nodig in combinatie met een langwerkende NSAID (diclofenac retard). Hiermee kunnen de scherpe kanten van de pijn verminderd worden, de pijn zal niet helemaal kunnen verdwijnen met behulp van deze pijnstillers. Het is belangrijk naast deze medicijnen een maagbeschermer te geven en een middel om verstopping van de darmen te voorkomen.
Zogenaamde neuropatische pijnstillers hebben geen goed effect bij kinderen en volwassenen met neuralgische amyotrofie.



Prednison
Wanneer de klachten korter dan twee weken geleden zijn ontstaan, valt het te overwegen een behandeling te geven door middel van de ontstekingsremmer prednison. Bij de helft van de kinderen en volwassenen verminderen hierdoor de pijnklachten. Er wordt een week lang 1 mg/kg prednison gegeven (volwassenen 60 mg) en in de tweede week wordt dit per dag met 10 mg afgebouwd tot 0 mg. Bij een klein deel van de mensen zorgt het gebruik van de prednison voor sneller herstel van de klachten, maar dit is bij het merendeel helaas niet het geval.

Fysiotherapie
In de eerste periode na het ontstaan van de klachten, kan een fysiotherapeut advies geven over goed bewegen van de schouder en de arm om zo bijkomende problemen zoals het ontstaan van vastzittende gewrichten (contractuur) te voorkomen. Het is erg belangrijk om in de eerste fase geen krachttraining te gaan doen ! Dit kan juist zorgen voor toename van klachten.
Wanneer de pijnklachten verdwenen zijn, kan de fysiotherapeut oefeningen geven om het schouderblad weer te stabiliseren tegen de borstkas aan. Ook worden oefeningen gegeven om de arm zo normaal mogelijk te bewegen, om overbelasting van spiergroepen te voorkomen. Het is van belang de arm wel te blijven bewegen, maar overbelasting van spiergroepen te voorkomen. Het is belangrijk om inspanning en rust af te wisselen. Krachttraining is niet nodig, eerst zullen de spieren hersteld moeten zijn, voordat het zin heeft om met oefeningen de kracht van de spieren te herstellen.

Ergotherapie
Een ergotherapeut kan adviezen geven over een goede zit, sta en lighouding om overbelasting van de spieren van de schouder te voorkomen. Ook kan de ergotherapeut adviezen geven hoe kinderen en volwassenen een goede balans kunnen vinden tussen bewegen en ontspannen.

Contact met andere ouders
Via de Nederlandse vereniging van spierziekten of door het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunnen kinderen en ouders in contact komen met andere kinderen en hun ouders die dezelfde aandoening hebben.

Wat betekent het hebben van een neuralgische amyotrofie voor de toekomst?
Herstel
De pijnklachten verbeteren vaak als eerste, meestal wordt de pijn in de loop van enkele dagen tot weken minder. Het krachtsverlies-en de gevoelsstoornissen verbeteren vaak in de loop van meerdere maanden tot twee jaar. Herstel ontstaat aan de ene kant doordat niet aangedane zenuwvezels verbinding gaan maken met de spieren waardoor de spieren weer aangestuurd kunnen worden. Wanneer meer dan 2/3 van de zenuwvezels zijn aangedaan, dan kan herstel alleen plaats vinden doordat er een nieuwe zenuwuitloper gaat groeien vanuit het zenuwcellichaam in het ruggenmerg. Deze uitgroei gaat met een snelheid van 1-3 mm per week en kost daardoor veel tijd.

Restklachten
Een deel van de kinderen en volwassenen houdt restklachten over na het doormaken van een neurlagisch amyotrofie. De zenuwen kunnen tot een a twee jaar na het ontstaan van de klachten nog vebeteren. Er wordt dus pas gesproken over restklachten wanneer er een tot twee jaar na ontstaan van de eerste klachten nog klachten aanwezig zijn.
Restklachten kunnen bestaan uit verminderde spierkracht in de arm, het snel ontstaan van spierpijn in de schouder en in de arm en snellere vermoeibaarheid van de arm.

Terugkeer van de klachten
Kinderen en volwassenen die een keer een neuralgische amyotrofie hebben gehad, kunnen een tweede keer een neuralgisch amyotrofie krijgen. Soms ontstaat dit al binnen een jaar, maar vaak pas na meerdere jaren. Een tweede episode ontstaat bij een op de vier kinderen en volwassenen. Kinderen en volwassenen met de erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie hebben een grotere kans op het ontstaan van een tweede periode van neuralgische amyotrofie, dit treedt bij drie op de vier volwassenen en kinderen op. Na een tweede periode blijven vaak meer restklachten bestaan dan na een eerste periode.

Levensverwachting
Kinderen en volwassenen met een neuralgische amyotrofie hebben een normale levensverwachting net als die van kinderen en volwassenen zonder neuralgische amyotrofie.

Kinderen krijgen
Er zijn geen aanwijzingen dat het hebben van deze aandoening van invloed is op de vruchtbaarheid. Kinderen van een volwassene die een neuralgisch amyotrofie hebben gehad, hebben een licht verhoogde kans zelf ook een neuralgische amyotrofie te krijgen.

Hebben broertjes en zusjes een verhoogde kans om een neuralgische amyotrofie te krijgen?
Bij het ontstaan van zowel de niet erfelijke als de erfelijke vorm spelen erfelijke factoren een rol bij de kans op het krijgen van een neuralgisch amyotrofie. Daarom hebben broertjes en zusjes een licht verhoogde kans om zelf ook neuralgisch amyotrofie te krijgen. Bij de erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie is deze kans groter dan niet bij de niet erfelijke vorm.


Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Links
www.spierziekten.nl
(Nederlandse vereniging voor mensen met een spierziekte)
Neuralgische amyotrofie polikliniek Radboudumc
(Informatie over de aandoening en over de poliklinieken)
Behandelaren in Nederland met ervaring met neuralgische amyotrofie

Referenties
1. Kotsopoulos I, Faber K, Raaijmakers J, Van Alfen N, Nicolai J, van Kranen-Mastenbroek V.Idiopathic neuralgic amyotrophy in childhood .Neuropediatrics. 2007;38:36-7.
2. Hoque R, Schwendimann RN, Kelley RE, Bien-Willner R, Sivakumar K.Painful brachial plexopathies in SEPT9 mutations: adverse outcome related to comorbid states.J Clin Neuromuscul Dis. 2008;9:379-84.
3. van Alfen N, van Engelen BG.The clinical spectrum of neuralgic amyotrophy in 246 cases.Brain. 2006;129:438-50
4. Neuralgic amyotrophy: An update on diagnosis, pathophysiology, and treatment. Van Eijk JJ, Groothuis JT, Van Alfen N. Muscle Nerve. 2016;53:337-50
5. Ultrasound of peripheral nerves in neuralgic amyotrophy. van Rosmalen M, Lieba-Samal D, Pillen S, van Alfen N. Muscle Nerve. 2019;59:55-59.

 

auteur: JH Schieving

 

Laatst bijgewerkt: 27 juni 2020 voorheen: 26 oktober 2008

 

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.