Wat is dyslexie?
Dyslexie is een leerprobleem op het gebied van lezen, spelling en taal terwijl het kind op andere terreinen een normale ontwikkeling doormaakt en ook voldoende gestimuleerd is in de taalontwikkeling.
Hoe wordt dyslexie ook wel genoemd?
Dyslexie wordt ook wel leesblindheid genoemd. Dit omdat veel kinderen met dyslexie moeilijk in zich op kunnen nemen wat ze gelezen hebben, terwijl ze dingen die ze bijvoorbeeld gehoord hebben goed in zich op kunnen nemen. Ze zijn als het ware “blind” voor wat ze lezen. De term leesblindheid wordt tegenwoordig niet zo vaak meer gebruikt.
Hoe vaak komt dyslexie voor bij kinderen?
Dyslexie komt redelijk vaak voor bij kinderen, geschat wordt dat een op de 10 tot 20 kinderen in Nederland in meer of minder mate last heeft van dyslexie.
Bij wie komt dyslexie voor?
Dyslexie komt zowel bij jongens als bij meisjes voor, bij jongens iets vaker dan bij meisjes. Dyslexie gaat pas een rol spelen wanneer kinderen moeten leren lezen, dus vanaf de leeftijd van zes jaar.
Dyslexie komt vaker voor bij kinderen die ook ADHD hebben. Ook wordt dyslexie vaker gezien bij kinderen die te vroeg geboren zijn of een te laag geboortegewicht hadden voor hun zwangerschapsduur.
Wat zijn de verschijnselen van dyslexie?
Problemen met lezen
Kinderen met dyslexie hebben grote problemen met lezen. Zij leren veel minder vlot lezen dan leeftijdsgenoten. Tijdens het lezen moeten zij alle letters apart lezen en hiervan een bewust een woord maken. Kinderen zonder dyslexie kunnen een woord herkennen zonder alle letters bewust te hoeven lezen. Woorden met veel letters zijn voor kinderen met dyslexie moeilijker dan woorden die bestaan uit weinig letters.
Problemen met taal
Kinderen met dyslexie hebben vaak moeite met het vormen van zinnen met meerdere woorden. Ze zetten de woorden vaak niet in de juiste volgorde. Het vervoegen van werkwoorden is voor hen lastig, net als het gebruik van d’s en t’s. Het maken van een dictee of het schrijven van een stukje tekst is moeilijk.
Vaak hebben kinderen met dyslexie ook moeite met het onder woorden brengen van wat ze denken.
Intelligentie
Kinderen met dyslexie hebben een normale intelligentie. Zij zijn bijvoorbeeld wel goed in rekenen. Wanneer er veel taal nodig is voor het rekenen kan ook het rekenen lastiger worden.
Niet alle kinderen die problemen hebben met taal hebben dyslexie. Er is pas sprake van dyslexie als bij onderzoek van de intelligentie blijkt dat de vaardigheden op gebied van taal duidelijk veel minder goed ontwikkeld zijn dan de vaardigheden op alle andere gebieden.
Emotionele problemen
Voor veel kinderen met dyslexie is het frustrerend dat zij niet zo goed kunnen lezen en schrijven als leeftijdsgenoten. Sommige kinderen met dyslexie worden daardoor heel terug getrokken, angstig om fouten te maken. Andere kinderen worden juist druk en reageren hun frustratie af op de omgeving.
Hoofdpijn
Kinderen met dyslexie moeten vaak veel moeite doen om zich te concentreren om te lezen. Door deze inspanning die ze moeten leveren zijn kinderen gevoeliger voor het ontwikkelen van hoofdpijn.
Waar wordt dyslexie door veroorzaakt?
Niet bekend
De oorzaak van dyslexie is niet goed bekend. Bepaalde delen in de hersenen waar met name de informatie uit taal verwerkt wordt, lijken niet goed te functioneren.
Verschillende gebieden in de hersenen zijn betrokken bij het leren lezen en bij vaardigheden nodig voor de taalontwikkeling. Met name een gebied aan de linkerkant van de hersenen op de overgang van de zogenaamde parietaal-, temporaal en occipitaalkwab blijkt bij kinderen met dyslexie anders te functioneren als bij kinderen zonder dyslexie.
Erfelijke aanleg
Kinderen met dyslexie hebben vaak meerdere familieleden die ook dyslexie hebben. Waarschijnlijk speelt een erfelijke aanleg een rol. Hoe die erfelijke aanleg een rol speelt is niet precies bekend. Er zijn inmiddels wel meerdere plaatsen in het erfelijk materiaal ontdekt waarbij de erfelijke informatie bij kinderen met dyslexie anders is dan bij kinderen zonder dyslexie. Voor de praktijk heeft dit nog geen betekenis.
Hoe wordt de diagnose dyslexie gesteld?
Onderzoek
De diagnose dyslexie kan gesteld worden aan de hand van allerlei testen. Deze testen kunnen uitgevoerd worden door een psycholoog of een orthopedagoog. Tijdens deze testen worden allerlei geleerde vaardigheden onderzocht, zowel qua taal, maar ook qua rekenen, ruimtelijk inzicht of abstract denken.
Een daartoe bevoegd psycholoog of orthopedagoog kan ook een dyslexieverklaring afgeven.
Scans
Het is niet nodig om bij kinderen met dyslexie scans te maken, op scans van de hersenen worden bij kinderen met dyslexie geen afwijkingen gevonden. De hersenen zijn normaal aangelegd. Hoe de hersencellen met elkaar communiceren is niet te zien op een scan, maar wel belangrijk voor het ontstaan van de symptomen van dyslexie.
Hoe wordt dyslexie behandeld?
Strategieën
Kinderen met dyslexie moeten vaak bewust leren hoe ze moeten lezen. Door veel oefenen en door het bewust aan leren van een bepaalde structuur met kleine stapjes hoe ze het lezen moeten aanpakken, kan het lezen makkelijker gemaakt worden.
Remedial teaching
Kinderen met dyslexie hebben extra oefening nodig om het lezen en de taal onder de knie te krijgen. Deze extra oefening kunnen zij op sommige scholen krijgen van een remedial teacher. Ook het krijgen van extra tijd in de klas kan helpen om te compenseren voor het tijdsverlies als gevolg van de dyslexie.
Dyslexieverklaring
Kinderen waarbij de diagnose dyslexie is gesteld kunnen een dyslexieverklaring krijgen. Met deze verklaring kunnen ze op school extra tijd krijgen voor proefwerken en examens. Ook kunnen bepaalde examens mondeling in plaats van schriftelijk worden afgenomen.
Met een dyslexieverklaring kan de school ook extra mogelijkheden krijgen om een kind met dyslexie te begeleiden.
De eisen voor het krijgen van een dyslexieverklaring zijn tegenwoordig streng.
Hulpmiddelen
Kinderen met dyslexie hebben vaak minder problemen met typen dan met schrijven. Door te mogen werken op een computer in plaats van in een schrift kunnen ze tijdswinst behalen die compenseert voor hun tragere werktempo als gevolg van leesproblemen.
Sommige boeken zijn ook in een gesproken versie beschikbaar. Problemen met opschrijven van lessen kunnen soms ondervangen worden door deze lessen op te nemen met een geluidsrecorder.
Het mogen kopiëren van aantekeningen van andere kinderen kan zorgen dat kinderen met dyslexie toch op papier hebben staan wat zij moeten leren.
Ook boeken met grote letters kunnen het lezen vergemakkelijken.
Rustige omgeving
Kinderen met dyslexie hebben al hun aandacht nodig om goed te kunnen lezen. Ze functioneren daarom beter in een rustige omgeving waar ze zo min mogelijk worden afgeleid.
Accepteren
Het is ook belangrijk om te accepteren dat het kind dyslexie heeft en dat het ondanks alle inspanningen waarschijnlijk altijd problemen met taal en lezen zal blijven houden. Het belangrijkste is dat het kind hier dusdanig mee om leert gaan dat het goed kan functioneren in de maatschappij, eventueel met behulp van hulpmiddelen en dat het zelfvertrouwen van het kind niet onder dit probleem leidt.
Wat is de prognose van dyslexie?
Blijvend probleem
Dyslexie is een leerprobleem wat het hele leven zal blijven bestaan. Wel kunnen kinderen met behulp van oefeningen en tips minder last hebben van hun probleem.
Met behulp van een computer en het accepteren van het hebben van dyslexie kunnen kinderen ondanks hun beperking normaal functioneren in de maatschappij.
Hebben broertjes en zusjes ook een vergrote kans op het krijgen van dyslexie?
Erfelijke aanleg
In een familie blijken vaak meerdere mensen met dyslexie voor te komen. Waarschijnlijk speelt een erfelijke aanleg zeker een rol. Daarnaast spelen nog andere factoren mee die bepalen of een kind dyslexie zal krijgen of niet. Broertjes en zusjes hebben een 5 maal vergrote kans om ook dyslexie te hebben.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Links en verwijzingen
Referenties
1. Fawcett AJ, Nicolson RI. Dyslexia, learning, and pedagogical neuroscience. Dev Med Child Neurol. 2007;49:306-11
2. Shastry BS. Developmental dyslexia: an update. J Hum Genet. 2007;52:104-9
Laatst bijgewerkt: 30 juli 2007
Auteur: JH Schieving
Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.