Home Onderwijsplein Kinderneurologie Epilepsie op de kinderleeftijd

Epilepsie op de kinderleeftijd

 

Epilepsie op de kinderleeftijd is niet zeldzaam, geschat wordt dat een op de 200 kinderen epilepsie heeft. Per jaar krijgen een op de 1500-2000 kinderen de diagnose epilepsie. De diagnose epilepsie wordt op de kinderleeftijd het meest gesteld bij pasgeborenen. 

Echter niet bij elk kind met een aanval is er sprake van epilepsie.

 

Wanneer een kind een aanval heeft gehad, moet bepaald worden of er sprake is van een epilepsieaanval of van een ander type aanval.

Er bestaan verschillende soorten aanvallen die geen epileptische aanvallen zijn en die kunnen lijken op een epilepsieaanval.

Wanneer er sprake is van een epilepsieaanval, dan wordt een stappenplan doorlopen, waarbij nagegaan wordt of er sprake is van een focale of van een gegeneraliseerde aanval. Dit maakt uit voor de mogelijke oorzaak van de epilepsieaanval. Ook wordt er nagegaan of er sprake kan zijn van een epilepsiesyndroom.

 

De oorzaak van het ontstaan van epilepsie aanvallen bij kinderen verschillen niet van die bij volwassenen. Op de kinderleeftijd is een genetische oorzaak van de epilepsie wel veel vaker voorkomend dan op volwassen leeftijd. Naar schatting is er bij 40% van de kinderen met epilepsie sprake van een genetische oorzaak, vaak gaat het om een polygenetische oorzaak die nog niet op te sporen is met genetische diagnostiek.

 

Er bestaan verschillende epilepsiesyndromen op de kinderleeftijd.

Een groot deel van de kinderen heeft een van de veel voorkomende vormen van epilepsie, bij een op de twintig kinderen is er sprake van een zeldzame oorzaak van epilepsie.

 

In de diagnostiek van epilepsie speelt het EEG een belangrijke rol. Meestal wordt eerst een gewoon EEG verricht, die ongeveer 30 minuten duurt.

Het hebben van een epilepsie aanvallen heeft impact op het dagelijks leven.

Goede begeleiding van kind en ouders is daarom belangrijk. In veel ziekenhuis is een epilepsieverpleegkundige of epilepsieconsulent die kind en gezin begeleidt. 

Het krijgen van een epilepsieaanval kan gevaar opleveren voor het kind, vooral bij aanvallen waarbij het kind buiten bewustzijn is. Daarom krijgen kinderen leefregels mee om de kans op schade door een epileptische aanval zo klein mogelijk te maken. Aan de andere kant is het ook belangrijk om kinderen de ruimte te geven om zich te kunnen ontwikkelen. 

De meeste epilepsie aanvallen stoppen vanzelf binnen 2 minuten. Koortsstuipen hebben de neiging om langer te duren.
Wanneer de aanval te lang duurt (meestal wordt een duur van 3 minuten aangehouden) kan noodmedicatie gegeven worden. De meest gebruikte noodmedicatie is midazolam neusspray.

 

Afhankelijk van de frequentie van de aanvallen, het tijdstip van optreden van de aanvallen, de impact van de aanvallen kan overwogen worden om anti-epileptica te geven om nieuwe aanvallen te voorkomen. Er bestaan veel verschillende medicijnen, per kind zal een afweging gemaakt moeten worden welk medicijn het meest geschikt is.

 

Elke anti-epilepticum heeft zijn eigen werkingsmechanisme. Sommige middelen hebben ook meerdere werkingsmechanismen. Bepaalde vormen van epilepsie hebben voorkeursmedicatie, maar vaak is dit ook niet het geval.

Daarnaast zijn er milde voorkeuren voor bepaalde middelen, afhankelijk of er sprake is van een focaal of gegeneraliseerd begin van de aanval

 

Wanneer het met 2 anti-epileptica niet gelukt is kkkk

Laatst bijgewerkt: 10 juni 2020

Auteur: Jolanda Schieving