A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Hoe te handelen bij een (grote) epileptische aanval?

 

Blijf kalm

Het zien en meemaken van een epileptische aanval is voor omstanders vaak een grote schrik. De bewegingen die een kind tijdens een epileptische aanval maakt, kunnen er indrukwekkend uitzien. Omstanders kunnen het gevoel krijgen dat een kind tijdens een aanval zal stikken of dood zal gaan. Gelukkig is dat niet het geval.
Het allerbelangrijkste is om te proberen tijdens een aanval kalm te blijven en ook de omstanders rustig te laten zijn.

Niets tussen de tanden

Tijdens een aantal type epilepsieaanvallen kunnen de kaken van een kind stevig op elkaar geklemd zijn. Dit wordt een kaakklem genoemd. Deze kaakklem komt vaak voor tijdens het begin van de aanval. Wanneer de tong tussen de tanden zit, kan een kind als gevolg van de kaakklem op zijn eigen tong bijten. De tong kan gaan bloeden. Bij kinderen die tijdens de aanval schuim blazen, kan dit schuim roze gekleurd zijn. Dit bloeden ziet er indrukwekkend uit, maar hoeft geen behandeling. Het bloeden zal vanzelf stoppen en het wondje op de tong spontaan genezen.

Het is heel belangrijk dat er niet geprobeerd wordt om iets tussen de tanden te stoppen. In de eerste plaats kunnen de tanden van het kind hierdoor beschadigd raken. Een beschadigd gebit kan niet altijd meer hersteld worden, terwijl een tongbeet altijd geneest. In de tweede plaats kan een kind tijdens de kaakklem op de vingers bijten van de persoon die iets tussen de tanden stopt. De kaakklem kan zoveel kracht veroorzaken dat de vingers hierdoor ernstig beschadigd raken.

Schokkende bewegingen niet tegen houden

Het heeft geen zin om te proberen de schokkende bewegingen van het kind proberen tegen te houden. Juist wanneer de bewegingen tegen gehouden worden, kan het kind zich zelf bezeren of bijvoorbeeld een arm breken. Laat het kind dus liggen waar het ligt en probeer de epileptische aanval niet tegen te houden. Alleen als een kind een aanval krijgt op een plaats waar er direct gevaar bestaat, zoals op een drukke weg of langs de waterkant, bestaat er een reden om het kind wel te verplaatsen naar de dichtstbijzijnde veilige plek.

Scherpe voorwerpen uit de buurt

Scherpe voorwerpen in de buurt van de plaats waar het kind ligt, kunt u het beste verwijderen zodat het kind zich hier niet aan kan bezeren. Soms lukt het om een kussen of jas onder het hoofd van het kind te leggen, zodat het hoofd wat beschermd is tegen het oplopen van verwondingen.

Stabiele zijligging

Bij de meeste kinderen houden de schokken of de verstijving spontaan op na een of enkele minuten. Een groot deel van de kinderen zal na de aanval in slaap vallen. Het lichaam is dan slap. Op dat moment kunt u het kind in stabiele zijligging leggen. In deze houding kan de ademhaling optimaal verlopen en zal het kind zich niet snel verslikken in het eigen speeksel of braaksel.

Goede observatie

Het is heel belangrijk om tijdens een aanval goed te kijken hoe de aanval verloopt. Kijk hierbij op een horloge of klok. Een aanval lijkt vaak veel langer te duren dan in werkelijkheid het geval is. Wanneer het schokken gestopt is en het kind in slaap gevallen is, is de aanval over. De tijd dat het kind slaapt, telt niet mee voor de duur van de aanval.
Voor een arts is een goede beschrijving van de aanval heel belangrijk, een arts zal namelijk vaak zelf niet getuige zijn van een epileptische aanval en het dus moeten hebben van het verhaal van omstanders.

112

Het is niet nodig om na elke aanval 112 te bellen. Wanneer een kind bekend is met epilepsie, de aanval korter dan 5 minuten duurt en het kind na enige tijd weer alert is, zal het niet naar het ziekenhuis hoeven tenzij anders is afgesproken met de behandelend arts.\
Het is voor kinderen met epilepsie heel vervelend als zij telkens na een aanval naar het ziekenhuis worden gebracht, terwijl zij zich inmiddels weer hersteld voelen.
Wanneer een aanval langer duurt dan een afgesproken tijd, niet reageert op medicijnen of wanneer een kind niet weer bij bewustzijn komt, is het wel zinvol om 112 te bellen.

 

 

Wanneer moet een kind tijdens een aanval medicijnen krijgen?

Vijf minuten

Kortdurende aanvallen zullen geen schade veroorzaken aan de hersenen. Aanvallen die langer duren, kunnen dit wel gaan doen. Hoe langer een aanval duurt, hoe groter de kans daarop.
Om te voorkomen dat langer durende aanvallen optreden, wordt bij de meeste kinderen afgesproken dat bij aanvallen die langer duren dan vijf minuten medicijnen mogen worden toegediend die de aanval kunnen doen stoppen. Soms wordt in overleg met de behandelend arts een tijd die korter of langer dan vijf minuten bedraagt afgesproken.

Medicijn

Er bestaan verschillende medicijnen die een epilepsieaanval kunnen doen stoppen. De behandelend arts zal bepalen welk medicijn voor het kind het meest geschikt is. Medicijnen die gebruikt kunnen worden zijn de diazepam rectiole (Stesolid®) die via het poepgaatje wordt toegediend. Soms wordt ook het al wat oudere medicijn choralhydraat via het poepgaatje gegeven.
Midazolam (Dormicum®) en clonazepam (Rivotril®) kunnen met een spuitje op het wangslijmvlies worden toegediend. Midazolam kan ook via een neusspray worden toegediend.
Meer informatie over het toedienen van deze medicijnen vind u in speciale folders hierover.
Aan de hand van het gewicht van het kind zal de behandelend arts de hoeveelheid te gebruiken medicijn voorschrijven.
Met behulp van deze medicijnen stopt bij de meeste kinderen de aanval binnen 10 minuten na toedienen van het medicijn.

112

Indien 10 minuten na toedienen van het medicijn de aanvallen nog niet gestopt zijn, is het verstandig om 112 te bellen. Het kind kan dan in het ziekenhuis op de spoedeisende hulp behandeld worden om de epileptische aanval te doen stoppen.

 

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

 


Links

www.epilepsievereniging.nl
(Site van de epilepsievereniging Nederland)
www.epilepsie.nl
(Site van het nationaal epilepsiefonds)
www.epilepsie.net
(Site van de stichting epilepsie netwerk)

 

Laatst bijgewerkt: 10 januari 2008

 

Auteur: JH Schieving

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.