Neuralgische amyotrofie

Wat is neuralgische amyotrofie?

Neuralgische amyotrofie is een aandoening waarbij het vlechtwerk aan zenuwen in de schouder of in het bekken niet goed functioneert waardoor pijnklachten, verlamming van spieren en veranderingen van gevoel in de schouder en arm en/of in het bekken en het been ontstaan.

 

Hoe wordt neuralgische amyotrofie ook wel genoemd?

Neuralgische amyotrofie werd vroeger ook wel amyotrofische plexus neuralgie genoemd. Neuralgische amyotrofie wordt ook wel afgekort met de letters NA.
De term amyotrofie geeft aan dat de spieren niet goed functioneren en dun worden. De term neuralgisch geeft aan dat de problemen met de spieren ontstaan omdat de zenuwen niet goed functioneren. De term plexus geeft aan dat het om de zenuwen in het zenuwvlechtwerk gaat.
Er bestaan twee vormen van neuralgische amyotrofie een erfelijke vorm en een niet erfelijke vorm. De erfelijke vorm wordt ook wel hereditaire neuralgische amyotrofie genoemd. De term hereditair betekent erfelijk. De niet-erfelijke vorm wordt ook wel ideopatische neuralgische amyotrofie genoemd. De term ideopatisch geeft aan dat niet goed bekend is wat de oorzaak van het ontstaan van deze aandoening is.
Ideopatische neuralgische amyotrofie wordt ook wel het syndroom van Parsonage en Turner genoemd. Personage en Turner zijn twee artsen die dit syndroom beschreven hebben.

Plexus

De plexus is een vlechtwerk van zenuwen. Zowel in de schouder als in het bekken bevindt zich zo’n zenuwvlechtwerk. Het vlechtwerk van zenuwen in de schouder wordt de plexus brachialis genoemd. De term brachialis betekent arm, de zenuwen in dit vlechtwerk sturen namelijk de spieren van de schouder en de arm aan. Het vlechtwerk in het bekken wordt plexus lumbosacralis genoemd. De term lumbosacralis geeft aan dat de zenuwen vanuit de lage rug in dit vlechtwerk terecht komen. Deze zenuwen sturen de spieren van het bekken en van het been aan.
Bij vier van de vijf kinderen met een neuralgische amyotrofie zijn de zenuwen van het vlechtwerk in de schouder aangedaan. Bij een op de tien kinderen de zenuwen van het zenuwvlechtwerk in het bekken. Ook kunnen andere zenuwen meedoen zoals de zenuwen die de zorgen dat de stembanden hun werk doen of de slokdarm. Deze zenuwen zijn ook bij een op de tien kinderen aangedaan.

 

Hoe vaak een neuralgische amyotrofie voor bij kinderen?

Neuralgische amyotrofie is een zeldzame aandoening. Het komt jaarlijks bij een op de 25.000 mensen in Nederland voor, een deel van deze mensen zijn kinderen.

 

Bij wie komt een neuralgische amyotrofievoor?

Neuralgische amyotrofie kan op elke leeftijd voorkomen, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Zowel jongens als meisjes kunnen een neuralgische amyotrofie krijgen.
Zowel de erfelijke als de niet-erfelijke vorm kunnen op kinderleeftijd voorkomen.

 

Wat is de oorzaak van een neuralgische amyotrofie?

Erfelijk of niet erfelijk

Er bestaan twee soorten plexus neuralgie, de erfelijk vorm en de niet-erfelijke vorm. Bij de erfelijke vorm is een fout in het erfelijk materiaal aanwezig. Deze maakt de zenuwen kwetsbaar voor het ontstaan van de problemen met het functioneren van de zenuwen in het vlechtwerk. Waarschijnlijk bestaan er verschillende foutjes in het erfelijk materiaal die allemaal een neuralgische amyotrofie kunnen veroorzaken. Nog niet alles foutjes zijn bekend. Inmiddels is bekend dat een deel van de kinderen met de erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie een foutje heeft op het 17 e chromosoom. De plaats van het foutje in het erfelijk materiaal wordt het SEPT9-gen genoemd.

Aanleiding

Een infectie van de neus of de keel is vaan de aanleiding voor het ontstaan van een neuralgische amyotrofie. Het lichaam gaat afweer aanmaken om deze infectie te overwinnen. Deze afweer blijkt zich ook te richten tegen de zenuwen in het zenuwvlechtwerk. De zenuwen worden gezien als een infectieverwekker die opgeruimd moet worden. Hierdoor gaat het lichaam het zenuwvlechtwerk aanvallen. Hierdoor raken de zenuwen van het zenuwvlechtwerk ontstoken, waardoor ze hun werk niet meer goed kunnen uitvoeren.
Op ongeveer dezelfde manier blijken ook inentingen en het krijgen van bloedprodukten een neuralgische amyotrofie te kunnen veroorzaken. Ook zware lichamelijke inspanning, een ongeval, een operatie, overmatige stress, zwangerschap en een bevalling, overgang van warm weer naar koud weer blijken vaak vooraf gegaan te zijn aan het ontstaan van een neuralgische amyotrofie.

Zenuwvlechtwerk

In het zenuwvlechtwerk lopen veel verschillende zenuwen. Deze zenuwen sturen de spieren van de schouder en van de arm aan of die van het bekken en het been. Wanneer de zenuwen niet meer goed functioneren, raken de spieren verlamd. Ook zullen de spieren geleidelijk aan steeds dunner worden. Vaak doen niet alle zenuwen in het zenuwvlechtwerk mee. De zenuwen geven ook gevoelssignalen van de huid en van andere structuren door aan de hersenen. Ook deze functie zal uitvallen wanneer de zenuwen ontstoken raken. De zenuwen geven of te veel signalen door in de vorm van pijnklachten, tintelingen of prikkelingen. Wanneer de zenuwen te weinig signalen doorgeven ontstaat een verdoofd gevoel.

 

Wat zijn de symptomen van een neuralgische amyotrofie?

Variatie

Er bestaat een grote variatie in de ernst en de hoeveelheid symptomen die kinderen met een neuralgische amyotrofie krijgen. Sommige kinderen hebben slechts lichte klachten, andere zeer ernstige.

Pijnklachten

De meeste kinderen met een neuralgische amyotrofie krijgen eerst last van pijnklachten in de schouder en de arm of in het bekken en het been. De pijn is vaak erg hevig en stekend, zeurend van karakter. De pijn is de hele dag aanwezig en vaak ’s avonds en ’s nachts op zijn ergst. Vaak wordt de arm dicht tegen het lichaam gehouden om de pijnklachten te beperken. Veel kinderen hebben moeite met slapen vanwege de pijnklachten. Meestal houden deze pijnklachten enkele dagen tot weken aan. Daarna verdwijnen ze spontaan. In de periode daarna komen nog wel heftige pijnscheuten voor wanneer een bepaalde beweging wordt gemaakt. Deze klachten verdwijnen vaak ook in de loop van een aantal maanden.
Bij één op de drie kinderen ontbreken deze heftige pijnklachten. Dit kan maken dat veel minder snel aan deze aandoening wordt gedacht.
Wanneer veel spieren verlamd zijn, kunnen wel andere pijnklachten ontstaan. Dit zijn pijnklachten als gevolg van vermoeide spieren of pijnklachten als gevolg van overbelasting van de gewrichten. Deze pijnklachten zitten vaak in de nek en in de schouder, in de oksel of op de rug. Het gaat vaak om een zeurende pijn, een vermoeid gevoel. Deze pijnklachten zijn vaak aan het eind van de dag op zijn ergst.

Krachtsverlies

Enkele uren tot dagen na het ontstaan van de pijnklachten, ontstaat een verlamming van bepaalde spieren. Hierdoor kunnen kinderen hun arm of been niet meer goed bewegen. Wanneer de spieren van de schouder minder sterk zijn, valt vaak op dat het sleutelblad een eindje van de rug afstaat. Dit wordt een afstaand schouderblad of ook wel een scapula alata genoemd. Vaak is het moeilijk om de arm goed op te tillen. Bij de meeste kinderen zijn met name van de spieren van de bovenarm verzwakte, maar de spieren van de onderarm en de hand kunnen ook verzwakte zijn. Bij een klein deel van de kinderen zijn de spieren van het een aangedaan. Deze kinderen kunnen niet goed op dit been staan en zakken door hun heup of knie heen.
Vaak zijn niet alle spieren van een arm en/of been aangedaan. Ook kunnen andere spieren verlamd raken zoals de spieren van de stembanden waardoor het praten hees klinkt of de spieren van de buik. Meestal houdt de verlamming van de spieren enkele maanden aan, daarna worden de spieren geleidelijk aan weer sterker. Bij sommige kinderen herstelt de verlamming in zijn geheel, bij andere kinderen verbetert de verlamming wel, maar blijft een deel van de spieren altijd minder sterk.

Dunne spieren

Wanneer de spieren langere tijd niet goed gebruikt worden, zullen de spieren dun worden. Bij jonge kinderen valt dit niet altijd zo goed op, omdat zij een dikker vetlaagje hebben. Oudere kinderen hebben meestal een minder dikke vetlaag waardoor goed te zien is dat de spieren dunner zijn geworden. Het dunner worden van de spieren ontstaat vaak al vrij snel.

Veranderd gevoel

Ook ontstaat vaak een veranderd gevoel in het aangedane arm of been. Soms is er een verdoofd gevoel, ook kunnen er tintelingen of prikkelingen zijn. Het aanraken van de huid kan vervelend zijn. Sommige kinderen hebben het gevoel dat hun arm bijvoorbeeld heel dik is, terwijl dit niet het geval is. De gevoelsproblemen zijn vaak mild.

Veranderde doorbloeding van de huid

De zenuwen regelen ook de doorbloeding van de huid. Bij beschadiging van de zenuwen kan de doorbloeding toenemen waardoor de huid rood ziet en de haren en nagels sneller gaan groeien. Ook kan de doorbloeding van de huid afnemen, waardoor de huid bleek ziet en koud aanvoelt. Haren en nagels kunnen dan weinig groeien of juist uitvallen.

Arm uit de kom

Wanneer de spieren van de schouder zwak zijn geworden, kunnen ze de bovenarm niet meer goed in de schouderkom houden. Hierdoor kan de arm gedeeltelijk uit de kom raken. Dit kan weer zorgen voor nieuwe pijnklachten.

Ademhalingsproblemen

Bij een klein deel van de kinderen zijn ook de spieren van het middenrif gedeeltelijk verlamd. Dit kan problemen geven met ademhalen. Met name tijdens plat liggen en voorover bukken komen benauwdheidsklachten voor.

Oor

Bij een heel klein deel van de kinderen doet ook de gehoorszenuw mee. Deze kinderen horen plotseling niet meer goed met een oor. Ook kan een heftige draaiduizeligheid ontstaan.

Gezicht

Ook doet bij een heel klein deel van de kinderen de aangezichtszenuw mee. Bij deze kinderen gaat de mondhoek naar beneden hangen en is het vaak moeilijk om het oog aan de aangedane kant goed te sluiten. Zelden is ook een deel van de tong verlamd.

Typisch uiterlijk

Kinderen met de erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie hebben vaak een typisch uiterlijk. De ogen staan vaak dicht op elkaar. De ogen staan vaak een beetje scheef naar beneden gericht. De beide helften van het gezicht zijn vaak niet even groot Het gezicht is vaak smal. De mond is vaak dun. De tanden staan vaak wat verder uiteen. De huig kan uit twee delen bestaan, ook kan er een gespleten gehemelte bestaan. De oren zijn vaak anders gevormd. Vaak hebben deze kinderen een klein lengte. Er kunnen vingers of tenen aan elkaar gegroeid zijn, net als de botten van de onderarm.
Kinderen met de niet-erfelijke vorm hebben deze uiterlijke kenmerken meestal niet.

 

Hoe wordt de diagnose neuralgische amyotrofie gesteld?

Verhaal en onderzoek

Aan de hand van het verhaal van een kind met eerst pijnklachten en daarna een verlamming en gevoelsproblemen in een arm en/of been kan de diagnose neuralgische amyotrofie al worden vermoed.

EMG

Een EMG is een onderzoek waarbij de zenuwen kunnen worden doorgemeten. Ook worden de spieren onderzocht op hun functioneren. Bij kinderen met een neuralgische amyotrofie blijken de zenuwen in het vlechtwerk niet goed te functioneren. Meestal gaat het om een probleem van de zenuw zelf en niet om een probleem van het geleidingslaagje om de zenuw heen.

MRI-scan

Met behulp van een MRI-scan kan het zenuwvlechtwerk zichtbaar gemaakt worden. Zo kan gekeken worden of een bepaalde structuur op het zenuwvlechtwerk drukt en daardoor er voor zorgt dat de zenuwen niet goed functioneren. Bij kinderen met een neuralgische amyotrofie is dit niet het geval. Zelden zijn er tekenen te zien op de MRI die wijzen op ontsteking van de zenuwen.

Bloedonderzoek

Vaak zal ook bloedonderzoek verricht worden, vooral wanneer het beloop van de ziekte niet typisch. Bepaalde andere ziektes zoals FSHD kunnen lijken op neuralgische amyotrofie. Bij FSHD kan het CK-gehalte in het bloed verhoogd zijn, bij neuralgische amyotrofie is dit niet het geval. Bij hele jonge kinderen kan een ontsteking van een bot klachten geven die veel lijken op een neuralgische amyotrofie. Bij deze kinderen zijn de ontstekingsparameters in het bloed vaak verhoogd.

Foto van de schouder

Wanneer vermoedt wordt dat de kop van de arm niet meer goed in de schouder zit, wordt vaak een foto van de schouder gemaakt om te kijken of de schouder gedeeltelijk uit de kom is.

Longfunctieonderzoek

Bij kinderen met benauwdheidsklachten wordt vaak een longfunctieonderzoek verricht. Hierbij wordt met name gekeken naar het verschil in longfunctie tussen een liggende en zittende houding.

 

Hoe wordt neuralgische amyotrofie behandeld?

Geen genezing

Er bestaat geen behandeling die neuralgische amyotrofie kan genezen. Meestal geneest een neuralgische amyotrofie spontaan. Het doel van de behandeling is om deze periode zo goed mogelijk door te komen en om problemen als gevolg van de verlamming zo veel mogelijk te voorkomen.

Prednison

Prednison is een sterke ontstekingsremmer. Omdat ontsteking een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van de klachten, worden er onderzoeken gedaan of deze ontstekingsremmer de ernst van de klachten kan verminderen.

Pijnstillers

De pijn bij een neuralgische amyotrofie is vaak heftig en niet gemakkelijk te behandelen met pijnstillers. De pijn reageert vaak niet goed op pijnstillers zoals paracetamol of zogenaamde NSAID’s. Dit zijn pijnstillers zoals diclofenac en ibuprofen. Sommige kinderen hebben baat bij morfine of morfine-achtige stoffen zoals tramadol.
De pijn bij neuralgische amyotrofie is zenuwpijn. bekend is dat deze pijn kan reageren op medicijnen die ook wel gebruikt worden voor de behandeling van epilepsie of depressies. Medicijnen die goed effect kunnen hebben zijn carbamazepine, amytriptiline, gabapentine.

TENS

TENS is een apparaatje waarmee kleine stroomstootjes worden gegeven via de huid. Deze behandelingen blijkt ook de pijnklachten van kinderen met een neuralgische amyotrofie te kunnen verminderen.

Sling

Bij kinderen met een afstaand schouderblad met pijn in de schouder vooral aan het eind van de dag, kan een sling helpen om de arm minder te laten hangen. Hierdoor kan de overbelastingspijn van de spieren van de schouder vermindert worden.

Wisselen van houding

Pijn door overbelasting kan zo veel mogelijk voorkomen worden door rust en inspanning af te wisselen en door regelmatig van houding te wisselen. Wanneer het schouderblad afstaat kan een korte rustpauze waarbij kinderen plat op hun rug liggen, de schouderspieren even rust geven.

Warmte

Overbelaste spieren kunnen zich ook ontspannen door warmte. Een warm compres op een pijnlijke plek kan verlichting geven.

Fysiotherapie

Een fysiotherapeut kan advies geven hoe een verlamde arm of een verlamd been zo goed mogelijk bewogen kunnen worden om te voorkomen dat andere spieren en gewrichten overbelast gaan worden. Ook is het belangrijk om de gewichten regelmatig door te bewegen om zo vastgroeien van een gewricht te voorkomen. Krachttraining heeft geen zin omdat het probleem niet in de spieren, maar in de zenuwen zit. Wel kunnen oefeningen gedaan worden om de kracht van de nog werkende spieren op peil te houden.

Ergotherapie

Een ergotherapeut kan advies geven hoe bepaalde handelingen zoals aankleden of schrijven zo goed mogelijk kunnen verlopen in de periode waarin kinderen last hebben van een verlamming. Ook weet de ergotherapeut welke hulpmiddelen hierbij behulpzaam kunnen zijn.

Revalidatiearts

De revalidatiearts coördineert de verschillende behandelingen en begeleidt kinderen met een neuralgische amyotrofie. De revalidatiearts kan een spalk of een brace voorschrijven die de verlamde arm of het verlamde been kunnen ondersteunen.

Begeleiding

Begeleiding van kinderen met een neuralgische amyotrofie is belangrijk. neuralgische amyotrofie is een zeldzame aandoening. Via de Nederlandse vereniging van spierziekten of door het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunnen kinderen en ouders in contact komen met andere kinderen en hun ouders die dezelfde aandoening hebben.

 

Wat betekent het hebben van een neuralgische amyotrofie voor de toekomst?

Herstel

De pijnklachten verbeteren vaak als eerste, meestal wordt de pijn in de loop van enkele dagen tot weken minder. Het krachtsverlies-en de gevoelsstoornissen verbeteren vaak in de loop van enkele maanden. Bij de helft van de kinderen verdwijnen alle klachten, de andere helft van de kinderen houdt restklachten over. Bij het merendeel van de kinderen die een half jaar na het ontstaan van de eerste klachten nog steeds klachten heeft, blijven restklachten bestaan.
Kinderen met er erfelijke vorm van neuralgische amyotrofie houden nog vaker restklachten over. Meestal houden kinderen na elke aanval steeds meer restklachten over.

Terugkeer van de klachten

De meeste kinderen krijgen maar een maal in hun leven last van neuralgische amyotrofie. Een deel van de kinderen blijkt toch een tweede periode door te maken.
Bij de erfelijke vorm ligt dit anders, daar maken kinderen eigenlijk altijd meerdere periodes met klachten door. Gemiddeld ligt er 6,5 jaar tussen de verschillende periodes met klachten.

 

Hebben broertjes en zusjes een verhoogde kans om een neuralgische amyotrofie te krijgen?

Niet erfelijke vorm

Bij de niet-erfelijke vorm hebben broertjes en zusjes geen duidelijk verhoogde kans om ook een neuralgische amyotrofie te krijgen.

Erfelijke vorm

Bij de erfelijke vorm hebben broertjes en zusjes wel een verhoogde kans om ook zelf een neuralgische amyotrofie te krijgen. De ziekte erft zogenaamd autosomaal dominant over. Dat wil zeggen dat een fout op een van de twee chromosomen al voldoende is om de ziekte te krijgen. Broertjes en zusjes hebben daarom maximaal 50% kans om zelf ook deze ziekte te krijgen. Een klinisch geneticus kan hier meer informatie over geven.

 

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

 

Links
www.vsn.nl
(nederalndse vereniging van spierziekten)
www.umcn.nl/extern/patfol/NSC0618.pdf
(voorlichtingsfolder UMC St. Radboud neuromusculair centrum)

 

 

Referenties
1. Kotsopoulos I, Faber K, Raaijmakers J, Van Alfen N, Nicolai J, van Kranen-Mastenbroek V.Idiopathic neuralgic amyotrophy in childhood .Neuropediatrics. 2007;38:36-7.
2. Hoque R, Schwendimann RN, Kelley RE, Bien-Willner R, Sivakumar K.Painful brachial plexopathies in SEPT9 mutations: adverse outcome related to comorbid states.J Clin Neuromuscul Dis. 2008;9:379-84.
3. van Alfen N, van Engelen BG.The clinical spectrum of neuralgic amyotrophy in 246 cases.Brain. 2006;129:438-50

 

Auteur: J.H. Schieving

 

 

Laatst bijgewerkt: 26 oktober 2008