Bewegingsstoornissen bij kinderen
Niet alle problemen met bewegen worden binnen de kinderneurologie meegenomen onder de term bewegingsstoornissen.
Onder bewegingsstoornissen in de kinderneurologie worden extrapiramale bewegingsstoornissen, ataxie en piramidebaan syndroom gerekend.
Het is handig om een stappenplan te doorlopen om de bewegingsstoornis te classificeren en de oorzaak van de bewegingsstoornis te achterhalen.
De eerste stap is om na te gaan of er sprake is van een bewegingsstoornis.
Bij het vaststellen of er sprake is van een bewegingsstoornis, is patroonherkenning heel belangrijk, Het is goed om te kijken of een van de 4 centrale bewegingsstoornissen herkend kan worden.
Daarnaast is het belangrijk om andere oorzaken van bewegingsproblemen te overwegen.
De hersenen van kinderen zijn nog in ontwikkeling, op jonge leeftijd mogen choreatische bewegingen of atactische bewegingen aanwezig zijn, deze horen te verdwijnen bij het ouder worden.
Stap 2 bestaat uit het classificeren van de bewegingsstoornis. Het piramidebaan syndroom, en ataxie kennen een type bewegingspatroon, de extrapiramidale bewegingsstoornissen bestaan uit meerdere beelden.
Ataxie
Aan de hand van een aantal kenmerken (drang om te bewegen, het schokkerig zijn van de bewegingsstoornis) kan onderscheid gemaakt worden in de verschillende vormen van extrapiramidale bewegingsstoornissen.
Ook is het belangrijk om te weten welke bewegingsstoornissen vaak voorkomen en welke minder vaak. Op kinderleeftijd komen tics en stereotypieen het meest voor.
Stap 3 is te bedenken of er sprake kan zijn van een functionele bewegingstsoornis
Een functionele loopstoornis heeft typische kenmerken waardoor deze diagnose op basis van positieve kenmerken gesteld kan worden.
Er zijn ook herkenbare functionele bewegingsstoornissen.
Functionele bewegingsstoornissen worden het meest gezien op de tienerleeftijd, maar kunnen al vanaf de leeftijd van 4 jaar voorkomen.
Stap 4 is bekijken of het mogelijk is om een klinische diagnose te stellen?
Een van de meest voorkomende bewegingsstoornissen op de kinderleeftijd zijn tics. Deze diagnose mag klinisch gesteld worden, net als de diagnose Tourette syndroom.
Het is belangrijk om er alert op te zijn dat de tics weliswaar het meest opvallend zijn, maar meestal niet het symptoom zijn waar het kind het meest last van heeft. Het is goed om na te gaan welke andere problemen spelen bij kinderen die tics hebben.
Na tics komen stereotypieen ook veel voor op de kinderleeftijd, ook dit is een diagnose die op klinische gronden wordt gesteld. Er wordt gesproken van primaire stereotypieen wanneer kinderen een normaal verlopende ontwikkeling hebben en van secundaire stereotypieen wanneer er sprake is van een onderliggende aandoening.
Op kinderleeftijd komen transiente bewegingsstoornissen voor, die "normaal" zijn en niet wijzen op een neurologische aandoening en het is goed om deze bewegingsstoornissen te herkennen.
Een vaak voorkomende vorm van stereotypie die vaak tot zorgen leidt bij ouders en hulpverleners is de stereotypie zelfstimulatie.
Stap 5 is het afvragen of de bewegingsstoornis het gevolg kan zijn van het gebruik van medicatie.
Verschillende medicijnen kunnen bewegingsstoornis als bijwerking geven.
Verschillende middelen kunnen verschillende bewegingsstoornissen geven.
Stap 6 bestaat uit het nagaan of er sprake kan zijn van een verworven oorzaak
Er bestaan verschillende soorten verworven aandoeningen die een bewegingsstoornis kunnen veroorzaken.
Maak bij kinderen met verdenking op een verworven oorzaak altijd een MRI-scan van de hersenen.
Stap 7: Kan er sprake zijn van een behandelbare metabole aandoening?
Bij metabole aandoening verloopt een stap in een metabole pathway niet optimaal, waardoor er een overschot aan een het substraat ontstaat of een tekort aan product, ook kan het overmaat aan substraat omgezet worden in een schadelijke stof die de bewegingsstoornis ontstaat.
Een deel van de neurometabole aandoeningen geeft ook problemen buiten het zenuwstelsel, die maken dan aan een neurometabole aandoeningen wordt gedacht (zoals een vergrote lever, hartafwijkingen, nieraandoeningen), maar dit geldt niet voor alle neurometabole aandoeningen.
Een deel van de neurometabole aandoeningen is (deels) behandelbaar, het is belangrijk om deze aandoeningen te herkennen zodat ze tijdig behandeld kunnen worden.
Metabole diagnostiek bestaat vaak uit bloed en urine onderzoek in combinatie met een MRI. Metabole aandoeningen zijn genetische aandoening, maar anno 2025 duurt de uitslag van het genetische onderzoek nog langer dan de uitslag van het metabole onderzoek, in de toekomst gaat dit wellicht veranderen.
.
Stap 8 overweeg genetische diagnostiek.
Wanneer genetische diagnostiek wordt ingezet wordt meestal gekozen voor trio WES onderzoek. Het is belangrijk te beseffen dat niet alle aandoeningen worden opgespoord door middel van trio WES. Repeat aandoeningen en onderzoek van mitochondrieel DNA moet apart aangevraagd worden.
Behandeling bewegingstoornissen
Voor bepaalde bewegingsstoornissen kan behandeling met deep brain stimulatie een optie zijn.
Er worden steeds nieuwe vormen van DBS targets ontdekt.
Ataxie
Ataxie is een bewegingsstoornis waarbij kinderen moeite hebben om soepele, doelgerichte gecoordineerde bewegingen te maken.
In het zenuwstelsel zijn naast het cerebellum, de ogen, de proprioceptoren en het evenwichtsorgaan belangrijk voor het bewaren van de balans.
Er bestaan drie verschillende vormen van ataxie
Cerebellaire ataxie
Met behulp van neurologisch onderzoek kan een cerebellaire ataxie worden opgespoord
Er bestaan ook een aantal specifieke ataxietesten die gebruikt kunnen worden om de mate van ataxie vast te leggen.
Het cerebellum heeft meer functies dan alleen de motoriek.
Verstoring van deze functies wordt het cerebellaire cognitief affectief syndroom genoemd.
Naast cerebellaire ataxie bestaat ook sensore ataxie, meestal het gevolg van een polyneuropathie soms van een myelopathie
Uitval van het evenwichtsorgaan zorgt voor vestibulaire ataxie
Een overzicht om onderscheid te maken tussen de verschillende vormen van ataxie
Om de oorzaak van een cerebellaire ataxie te achterhalen is het tijdsbeloop van de ataxie heel belangrijk, is deze acuut ontstaan, subacuut, chronisch of paroxysmaal?
Acuut ontstane ataxie kent verschillende oorzaken, waarvan de parainfectieuze cerebellitis en intoxicatie de meest voorkomende twee oorzaken zijn.
Veruit de meest voorkomende oorzaak van ataxie bij kinderen is de postinfectieuze ataxie.
Functionele ataxie komt ook voor op de kinderleeftijd
Subacute ataxie is een ataxie die ontstaat in de loop van meerdere dagen of weken.
Opsoclonus myoclonus ataxie syndroom is een zeldzame, maar behandelbare oorzaak van subataxie.
Chronische ataxie kent weer andere oorzaken, waarvan genetische oorzaken en aanlegstoornissen de meest voorkomende zijn.
Ataxie kan ook in aanvallen komen, dit wordt episodische ataxie genoemd.
Plan van aanpak ataxie kind
Bevindingen bij lichamelijk onderzoek kunnen een clue geven voor de oorzaak van de ataxie.
De MRI kan een clue geven voor de onderliggende oorzaak.
Behandeling ataxie
Behandelbare oorzaken ataxie
Dystonie
Dystonie is de meest voorkomende extrapiramidale bewegingsstoornis.
Er bestaat overlap tussen de verschillende soorten extrapiramidale bewegingsstoornissen, die verschillen in snelheid van de beweging, amplitude van de beweging en de mate van schokkerigheid van de bewegingen.
Dystonie is het gevolg van een schade aan een neuronaal netwerk waar de basale kernen, het cerebellum, de thalamus en de motor cortex belangrijk onderdeel vanuit maken.
Bij dystonie is er vaak een verstoorde balans van neurotransmitters is dit netwerk.
Kinderen met dystonie laten afwijkende standen zien van een lichaamsdeel waardoor afwijkende standen ontstaan al dan niet in combinatie met trage repetatieve bewegingen.
Het is goed om bij een kind met dystonie de dystonie goed en systematisch te classificeren. Dit geeft weer informatie over de mogelijke oorzaak van de dystonie.
Dystonie op de kinderleeftijd kan zowel een genetische als verworven oorzaak hebben.
De genetische oorzaken van dystonie worden DYT met daarachter een cijfer genoemd.
Ook kan dystonie het gevolg zijn van een functionele neurologische stoornis (FNS).
De diagnose dystonie kan gesteld worden aan de hand van anamnese en bevindingen bij neurologisch onderzoek.
Het is belangrijk om na verrichten van aanvullende diagnostiek de classificatie van dystonie te voltooien in as 2.
Centraal in de behandeling van dystonie staat de hulpvraag van kind en gezien. Wat is het belangrijkste probleem en welke behandelmogelijkheden zijn daarvoor.
Voor elk kind moet een dystonie actieplan gemaakt wordt, waarin beschreven staat hoe te handelen bij toename van de dystonie.
Dit plan gaat uit van een dystonie graderingsschaal.
Per graad is een apart behandelplan nodig.
Chorea
Chorea is een bewegingstoornis met abrupte schokkerige bewegingen, onwillekeurig, onvoorspelbaar, die continu doorgaan, samen te vatten randomly flowing jerks. De bewegingen zijn sneller en groter van amplitude dan bij dystonie.
Vaak proberen kinderen de choreatische bewegingen te camoufleren door op hun handen te gaan zitten of hun handen in de broekzak te doen, dat is kenmerkend voor chorea. Choreatische bewegingen geven een onrustig bewegingsbeeld, waar je als toeschouwer vaak zelf ook onrustig van wordt.
Bij lichamelijk onderzoek kan een milk maid sign worden gezien als teken van motore impersistence.
Chorea kan zowel een verworven als een genetische oorzaak hebben.
De meest voorkomende oorzaak van chorea op de kinderleeftijd is hypoxisch ischaemische schade door acute asfyxie laat in het 3e trimester.
De tweede meest voorkomende verworven oorzaak voor chorea zijn auto-immuun aandoeningen, waarvan chorea van Sydenham de meest voorkomende is.
Andere auto-immuunaandoeningen die chorea kunnen geven zijn anti-NMDA receptor encefalitis en infection triggered encephalopathie syndrome.
Verschillende genetische aandoeningen kunnen chorea geven
Tremor
Paroxysmale bewegingsstoornissen
Hyperkinetische bewegingsstoornissen en ataxie kunnen paroxysmaal voorkomen. Andere bewegingsstoornissen zoals piramidebaan syndroom of parkinsonisme komen niet paroxysmaal voor.
Er bestaan drie verschillende types paroxysmale hyperkinetische bewegingsstoornissen, namelijk die uitgelokt door een abrupte bewegingen (paroxysmale kinesiogene dyskinesie), uitgelokt door andere factoren (paroxysmale non-kinesiogene dyskinesie) of door aanhoudend beweging (paroxysmale excersize induced dyskinesie)
De meest voorkomende oorzaak van paroxysmale dyskinesieen is een genetische oorzaak, maar er kan ook sprake zijn van een verworven oorzaak (zoals bijvoorbeeld moya moya vasculopathie).
Het is goed om de benigne transiente bewegingsstoornissen te herkennen, dit zijn aanvallen met bewegingsproblemen die niet wijzen op een onderliggende neurologische aandoening.
Er bestaan verschillende benigne transiente bewegingstoornissen.
Tics
Tics zijn de meest voorkomende bewegingsstoornissen op de kinderleeftijd.
Tics zijn abrupte, onbedoelde terugkerende bewegingen of geluiden die tijdelijk onderdrukt kunnen worden.
Tics kunnen bestaan uit zowel motore als vocale tics. Voor motore tics bestaat uit een differentiaal diagnose, voor vocale tics bestaat deze differentiaal diagnose er eigenlijk niet.
De differentiaal diagnose van tics bevatten stereotypieen, chorea en myoclonus, zelden bestaat er verwarring met focale epilepsieaanvallen.
Het onderscheid tussen tics en stereotypieen is meestal wel goed te maken.
Onderstaande schema kan helpen om onderscheid te maken tussen chorea en mycolonus.
Naast tics hebben kinderen vaak diverse andere problemen, die veel minder zichtbaar zijn, maar waar kinderen vaak meer last van hebben dan van de tics.
Tics kunnen onderdeel zijn van een tic syndroom. Er wordt gesproken van Tourette syndroom wanneer kinderen zowel motore als vocale tics hebben die langer dan een jaar bestaan.
Sinds de coronacrisis komen ook functionele tics vaker voor op de kinderleeftijd.
Stereotypieen
Er bestaan speciale scoringsschalen voor kinderen met stereotypieen
kkkkk
Laatst bijgewerkt: 19 februari 2025 voorheen: 21 november 2024
Auteur: Jolanda Schieving