Wat is een Anti-NMDA receptor encefalitis?
Een Anti-NMDA receptor encefalitis is een aandoening waarbij de hersenen ontstoken raken als gevolg van lichaamseigen afweerstoffen die gericht zijn tegen bepaalde delen van de hersenen.
Hoe wordt een Anti-NMDA receptor encefalitis ook wel genoemd?
Een NMDA receptor is de naam van een onderdeel in de hersenen wat aangevallen wordt door afweerstoffen. Afweerstoffen worden ook wel antistoffen genoemd, vandaar het woorddeel anti. De term encefalitis geeft aan dat de hersenen ontstoken zijn.
Juveniele non-herpetische encefalitis
Vroeger werd ook wel gesproken van juveniele non-herpetische encefalitis. De term juveniel geeft aan dat deze ziekte voorkomt op jong volwassen leeftijd of op de kinderleeftijd. De term non-herpetisch geeft aan dat er geen sprake is van een ontsteking van de hersenen als gevolg van het herpes virus, ook wel herpesencefalitis genoemd.
Hoe vaak komt een Anti-NMDA receptor encefalitis voor bij kinderen?
Een Anti-NMDA receptor encefalitis is een zeldzame aandoening. Het is niet goed bekend hoe vaak een Anti-NMDA receptor encefalitis voorkomt bij kinderen. Waarschijnlijk is bij lang niet alle kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis de diagnose gesteld, omdat het zo’n zeldzame ziekte is.
Bij wie komt een Anti-NMDA receptor encefalitis voor?
Een Anti-NMDA receptor encefalitis kan op alle leeftijden voorkomen, het wordt het meest gezien op jong volwassen leeftijd, maar kan ook bij kinderen voorkomen. Een op de drie mensen met een anti-NMDA receptor encefalitis blijkt kind te zijn.
Zowel jongens als meisjes kunnen een Anti-NMDA receptor encefalitis krijgen. Anti-NMDA receptor encefalitis komt vaker voor bij meisjes/vrouwen dan bij jongens/mannen, dit geldt vooral boven de leeftijd van 12 jaar.
Wat is de oorzaak van een Anti-NMDA receptor encefalitis?
Afweerstoffen
Een Anti-NMDA receptor encefalitis wordt veroorzaakt door afweerstoffen die zich tegen het eigen hersenweefsel richten. Deze afweerstoffen vallen de hersenen aan alsof het bacteriën zijn die opgeruimd moeten worden. Hierdoor raken de hersenen ontstoken en kunnen de hersenen niet meer goed functioneren. Aandoeningen waarbij afweerstoffen in plaats van bacteriën het eigen lichaam aanvallen worden auto-immuunaandoeningen genoemd.
De reden waarom deze afweerstoffen de hersenen aanvallen is niet goed bekend.
Eierstoktumor
Een deel van de kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis blijkt een tumor in een eierstok te hebben. Vaak gaat het om een tumor die ovariumteratoom wordt genoemd. Bij 50% van de mensen met een anti-NMDA receptorencefalitis tussen de leeftijd van 12 en 35 jaar wordt een ovariumteratoom gevonden. Bij jonge kinderen worden vrijwel nooit ovariumteratomen gevonden. Bij ouderen wordt vaker een carcinoom gevonden in plaats van een teratoom.
Het lichaam gaat zelf afweerstoffen maken om te proberen deze eierstoktumor op te ruimen. Deze afweerstoffen blijken ook te passen op de anti-NMDA receptor in de hersenen. Daarom worden bepaalde delen van de hersenen waar deze anti-NMDA receptor veel voorkomt ook aangevallen en ontstaat daar een ontsteking.
Neuroblastoom
Een aantal kinderen met een anti-NMDA receptorencefalitis blijkt een ander type tumor te hebben, namelijk een neuroblastoom.
Infectie
Een anti-NMDA receptor encefalitis kan ook ontstaan nadat een kind een infectie heeft doorgemaakt. Het lichaam maakt dan afweerstoffen tegen deze infectie. De afweerstoffen blijken dan ook te passen op de Anti-NMDA receptor.
Infecties die kunnen zorgen voor een anti-NMDA receptor encefalitis zijn bijvoorbeeld een infectie met mycoplasma. Ook kan een anti-NMDA receptorencefalitis voorkomen na het doormaken van een herpesencefalitis.
NMDA receptor
Hersencellen communiceren met elkaar door middel van boodschapperstofjes. Zo’n boodschapperstofje maakt een receptor actief, waardoor de boodschap wordt doorgegeven. Het boodschapperstofje past als een soort sleutel in het slot van de receptor.
Glutamaat is een belangrijk boodschapperstofje in de hersenen. Glutamaat geeft zijn boodschap door aam de NMDA receptor.
Het lichaam maakt afweerstoffen die gericht zijn tegen een bepaald deel van de NMDA receptor. Dit deel wordt het NR-1/NR-2 deel van de receptor genoemd.
Limbische encefalitis
De anti-NMDA receptor komt veel voor in bepaalde delen van de hersenen die een belangrijke rol hebben bij gedrag en geheugen en beweging. Deze gebieden worden het limbische systeem van de hersenen genoemd. Wanneer deze gebieden in de hersenen ontstoken raken wordt dit een limbische encefalitis genoemd.
Een anti-NMDA receptor encefalitis is een van de mogelijke oorzaken van een limbische encefalitis.
Wat zijn de symptomen van een Anti-NMDA receptor encefalitis?
Grote variatie
Er bestaat een grote variatie in de hoeveelheid, het type en de ernst van de symptomen tussen verschillende kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis. Lang niet alle kinderen hebben alle symptomen. Gedragsveranderingen zijn vaak het eerste symptoom, daarna volgen epileptische aanvallen en sufheid.
Verwardheid
Kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis zijn vaak verward. Ze weten niet goed waar ze zijn en waarom ze daar zijn. Vaak herkennen ze mensen in hun omgeving niet. Hierdoor kunnen kinderen erg angstig zijn. Ook zijn kinderen vaak geprikkeld en huilen ze gemakkelijk, hierbij zijn ze vaak niet goed te troosten. Soms worden kinderen ook agressief.
Sommige kinderen zien beelden die er niet zijn of horen geluiden die er niet te horen zijn. Dit worden hallucinaties genoemd.
Geheugenproblemen
In het begin van de ziekte hebben kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis vaak geheugen problemen. Ze nemen nieuwe informatie vaak niet meer op en kunnen deze nieuwe informatie niet meer onthouden. Kinderen weten dan ook niet meer wat ze vijf minuten geleden verteld is of wat ze ’s ochtends gegeten hebben.
Slaperigheid
Kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis zijn vaak sloom en slaperig. Ze zijn moeilijk wakker te krijgen. Sommige kinderen zijn zo suf dat ze niet meer wakker te krijgen zijn. Deze kinderen kunnen in coma raken.
Bewegingsonrust
Kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis hebben vaak last van onbedoelde doelloze bewegingen. Vaak zitten deze bewegingen in het gezicht. Kinderen knijpen bijvoorbeeld hun ogen dicht of tuiten hun lippen voortdurend. Aan de handen kunnen kleine schokkerige draaiende bewegingen worden gezien. Dit wordt chorea genoemd. Ook maken kinderen vaak schoppende bewegingen met de benen.
Hoofdpijn
Twee van de vijf kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis kunnen last hebben van hoofdpijn. Vaak zit de hoofdpijn in het gehele hoofd.
Epilepsie
Kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis kunnen last krijgen van epilepsie aanvallen. Het kan daarbij gaan om verschillende soorten epilepsie aanvallen. Vaak gaat het om aanvallen met schokken van beide armen en beide benen. Bij de helft van de kinderen houden de epilepsie aanvallen zo lang aan dat er gesproken wordt van een status epilepticus.
Stijfheid
Wanneer de klachten van een anti-NMDA receptorencefalitis verder toenemen, worden kinderen vaak stijf in hun armen en benen. Ze houden de armen en benen strak en stijf, het is moeilijk om de armen en benen te buigen. De armen of benen kunnen ook in een vreemde stand gaan staan. Soms buigen kinderen hun hoofd ver achterover. Deze afwijkende stand wordt dystonie genoemd.
Ogen
De ogen van kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis kunnen in een vreemde stand staan. Soms staan de ogen strak op een punt gericht, vaak staan de ogen omhoog gedraaid.
Problemen met ademhalen
Een deel van de kinderen krijgt problemen met ademhalen. Ze halen te weinig adem om er voor te zorgen dat het lichaam voldoende zuurstof binnen krijgt.
Ontregeling van lichaamsfuncties
Een deel van de kinderen met een ernstige vorm van Anti-NMDA receptor encefalitis krijgt een ernstige ontregeling van allerlei lichaamsfuncties zoals de bloeddruk, de hartslag, de ademhaling en de lichaamstemperatuur. Ook kunnen de darmen veel te traag werken waardoor verstopping of soms zelfs een afsluiting van de darm (ileus) kan ontstaan.
Praten
Kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis praten vaak onduidelijk, ze zijn niet goed te verstaan. Sommige kinderen praten ook wartaal. Vaak begrijpen kinderen ook niet meer goed wat er van ze gevraagd wordt. Een groot deel van de kinderen spreekt uiteindelijk helemaal niet meer. Dit wordt mutisme genoemd.
Slikken
Sommige kinderen krijgen problemen met slikken. Het slikken gaat moeizaam en kinderen verslikken zich gemakkelijk. Omdat deze kinderen vergeten speeksel door te slikken, kwijlen ze ook vaak.
Myoclonieën
Kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis kunnen ook last hebben van schokjes in het lichaam. Deze schokjes kunnen eenmaal of meerdere malen achtereen voorkomen. Deze schokjes worden myoclonieën genoemd. Deze myoclonieën zijn niet het gevolg van epilepsie in de hersenen.
Problemen met slapen
Veel kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis slapen het liefst de hele dag door. Anderen zijn zo onrustig dat zij nauwelijks slapen op een dag.
Hoe wordt de diagnose Anti-NMDA receptor encefalitis gesteld?
Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal van de omstanders en de bevindingen bij onderzoek kan er vermoed worden dat de hersenen niet goed functioneren. Wat de oorzaak van het niet goed functioneren van de hersenen is, is meestal zonder ander onderzoek niet goed duidelijke te krijgen. Omdat een Anti-NMDA receptor encefalitis een zeldzame aandoening is, zal hier meestal niet snel aan gedacht worden.
Bloedonderzoek
Bij kinderen waarbij de hersenen niet goede functioneren zal vaak bloedonderzoek gedaan worden. Bloedonderzoek bij kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis laat meestal geen afwijkingen zien.
Er moet heel gericht bloedonderzoek worden gedaan om de afweerstoffen tegen de Anti-NMDA–receptor aan te tonen. Bij een deel van de kinderen kunnen deze afweerstoffen ook niet in bloed worden aangetoond en is er onderzoek van het hersenvocht nodig.
Ruggenprik
Bij kinderen waarbij de hersenen niet goed functioneren wordt vaak een ruggenprik gedaan. Met behulp van deze ruggenprik kan vocht worden verkregen wat rondom de hersenen en het ruggenmerg stroomt. Aan de hand van dit vocht kan bekeken worden hoe het met de hersenen en het ruggenmerg gaat. In dit vocht is het eiwit gehalte vaak verhoogd. Vaak (75-80%) is er een licht verhoogd aantal ontstekingscellen, dit in tegenstelling tot bij een hersenontsteking door een virus of bacterie die een beeld kunnen geven wat veel lijkt op een Anti-NMDA receptor encefalitis.
Vaak zijn er zogenaamde oligoclonale bandjes en is de IgG index verhoogd. De IgG anit-GluN1-antilichamen kunnen verhoogd zijn.
Ook worden vaak speciale afweerstoffen gezien die oligoclonale bandjes worden genoemd.
Ook kunnen de afweerstoffen tegen de anti-NMDA receptor in het hersenvocht worden aangetoond.
Een virale ontsteking van de hersenen kan klachten geven die veel lijken op een anti-NMDA receptor encefalitis. Zo’n virale ontsteking komt veel vaker voor. In het hersenvocht wordt dan ook gekeken of er resten van virus aantoonbaar zijn. Bij kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis is dat niet het geval. Het is vooral belangrijk om een zogenaamde herpesencefalitis uit te sluiten, omdat voor deze vorm van encefalitis een behandeling bestaat met medicijnen.
MRI-scan
Vaak krijgen alle kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis een MRI-scan. Op de MRI-scan worden bij twee op de drie mensen met een anti-NMDA receptor encefalitis geen afwijkingen gezien. Bij een op de drie mensen is te zien dat er sprake is van een ontsteking in de slaapkwabben (temporaal kwab). Dit kan bij andere aandoeningen worden gezien (zoals een virale hersenontsteking of een Hasminoto encefalopathie). Soms kleuren de hersenvliezen (vooral de dura) aan, wanneer er contrastvloeistof wordt gegeven. De hersenvliezen kunnen ook verdikt zijn.
EEG
Bij kinderen met veranderd gedrag en/of epilepsie aanvallen wordt vaak een hersenfilmpje(EEG) gemaakt. Bij kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis worden vaak afwijkingen gevonden op het EEG. Vaak is te zien dat de hersenen te traag werken, vooral aan de voorzijde van de hersenen. Ook kunnen epileptiforme afwijkingen worden gezien.
De afwijkingen op het EEG zijn niet specifiek voor een Anti-NMDA receptor encefalitis, ze kunnen ook bij andere aandoeningen worden gezien waarbij de gehele hersenen niet goed functioneren. Bij ernstige aangedane patienten kan een zogenaamd extreme delta-brush patroon op het EEG worden gezien.
Stofwisselingsonderzoek
Bij kinderen met een beeld van ontsteking van de hersenen zal ook vaan stofwisselingsonderzoek worden verricht op bloed en urine. Bepaalde stofwisselingsziekten kunnen namelijk een beeld geven wat veel lijkt op een anti-NMDA receptor encefalitis.
Bij kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis worden geen afwijkingen gevonden bij stofwisselingsonderzoek.
ECHO/scan van de buik
Wanneer vastgesteld is dat er sprake is van een anti-NMDA receptor encefalitis zal er gekeken worden of er sprake is van een tumor in de eierstok die bij een deel van de kinderen met deze aandoening voorkomt.
Bij kinderen waarbij geen eierstoktumor wordt gezien, maar die niet opknappen door de behandeling, is het verstandig om de ECHO van de buik een aantal weken later nogmaals te herhalen. Soms is dan ineens wel een afwijking te zien in de eierstok.
Urineonderzoek
Door middel van onderzoek van urine kan er gekeken worden of er sprake zou kunnen zijn van een neuroblastoom als oorzaak van de anti-NMDA receptor encefalitis.
MIBG-scan
Met een speciaal soort scan, MIBG-scan genoemd, kan er worden gekeken of er sprake is van een neuroblastoom ergens in het lichaam als oorzaak van de anti-NMDA receptor encefalitis.
Hoe wordt een Anti-NMDA receptor encefalitis behandeld?
Prednison
Een Anti-NMDA receptor encefalitis wordt behandeld met het medicijn prednison. Dit medicijn kan zowel in tabletvorm als via een infuus worden gegeven. Kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis worden behandeld met een hoge doseringen prednison. Prednison geeft meestal binnen een tot tien dagen effect. Het is belangrijk om zo snel mogelijk na het stellen van de diagnose te starten met prednison behandeling.
Wanneer de prednison goed effect heeft, kan de prednison geleidelijk aan worden afgebouwd. Sommige kinderen houden langere tijd een onderhoudsdosering prednison nodig om te voorkomen dat de klachten van de Anti-NMDA receptor encefalitis weer terug komt.
Rituximab
Wanneer prednison onvoldoende effect heeft binnen 10 tot 14 dagen wordt tegenwoordig vaak in tweede instantie gekozen voor het medicijn rituximab. Dit is een nieuw medicijn wat selectief de afweercellen dood die antistoffen aanmaken. Hierdoor kan het lichaam de komende maanden geen antistoffen meer aanmaken, waardoor het ziekteproces stopt. Het blijkt een effectief middel tegen anti-NMDA receptor encefalitis te zijn, maar heeft ook als nadeel dat het lichaam de komende maanden niet over antistoffen beschikt die kunnen helpen bij de afweer tegen infecties.
Immuunglobulines
Immuunglobulines zijn afweerstoffen. Afweerstoffen van andere mensen blijken de lichaamseigen afweerstoffen die de hersenen aanvallen een halt toe te kunnen roepen. Deze immuunglobulines worden via een infuus toegediend. Voor deze behandeling wordt vaak gekozen wanneer er onvoldoende effect is van prednison.
Plasmaferese
Een ander alternatief wanneer een behandeling met prednison onvoldoende effect heeft is plasmaferese. Plasmaferese is een behandeling waarmee lichaamseigen afweerstoffen uit het lichaam worden verwijderd. Dit gebeurd door middel van slangetjes waarmee het bloed door een machine wordt geleid waar de antistoffen eruit gehaald worden, waarna het bloed weer in het lichaam terug wordt geleid.
Cyclofosfamide
Wanneer bovenstaande behandelingen onvoldoende effect hebben, kan een behandeling met cyclofosfamide worden overwogen.
Tumor verwijderen
Wanneer er sprake is van een tumor in de eierstokken dan is het voor het herstel belangrijk om de tumor in de eierstok te verwijderen. Dit zorgt ook voor verbetering van de klachten binnen een aantal dagen, soms pas na enkele weken.
Ook wanneer een neuroblastoom de oorzaak is van een anti-NMDA receptor encefalitis is vaak een operatie nodig om de tumor te verwijderen. Soms is aanvullend een behandeling met chemotherapie nodig.
Medicijnen tegen epilepsie
Wanneer kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis last hebben van epilepsie aanvallen, zullen ze behandeld worden met medicijnen die deze aanvallen kunnen voorkomen. Verschillende soorten medicijnen kunnen hiervoor gebruikt worden. Een veel gebruikt medicijn is oxcarbazepine. Dit wordt vaak beter verdragen dan levetiracetam.
Medicijnen tegen verwardheid
Sommige kinderen met een Anti-NMDA receptor encefalitis zijn zo verward dat zijn medicijnen nodig hebben om minder verward te zijn. Medicijnen die hier voor gebruikt kunnen worden zijn risperidon of lorazepam. Het is belangrijk voorzichtig te zijn met het medicijn haloperidol omdat dit medicijn kan zorgen voor veel bewegingsonrust of het ontstaan van een maligne neuroleptica syndroom.
Beademing
Sommige kinderen met een anti-NMDA receptor encefalitis halen tijdelijk te weinig adem om alle organen in het lichaam te voorzien van zuurstof. Soms moet de ademhaling tijdelijk overgenomen worden door een beademingsapparaat.
Intensive care
Wanneer de bloeddruk, de ademhaling, de temperatuur en de hartslag ontregeld zijn, is het vaak nodig om kinderen op een intensive care afdeling nauwlettend in de gaten te houden. Er kunnen medicijnen nodig zijn om te zorgen dat de lichaamsfuncties niet te veel ontregelen.
Fysiotherapie
Een kinderfysiotherapeut kan tijdens de acute fase van de ziekte zorgen dat de gewrichten van de armen en benen zo soepel mogelijk blijven. Wanneer kinderen weer herstellen kan een fysiotherapeut helpen om kinderen weer op de been te krijgen.
Revalidatie
Sommige kinderen gaan tijdens de herstelfase naar een revalidatiecentrum waar ze allerlei vormen van therapie kunnen krijgen om te herstellen van de anti-NMDA receptor encefalitis.
De revalidatiearts coördineert de verschillende behandelingen.
Begeleiding
Begeleiding van kinderen en hun ouders is heel belangrijk. Een maatschappelijk werkende of een psycholoog kunnen begeleiding geven bij het verwerken van het hebben van een ziekte.
Contact met andere ouders
Door middel van een oproepje op het forum van deze site kunt u in contact proberen te komen met andere ouders die een kind hebben met een Anti-NMDA receptor encefalitis of een andere vorm van encefalitis.
Wat betekent een Anti-NMDA receptor encefalitis voor de toekomst?
Genezing
Bij drie op de vier kinderen lukt het om de ziekte helemaal onder controle te krijgen. De symptomen keren daarna niet meer terug. Het herstel kost vaak enkele weken tot maanden.
Het is belangrijk om snel na het ontstaan van de ziekte te starten met de behandeling met prednison. Het herstel verloopt dan sneller en beter.
Restverschijnselen
Als gevolg van de ontsteking van de hersenen kunnen de hersenen beschadigd raken waardoor bepaalde klachten blijvend kunnen zijn. Bij een groot deel van de kinderen zijn de restklachten mild en kunnen kinderen hiermee een normaal leven leiden. Bij een op de vier kinderen zijn de restklachten ernstig en zorgen zij voor een blijvende beperking.
Restklachten die een tot twee jaar na het doormaken van een anti-NMDA receptor encefalitis zijn vaak blijvend. De meest voorkomende restklachten zijn geheugenproblemen: het opnemen en onthouden van nieuwe informatie, gedragsveranderingen en vermoeidheid.
Terugkeer van de klachten
Nadat de symptomen van de Anti-NMDA receptor encefalitis verminderd zijn door behandeling, bestaat er altijd een kans dat de symptomen weer terug komen. Bij een deel van de kinderen, ongeveer een op de tien kinderen, komt er na maanden of binnen enkele jaren een terugkeer van de ziekte. Deze tweede ziekte periode verloopt vaak wel minder heftig dan de eerste ziekteperiode.
De kans op terugkeer van de ziekte is groter bij kinderen waarbij er geen sprake is van een tumor. Bij een terugkeer van de ziekteis het verstandig om nogmaals te onderzoeken of er sprake is van een tumor, omdat een kleine tumor die eerst niet zichtbaar was, inmiddels wel zichtbaar kan zijn geworden. Weghalen van de tumor kan ervoor zorgen dat er geen nieuwe terugkeer van de ziekte zal komen.
Overlijden
Het is belangrijk een anti-NMDA receptor encefalitis tijdige te herkennen en te behandelen met prednison. Anders kunnen kinderen overlijden als gevolg van deze aandoening.
Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om een Anti-NMDA receptor encefalitis te krijgen?
Auto-immuunziekten komen in bepaalde families vaker voor dan in andere families. Er wordt gedacht dat er een erfelijke aanleg bestaat om een auto-immuunziekte te krijgen. Daarnaast spelen nog andere factoren een rol bij het al dan niet krijgen van een auto-immuunziekte.
Broertjes en zusjes hebben een heel licht verhoogde kans om zelf ook een Anti-NMDA receptor encefalitis te krijgen.
Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.
Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.
Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.
Links
www.hersenstichting.nl
(stichting die bekendheid geeft aan verschillende hersenaandoeningen)
Referenties
1. Anti-NMDA receptor encephalitis with atypical brain changes on MRI. Chan SH, Wong VC, Fung CW, Dale RC, Vincent A. Pediatr Neurol. 2010;43:274-8.
2. Severe childhood encephalopathy with dyskinesia and prolonged cognitive disturbances: evidence for anti-N-methyl-D-aspartate receptor encephalitis. Poloni C, Korff CM, Ricotti V, King MD, Perez ER et al. Dev Med Child Neurol. 2010;52:e78-82
3. Anti-N-methyl-D-aspartate receptor encephalitis: early treatment is beneficial. Breese EH, Dalmau J, Lennon VA, Apiwattanakul M, Sokol DK. Pediatr Neurol. 2010;42:213-4
4. Treatment and prognostic factors for long-term outcome in patients with anti-NMDA receptor encephalitis: an observational cohort study. Titulaer MJ, McCracken L, Gabilondo I, Armangué T, Glaser C, Iizuka T, Honig LS, Benseler SM, Kawachi I, Martinez-Hernandez E, Aguilar E, Gresa-Arribas N, Ryan-Florance N, Torrents A, Saiz A, Rosenfeld MR, Balice-Gordon R, Graus F, Dalmau J. Lancet Neurol. 2013;12:157-65
5. Anti-N-methyl-D-aspartate receptor-mediated encephalitis in infants and toddlers: case report and review of the literature. Goldberg EM, Titulaer M, de Blank PM, Sievert A, Ryan N. Pediatr Neurol. 2014;50:181-4
6. Neuroleptic intolerance in patients with anti-NMDAR encephalitis. Lejuste F, Thomas L, Picard G, Desestret V, Ducray F, Rogemond V, Psimaras D, Antoine JC, Delattre JY, Groc L, Leboyer M, Honnorat J. Neurol Neuroimmunol Neuroinflamm. 2016;3:e28
7. Evaluation of seizure treatment in anti-LGI1, anti-NMDAR, and anti-GABABR encephalitis. de Bruijn MAAM, van Sonderen A, van Coevorden-Hameete MH, Bastiaansen AEM, Schreurs MWJ, Rouhl RPW, van Donselaar CA, Majoie MHJM, Neuteboom RF, Sillevis Smitt PAE, Thijs RD, Titulaer MJ. Neurology. 2019;92:e2185-e2196
Laatst bijgewerkt: 16 oktober 2022 voorheen: 11 juni 2019, 18 november 2018 en: 2 mei 2016, voorheen 5 oktober 2010
Auteur: J.H. Schieving
Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.