A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Hyperekplexia

 

Wat is hyperekplexia?
Hyperekplexia is een aandoening waarbij de spieren van kinderen verstijven wanneer zij schrikken van een gering geluid of lichte aanraking.

Hoe wordt hyperekplexia ook wel genoemd?
Het woorddeel hyper betekent te veel. Explexia betekent verrassing. Deze woorden verwijzen naar de hevige schrikreactie die mensen met deze aandoening laten zien. Hyperekplexia wordt ook wel afgekort met de letters HPX.

Starttle disease
Hyperekplexia wordt ook wel starttle disease genoemd. Starttle is de Engelse term voor schrikken.

Stiff baby syndroom
Hyperekplexia kan ook stiff baby syndroom genoemd, omdat baby’s met deze aandoening erg stijf (stiff is de Engelse term voor stijf) aanvoelen. Een andere term is hereditary stiff man syndroom. Hereditary betekent erfelijk en aangeboren, en stiff man stijf mens.

Major en minor vorm
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een major vorm en een minor vorm. Bij de majorvorm is er sprake van het ontstaan van een algehele verstijving van alle spieren van het lichaam bij jonge kinderen onder de twee jaar wanneer zij schrikken. Bij de minor vorm is hier geen sprake van. Bij beide vormen hebben kinderen en volwassenen een hevige schrikreactie bij een onverwachte aanraking of geluid.

Hoe vaak komt hyperekplexia voor bij kinderen?
Hyperekplexia is een zeldzame aandoening. Het is niet goed bekend hoe vaak hyperekplexia voor komt bij kinderen.Geschat wordt dat deze aandoening bij minder dan één op de 100.000 kinderen voorkomt.

Bij wie komt hyperekplexia voor?
Hyperekplexia geeft al klachten direct na de geboorte. Sommige moeders kunnen ook navertellen dat de baby in de buik ook al anders bewogen heeft en heftig reageerde op geluiden.
Er bestaat een vorm van hyperekplexia de zogenaamde minor vorm van hyperekplexia die pas op latere leeftijd voor het eerst klachten geeft. Bij deze vorm komt alleen de abnormale schrikreactie voor en is er geen sprake van algehele spierstijfheid op babyleeftijd.
Hyperekplexia kan zowel bij jongens als meisjes optreden.

Waar wordt hyperekplexia door veroorzaakt?
Fout in erfelijk materiaal
Hyperekplexia wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal, het DNA. Bij drie op de tien kinderen met hyperekplexia blijkt er een fout te bestaan op het 5e chromosoom. De plaats op het 5e chromosoom waar de fout zit wordt het GLRA1-gen genoemd.
Bij sommige kinderen blijkt een fout op één van de twee 5e chromosomen die het kind heeft voldoende te zijn om klachten te geven. Andere kinderen krijgen pas klachten wanneer beide chromosomen 5 een fout bevatten.
Er worden steeds meer foutjes in het DNA ontdekt die allemaal het ziektebeeld hyperekplexia kunnen veroorzaken. Deze foutjes worden gevonden in het GLRB-gen op chromsoom 4, het SLCA6A5-gen op chromosoom 11 of het ATAD1-gen op chromosoom 10. Ook kan een verandering in het ARHGEF9-gen een beeld wat veel lijkt op hyperekplexia veroorzaken.

Autosomaal dominant of autosomaal recessief
Bij een deel van de kinderen is er sprake van een zogenaamde autosomaal dominant fout. Dit houdt in dat een fout op een van de twee chromosomen die een kind heeft al voldoende is om de aandoening te krijgen. Bij een ander deel van de kinderen is er sprake van een autosomaal recessieve fout waarbij kinderen pas klachten krijgen wanneer beide chromosomen een fout bevatten. In het algemeen hebben kinderen met een autosomaal recessieve fout meer klachten dan kinderen met een autosomaal dominante fout.
De fout in het SLC6A5-gen is meestal een autosomaal recessieve fout, de andere twee genen kunnen zowel een autosomaal dominante als autosomaal recessieve fout zijn.

Glycinereceptor
Bij de kinderen met hyperekplexia met een fout op het 5e chromosoom blijkt als gevolg van die fout een bepaald stofje in de hersenen, een glycinereceptor genoemd, niet goed aangemaakt te worden. Deze glycinereceptor speelt normaal een belangrijke rol in het afremmen van automatische reacties (reflexen) van het lichaam. Bij kinderen met de fout in het SLC6A5-gen blijkt de GLYT-receptor niet goed aangemaakt waardoor glycine niet goed heropgenomen kan worden in zenuwcellen.



Wegvallen remming in de hersenstam
De glycine receptor en de GLYT-receptor komen vooral in de hersenstam heel veel voor. Bij kinderen met hyperekplexia valt door een verminderde werking van glycine de remming op het reflexmatig reageren op prikkels weg, waardoor kinderen op elke prikkel reageren. Daarom vertonen ze al een schrikreactie op een lichte aanraking of een zachte geluid. Bij kinderen zonder hyperekplexia wordt een schrikreactie op zo’n geringe prikkel onderdrukt. Deze kinderen vertonen pas een schrikreactie bij een heftiger prikkel.

Hyperekplexia als gevolg van een andere ziekte
Hyperekplexia is bij een klein deel van de kinderen niet het gevolg van een fout in het erfelijk materiaal, maar een symptoom van een andere ziekte. Het gaat om ziektes waarbij de hersenstam niet goed functioneert. Hyperekplexia wordt ook gezien bij kinderen met het stiff man syndroom. Ook de infectieziekte tetanus of een vergiftiging met het bestrijdingsmiddel strychnine kunnen hyperekplexia veroorzaken.

Wat zijn de symptomen van hyperekplexia?
Variatie
Sommige kinderen hebben veel last van hyperekplexia, andere kinderen hebben maar weinig symptomen. Een deel van de kinderen met de zogenaamde minor van hyperekplexia heeft geen last van de spierstijfheid die hier onder beschreven is.

Verstijven bij schrik
Bij kinderen met major vorm van hyperekplexia verstijven alle spieren wanneer de kinderen schrikken van bijvoorbeeld een plotseling geluid of een plotselinge aanraking. Deze plotselinge verstijving kan enkele minuten aanhouden. Door de verstijving van de spieren, kunnen kinderen niet meer normaal bewegen. Kinderen die staan of lopen kunnen als gevolg van deze verstijving omvallen. Kinderen blijven tijdens deze plotselinge verstijving gewoon bij bewustzijn, zij maken alles bewust mee.

Schokkende beweging
Tijdens de verstijving als gevolg van het schrikken, worden vaak schokjes in de armen en benen gezien. Soms gaan de armen of benen ook trillen. Kinderen die staan of zitten kunnen omvallen als gevolg van deze schokkende beweging bij schrik.

Schrik
Kinderen met hyperekplexia schrikken al van een zacht geluid of lichte aanraking. Kinderen zonder hyperekplexia zouden hier nog niet van schrikken.
Tijdens periodes met koorts, emoties of stress vertonen kinderen nog gemakkelijker een schrikreactie.

Ademhalingsproblemen
Baby’s met hyperekplexia kunnen tijdens een plotselinge verstijving problemen krijgen met ademen halen. Door de verstijving van de spieren in de keel, kunnen zij stoppen met ademhalen en blauw aanlopen. Dit wordt een apneu genoemd. Dit probleem komt vaker voor wanneer er sprake is van een autosomaal recessieve fout en minder vaak bij een autosomaal dominante fout als oorzaak van de hyperekplexia. Deze ademhalingsproblemen kunnen zeer ernstig zijn, zodat kinderen er zuurstoftekort door kunnen oplopen. Als gevolg van dit zuurstoftekort kan hersenbeschadiging ontstaan.
Bij oudere kinderen komen deze ademhalingsproblemen eigenlijk niet voor.

Slaap
De stijfheid en de schokkende beweging na schrikken zijn vaak niet aanwezig of minder heftig aanwezig tijdens slapen. Wel kunnen spontane spierschokken zonder duidelijke aanleiding gezien worden tijdens de slaap.

Algehele stijfheid
Baby’s met starttle disease voelen ook tussen de aanvallen door stijf aan in hun spieren. Ze bewegen nauwelijks en hun bewegingen verlopen stijf. De stijfheid neemt toe tijdens de verzorging en vermindert tijdens rust en slaap.
Deze stijfheid verdwijnt in de loop van maanden tot jaren na de geboorte.

Motorische ontwikkeling
Kinderen met hyperekplexia gaan vaak pas later omrollen, zitten, staan en lopen dan andere leeftijdsgenoten. Wanneer zij lopen gaat dit vaak houterig met stijve benen en onzeker. Met het ouder worden neemt de algehele spierstijfheid af, waardoor de ontwikkeling vlotter zal gaan verlopen.

Angst om te vallen
Veel kinderen en volwassenen zijn bang om te vallen als gevolg van een schokkende beweging bij plotselinge schrik.

Navel- en liesbreuk
Bij kinderen met hyperekplexia komen vaker navel- en liesbreuken voor. Dit komt waarschijnlijk als gevolg van de veelvuldig verhoogde spierspanning.

Heup uit de kom
Als gevolg van de toegenomen spierspanning hebben baby’s met hyperekplexia een grotere kans dat de heupkop zich niet goed in de heupkom bevindt, waardoor de heupkom zich niet goed ontwikkelt.

Epilepsie
Een deel van de kinderen heeft naast hyperekplexia ook last van epilepsie aanvallen. Dit komt vaker voor bij kinderen met een fout in het ADAT1-gen.

Hoe wordt de diagnose hyperekplexia gesteld?
Verhaal en onderzoek
Op grond van het verhaal en de bevindingen bij onderzoek kan de diagnose hyperekplexia worden vermoed. Omdat hyperekplexia een zeldzame aandoening is, zal er vaak in eerste instantie gedacht worden dat er sprake is van epilepsie en spierstijfheid als gevolg van hersenbeschadiging. Hier is echter bij hyperekplexia geen sprake van.
Kenmerkend voor hyperekplexia is dat kinderen door een tikje op de neusbrug of op de kin een plotselinge beweging maken waarbij het hoofd en de romp naar achteren buigen. Oudere kinderen gaan door dit tikje op de neusbrug houterig lopen en zetten hun voeten verder uit elkaar om niet om te vallen.

EEG
Omdat er bij het zien van hyperekplexia vaak sprake is van epilepsie, wordt er vaak een hersenfilmpje (EEG) gemaakt. Op dit hersenfilmpje zijn geen epileptiforme afwijkingen te zien.

ECHO van het hoofd
Vanwege de stijfheid van de spieren bij hyperekplexia wordt vaak gedacht aan hersenbeschadiging. Daarom wordt vaak een ECHO van het hoofd gemaakt. Op deze ECHO zijn bij hyperekplexia in principe geen afwijkingen te zien. Ook op scans van het hoofd worden geen afwijkingen gezien.

EMG
Wanneer nog getwijfel wordt aan de diagnose hyperekplexia wordt soms een zenuwspieronderzoek (EMG) verricht. Met dit onderzoek kan continue activiteit in de spieren worden aangetoond, wat past bij de diagnose hyperekplexia.

Genetisch onderzoek
Met behulp van bloedonderzoek kan bij drie op de tien kinderen met hyperekplexia de fout in het erfelijk materiaal worden aangetoond van het GLRA1- GLRB-, SLCA6A5- of ADAT1-gen.

Hoe wordt hyperekplexia behandeld?
Geen genezing
Er bestaat geen behandeling die hyperekplexia kan genezen. In de loop van weken tot maanden na de geboorte zal de spierstijfheid van zelf verbeteren. De tussentijd zal zo goed mogelijk overbrugd moeten worden, waarbij ernstige ademhalingsproblemen leidend tot zuurstoftekort zo veel mogelijk voorkomen moeten worden.

Rug krom buigen
Door het krom buigen van de rug wanneer kinderen helemaal stijf zijn als gevolg van de hyperekplexia kan helpen om de stijfheid te doorbreken. Dit wordt de Vigevano manoeuvre genoemd.

Iets in de handen vast houden
Door een voorwerp in de handen vast te houden, zal de hevigheid van de schrikreactie verminderen. Kinderen houden daarom bijvoorbeeld graag een pop of knuffel in hun handen. Grotere kinderen dragen bijvoorbeeld hun mobiele telefoon altijd in de hand of een tas.
Door tijdens het wandelen een ander persoon vast te houden wordt de hevigheid van de schrikreactie ook minder.

Medicijnen
Met behulp van medicijnen kan de heftigheid van de hyperekplexia verminderd worden.
De meeste kinderen reageren goed op het medicijn clonazepam (rivotril®). Vaak zijn een paar druppels al voldoende om effect te hebben. Dit medicijn stimuleert de GABA-receptor.
Soms blijken fenobarbital (luminal®), valproaat (depakine®), chloordiazepoxie, carbamazepine (Tegretol®), clobazam (Frisium®) ook effect te kunnen hebben. Zowel de spierstijfheid als de heftigheid van de schrikreactie nemen af na het gebruik van deze medicijnen.

Fysiotherapie
De fysiotherapeut geeft adviezen voor het regelmatig bewegen van de armpjes en beentjes van de baby om verstijving van de gewrichten als gevolg van de spierstijfheid te voorkomen.
In een later stadium kan de fysiotherapeut de ontwikkeling van kinderen met hyperekplexia stimuleren. Veelvuldig oefenen in een omgeving waar het kind zich niet kan bezeren tijdens het vallen, helpt om de motorische vaardigheden onder controle te krijgen.

Ziekenhuis
Kinderen met hyperekplexia zullen de eerste tijd na de geboorte in het ziekenhuis moeten verblijven omdat als gevolg van de hyperekplexia er levensbedreigende ademhalingsproblemen kunnen ontstaan.
Soms is het nodig kinderen tijdelijk te ondersteunen bij het ademhalen met behulp van een beademingsapparaat.

Begeleiding
Het krijgen van een kindje met hyperekplexia geeft vaak een grote schrik bij ouders en omstanders. Een maatschappelijk werkende of psycholoog kan ondersteuning bieden om te gaan met de gevolgen van hyperekplexia voor een kind en het een plaatsje geven van deze ziekte in het leven.



Contact met andere ouders
Via het forum van deze site onder het kopje contact met andere ouders kunnen ouders een oproepje plaatsen om in contact te komen met andere ouders van een kind die hypereplexia hebben.
In Engeland bestaat er een oudervereniging voor kinderen met hyperekplexia (zie bij links)

Wat betekent het hebben van hyperekplexia voor de toekomst?
Verbetering
De spierstijfheid als gevolg van de hyperekplexia verdwijnt vaak in de loop van de eerste maanden na de geboorte. Kinderen hebben dan weer een normale spierspanning.

Blijvend probleem
De schokkende beweging van de ledematen bij een schrikreactie blijft meestal bestaan. Als gevolg van deze plotseling schokkende beweging en daarbij behorende kortdurende verstijving bij schrik kunnen kinderen vallen en zich verwonden.

Ontwikkeling
Kinderen met hyperekplexia hebben meestal een normale intelligentie. Wel verloopt de ontwikkeling van het omrollen, zitten, staan en lopen wat trager in vergelijking met leeftijdsgenoten omdat kinderen met hyperekplexia in de eerste levensmaanden gehinderd worden door de spierstijfheid bij hun motorische ontwikkeling. Het lopen gaat aanvankelijk wat houterig, maar dit verbetert ook in de loop van jaren. Wel zijn veel kinderen bang om te vallen als gevolg van plotselinge schrik. Kinderen met hyperekplexia zoeken daarom vaak steun en veiligheid in hun omgeving.

Pas op met alcohol
Het drinken van alcohol kan er voor zorgen dat de heftigheid van de schrikreactie verminderd bij volwassen. Dit kan maken dat volwassenen regelmatig alcohol gaan drinken. Op deze manier bestaat er een verhoogd risico om verslaafd te raken aan alcohol, wat allerlei gezondheidsproblemen veroorzaakt.

Levensverwachting
Baby's met hyperekplexia kunnen ademstilstanden hebben die levensberdreigend kunnen zijn. Vooral kinderen met een fout in het ATAD1-gen zijn hier gevoelig voor. Het het ouder worden verdwijnen deze ademstilstanden.

Kinderen krijgen
Het hangt van de oorzaak van het ontstaan van de hyperekplexia of kinderen van een volwassene met hyperekplexia zelf de aandoening ook kunnen krijgen. In geval van een autosomaal dominante fout is de kans 50% dat een kind van een volwassene ook hyperekplexia zal krijgen. In geval van een autosomaal recessieve fout is deze kans heel klein. Dit kan dan alleen wanneer de partner ook hyperekplexia heeft of drager is van een fout die hyperekplexia kan veroorzaken.

Hebben broertjes en zusjes ook een vergrote kans om hyperekplexia te krijgen?
Afhankelijk van de oorzaak
Het zal van de oorzaak van de hyperekplexia afhangen of broertjes en zusjes ook een vergrote kans hebben om zelf hyperekplexia te krijgen. Bij de erfelijke vorm van hyperekplexia is dat het geval. De kans dat een broertje of zusje ook hyperekplexia zal krijgen hangt af van het type fout in het erfelijk materiaal. De kans is 25% in geval van een autosomaal recessieve fout en 50% in geval van een autosomaal dominante fout wanneer een van de ouders zelf ook hyperekplexia heeft gehad.
Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.

Prenatale diagnostiek
Wanneer bekend is welk foutje in een familie heeft gezorgd voor het ontstaan van de hyperekplexia, dan is het mogelijk om tijdens een zwangerschap prenatale diagnostiek te verrichten in de vorm van een vlokkentest in de 12e zwangerschapsweek of een vruchtwaterpunctie in de 16e zwangerschapsweek om te kijken of het broertje of zusje ook hyperekplexia heeft. Beide ingrepen hebben een klein risico op het ontstaan van een miskraam (0,5% bij de vlokkentest en 0,3% bij de vruchtwaterpunctie). Meer informatie over prenatale diagnostiek kunt u vinden op de website: www.npdn.nl.

prenataal


Soms zal het mogelijk zijn om prenatale diagnostiek te verrichten tijdens de zwangerschap.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Links
www.cafamily.org.uk
(engelse site waarin in contact gekomen kan worden met andere ouders met een kind met hyperekplexia)

Referenties
1. Meinck HM. Startle and its disorders. Neurophysiol Clin. 2006;36:357-64.
2. Bakker MJ, van Dijk JG, van den Maagdenberg AM, Tijssen MA. Startle syndromes. Lancet Neurol. 2006;5:513-24.
3. Hyperekplexia and other startle syndromes. Saini AG, Pandey S. J Neurol Sci. 2020;416:117051.

Laatst bijgewerkt: 10 novemner 2020 voorheen: 17 juni 2018 en 12 januari 2008

Auteur: JH Schieving

 

 

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.