Het Mowat-Wilson syndroom

Wat is het Mowat-Wilson syndroom?

Het Mowat-Wilson syndroom is een erfelijke aandoening waarbij kinderen een ontwikkelingsachterstand hebben in combinatie met een typisch uiterlijk en aangeboren afwijkingen van onder andere het hart, de darmen, de hersenen en de uitwendige geslachtsdelen.

 

Hoe wordt het Mowat-Wilson syndroom ook wel genoemd?

Het Mowat-Wilson syndroom is vernoemd naar twee artsen Mowat en Wilson die dit syndroom beschreven hebben. Het syndroom wordt ook wel afgekort als MWS.

 

Hoe vaak komt het Mowat-Wilson syndroom voor?

Het Mowat-Wilson syndroom is een zeldzame aandoening. Het is niet goed bekend hoe vaak het Mowat-Wilson syndroom voorkomt bij kinderen. Waarschijnlijk is ook lang niet bij alle kinderen met het Mowat-Wilson syndroom de diagnose gesteld.

 

Bij wie komt het Mowat-Wilson syndroom voor?

Het Mowat-Wilson syndroom is al vanaf de geboorte aanwezig. Vaak zijn er kort na de geboorte nog weinig klachten, zodat de diagnose pas op latere leeftijd gesteld wordt.
Bij jongens komt het Mowat-Wilson syndroom vaker voor dan bij meisjes.

 

Waar wordt het Mowat-Wilson syndroom door veroorzaakt?

Fout in erfelijk materiaal

Het Mowat-Wilson syndroom wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal. De fout zit op chromosoom 2. Deze plaats in het erfelijk materiaal wordt het ZEB2-gen genoemd. Er zijn wel meer dan 100 verschillende foutjes bekend in dit gen die allemaal leiden tot een Mowat-Wilson syndroom.

Afwijkend eiwit

Als gevolg van de fout in het erfelijk materiaal op chromosoom 2 wordt een bepaald eiwit niet aangemaakt. Dit eiwit wordt ook wel zinc-finger e-box homebox binding eiwit genoemd. Dit eiwit speelt een belangrijke rol tijdens de ontwikkeling van een kind in de baarmoeder. Zonder dit eiwit verloopt de aanleg van de hersenen en diverse andere organen niet goed.

Niet overgeërfd

De fout in het erfelijk materiaal wordt meestal niet overgeërfd van een van de ouders. Meestal ontstaat de fout in het erfelijk materiaal van het kind zelf op een moment na de bevruchting van de eicel met de zaadcel.
Een enkele keer wordt de fout wel overgeërfd van een van de ouders.

 

 

Wat zijn de symptomen van het Mowat-Wilson syndroom?

Variatie in ernst

Niet alle kinderen met het syndroom van Mowat-Wilson hebben alle onderstaande kenmerken. Per kind kan ook de ernst van ondergenoemde problemen variëren.

Ontwikkelingsachterstand

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom voelen na de geboorte vaak slap aan in de spieren. Hierdoor ontwikkelen zich veel trager dan leeftijdsgenoten. Zij gaan pas laat rollen, zitten en staan. De meeste kinderen met het Mowat-Wilson syndroom zijn uiteindelijk in staat om zelfstandig te lopen, gemiddeld rond het derde tot vierde levensjaar. Vaak lopen kinderen wijdbeens met de armen gebogen in de lucht. Het bewegen blijft vaak wat onhandig. Ook de ontwikkeling van de fijne motoriek verloopt trager.
De taalontwikkeling komt bij kinderen met het Mowat-Wilson syndroom vaak laat op gang. Meestal pas rond de leeftijd van vijf tot zes jaar. Vaak leren kinderen met het Mowat-Wilson syndroom maar een beperkt aantal woorden praten. Het begrijpen van taal en opdrachten gaat vaak iets beter.
Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom hebben vaak problemen met leren. Sommige kinderen hebben nauwelijks de mogelijkheid om iets te leren, anderen zijn moeilijk lerend.

Uiterlijk

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom hebben vaak een typisch uiterlijk. Als baby heeft het gezicht vaak een wat vierkante vorm. Vaak is er veel huid in de nek aanwezig. Op oudere leeftijd wordt het gezicht langer en smaller, ook worden de uiterlijke kenmerken vaak duidelijker op oudere leeftijd. Het voorhoofd is vaak hoog en bolt wat naar voren. De ogen staan wat verder uit elkaar dan gebruikelijk en lijken vaak wat diep te liggen. De wenkbrauwen zijn dik en breed en waaieren vaak aan de neuszijde breed uiteen. De neusrug is vaak breed (een zogenaamde zadelneus), de neuspunt is vaak wat vierkant. Het stukje huid tussen de neus en de bovenlip is vaak opvallend. De mond hangt vaak open. De onderlip is vaak dikker dan de bovenlip en krult wat naar buiten (als een M-vorm). De kin steekt vaak naar voren toe. De oren hebben vaak een typische vorm, met een dikke rand. Het oorlelletje is vaak omhoog gewipt. Bij een klein deel van de kinderen komt een gedeeltelijke spleet van het gehemelte voor. Ook kan de huig die achterin de keel te zien is, bestaan uit twee delen.
De vingers zijn vaak lang en dun. Op oudere leeftijd zijn de knokkels van de vingers vaak opvallend. Ook kunnen allerlei andere kleine afwijkingen van de handen en voeten voorkomen. Typisch is een vergroeiing van de voeten bij de hiel. Ook kunnen afwijkingen aan de borstkas worden gezien.

Kleine lengte

De helft van de kinderen met het Mowat-Wilson syndroom is te klein voor de leeftijd. Meestal is dit bij de geboorte nog niet aanwezig, maar groeien kinderen na de geboorte minder hard dan andere kinderen. Ook de hoofdomvang is bij vier van de vijf kinderen veel kleiner dan gebruikelijk voor de leeftijd, dit kan al bij de geboorte aanwezig zijn of pas op latere leeftijd ontstaan.

Voedingsproblemen

Bij pasgeboren kinderen met het Mowat-Wilson syndroom komen vaker voedingsproblemen voor. Ze hebben moeite met drinken en hebben vaker last van het omhoog komen van voeding (reflux) en spugen dan kinderen zonder het Mowat-Wilson syndroom. Ook is de maaguitgang bij een deel van de kinderen vernauwd. Dit wordt een pylorusstenose genoemd. Dit kan de oorzaak zijn voor heftig braken en niet goed groeien.

Verstopping van de darmen

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom hebben vaak moeite met poepen. Ze zijn gevoelig om verstopping van de darmen te krijgen. De helft van de kinderen met het Mowat-Wilson syndroom heeft het syndroom van Hirschsprung. Bij hen werkt de sluitspier aan het eind van de darm niet goed. Hierdoor kunnen de kinderen hun ontlasting niet kwijt.

Afwijking aan de plasbuis

De helft van de kinderen met het Mowat-Wilson syndroom heeft afwijkingen aan de plasbuis. Bij jongentjes eindigt de plasbuis vaak niet op de top van de plasser, maar aan de onderkant van de plasser. Dit wordt hypospadie genoemd. De plasbuis kan kleiner of breder van vorm zijn dan gewoonlijk. Ook komen niet ingedaalde balletjes vaker voor bij jongens met dit syndroom, net als een balzakje dat uit twee delen bestaat.

Afwijkingen aan de nieren

Terugstromen van urine van de blaas naar de nieren wordt vaker gezien bij kinderen met dit syndroom. Dit wordt vesico-urethrale reflux genoemd. Hierdoor kunnen de nieren in de problemen komen. Ook komen aangeboren nierafwijkingen, cystes in de nieren en een afwijkende ligging van de nieren vaker voor.

Gedrag

De meeste kinderen met het Mowat-Wilson syndroom zijn vaak opvallend vrolijk en lachen graag. Het omslaan van blaadjes in een boek is bij veel kinderen een favoriete bezigheid. Een klein deel van de kinderen doet aan handbijten, hoofdbonken of andere vormen van zelfverwonding. Ook kan hyperactiviteit voorkomen.

Slaapproblemen

Een klein deel van de kinderen heeft slaapproblemen, ze vallen gemakkelijk in slaap overdag. ’s nachts hebben ze last van lange adempauzes tijdens de slaap.

Gebit

Vaak komen problemen met het gebit voor. De tanden staan vaak ver uit elkaar, de tanden kunnen te laat doorkomen of op een verkeerde plaats. Ook kunnen de tanden een afwijkende vorm hebben. Een deel van de kinderen doet aan tandenknarsen.

Problemen met zien

Bij kinderen met het Mowat-Wilson syndroom komen vaker oogafwijkingen voor. Vaak zijn de ogen kleiner dan normaal. Dit wordt micro-oftalmie genoemd. Ook kunnen afwijkingen aan het netvlies of aan het regenboogvlies voorkomen. In het regenboogvlies kunnen donkere stippen worden gezien bij kinderen met lichte ogen. Scheelzien komt regelmatig voor. De oogleden kunnen wat gaan hangen tijdens het ouder worden. Ook kan de lens troebel worden, waardoor kinderen wazig gaan zien.
In de eerste levensjaren kunnen de ogen schokkende bewegingen maken die met het ouder worden vaak weer verdwijnen.

Oorontsteking

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom blijken vatbaar te zijn voor het krijgen van oorontsteking.

Epilepsie

Zeven van de tien kinderen met het Mowat-Wilson syndroom heeft last van epilepsie. Verschillende soorten epileptische aanvallen kunnen voorkomen, variërend van myocloniëen, absences tot tonisch-clonische aanvallen. Geen van deze aanvallen is specifiek voor het Mowat-Wilson syndroom. Meestal beginnen de epilepsie-aanvallen al op jonge leeftijd.

Infecties

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom zijn gevoelig voor infecties van de luchtwegen en van de oren.

Hartafwijking

Bij de helft van de kinderen met het Mowat-Wilson syndroom komt een aangeboren hartafwijking voor. Meestal gaat het om een probleem van de hartklep tussen het hart en de longslagader of om afwijkingen aan de longvaten. Maar ook andere aangeboren hartafwijkingen zoals een gaatje tussen de boezems (zogenaamd atriumseptumdefect), een gaatje tussen de hartkamers ( een ventrikelseptumdefect) of een gecombineerde hartafwijking zoals een tetralogie van Fallot kunnen voorkomen.

 

 

Hoe wordt de diagnose Mowat-Wilson syndroom gesteld?

Verhaal en onderzoek

Op grond van het verhaal van het kind met een ontwikkelingsachterstand en gedragsproblemen in combinatie met de bevindingen bij het onderzoek kan er een vermoeden ontstaan dat er sprake is van een onderliggend syndroom wat al de kenmerken bij het kind verklaart. Lang niet altijd wordt het Mowat-Wilson syndroom meteen herkend.

Chromosomenonderzoek en DNA-onderzoek

Door middel van bloedonderzoek kunnen ook chromosomen worden onderzocht. Wanneer gewoon naar de chromosomen wordt gekeken zullen er geen afwijkingen te zien zijn. De diagnose Mowat-Wilson syndroom kan gesteld worden door gericht in het DNA te zoeken naar een foutje op de plaats van het ZEB2-gen

MRI-scan

Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand zal vaak een MRI-scan van de hersenen worden gemaakt. Zeker wanneer nog niet vermoedt wordt dat er sprake is van het Mowat-Wilson syndroom Op de MRI-scan is te zien dat de hersenbalk vaak helemaal of gedeeltelijk ontbreekt bij vier van de tien kinderen met het Mowat-Wilson syndroom. Vaak valt op dat er iets minder hersenweefsel is als gebruikelijk voor de leeftijd en dat de hersenholtes hierdoor iets wijder zijn dan normaal. Met name de voorzijde van de hersenen (de zogenaamde frontaalkwab) is meestal minder goed ontwikkeld. Aan de buitenzijde van de hersenen wordt vaak een ruime hoeveelheid vocht gezien.

Stofwisselingsonderzoek

Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand wordt ook vaak onderzoek gedaan naar het voorkomen van stofwisselingsziekten. Meestal gebeurt dit door onderzoek van de urine of door onderzoek van het bloed. Bij kinderen met het Mowat-Wilson syndroom worden hierbij geen afwijkingen gevonden.

EEG

Wanneer kinderen met het Mowat-Wilson syndroom epilepsieaanvallen krijgen zal er meestal een hersenfilmpje gemaakt gaan worden. Op dit hersenfilmpje kan epileptiforme activiteit te zien zijn, dit is niet specifiek voor dit syndroom. Vaak is ook op het EEG te zien dat de hersenen te traag werken, maar dit wordt ook bij andere aandoeningen gezien.

Oogarts

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom zullen vaak ook gezien worden door de oogarts omdat een groot deel van de kinderen een aangeboren afwijkingen aan de ogen heeft. Sommige kinderen hebben ook problemen met het zien. Ook zullen kinderen regelmatig onderzocht worden op het voorkomen van scheelzien.

KNO-arts

Bij kinderen met het Mowat-Wilson syndroom met frequentie oorinfecties is het belangrijk om het gehoor te laten onderzoeken door een KNO-arts.

Kindercardioloog

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom zullen ook altijd onderzocht worden door de kindercardioloog om te kijken of zij een aangeboren hartafwijking hebben. Vaak zal er een ECHO van het hart gemaakt worden.

Uroloog

Kinderen met afwijkingen aan de plasbuis of de nieren worden meestal onderzocht door de uroloog. Vaak zal een ECHO van de nieren gemaakt worden en een onderzoek waarbij gekeken wordt of er urine van de blaas terugstroomt via de nier.

Orthopeed

Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom die klachten hebben als gevolg van platvoeten of een zijwaartse verkromming van de wervelkolom (scoliose) zullen worden verwezen naar een orthopeed voor behandeling.

Tandarts

Het is belangrijk dat kinderen met het Mowat-Wilson syndroom regelmatig worden gezien door de tandarts. De tandarts werkt vaak samen met de orthodontist.

Kinderchirug

Kinderen met verdenking op het syndroom van Hirschsprung worden vaak gezien door de kinderchirug. Soms is het nodig om een stukje van de kringspier van de anus te onderzoeken om te kijken of er sprake is van de ziekte van Hirschsprung. Bij de ziekte van Hirschpsprung blijken er geen zenuwen naar de kringspier te lopen die er voor kunnen zorgen dat de kringspier zich opent.

 

Hoe wordt het Mowat-Wilson syndroom behandeld?

Geen genezing

Er is geen behandeling die het Mowat-Wilson syndroom kan genezen. De behandeling is er op gericht de symptomen van de ziekte zo veel mogelijk te onderdrukken of om het kind er zo goed mogelijk mee te leren om gaan.

Medicijnen

Met behulp van medicijnen wordt geprobeerd nieuwe epileptische aanvallen zo veel mogelijk te voorkomen. Diverse medicijnen kunnen hiervoor gebruikt worden.
Ook kunnen medicijnen nodig zijn om verstopping van de darmen te voorkomen.

Fysiotherapie , Ergotherapie , Revalidatiearts

Een fysiotherapeut kan helpen om de ontwikkeling zo veel mogelijk te stimuleren.
De ergotherapeut en/of revalidatiearts kunnen behulpzaam zijn bij hulpmiddelen thuis die de verzorging van het kind vergemakkelijken.

Logopedie

Een logopedist kan helpen bij het stimuleren van de taalontwikkeling. Ook kan een logopedist adviezen geven of alternatieve vormen van communiceren zoals communiceren met gebaren of met behulp van plaatjes.
Daarnaast kan de logopedist adviezen geven omtrent de slikproblemen.

Infecties

Infecties kunnen behandeld worden met antibiotica, soms kan een lage dosis antibiotica helpen om infecties te voorkomen.

Operatie darmen

Kinderen met het syndroom van Hirschsprung moeten vaak geopereerd worden. Het stukje darm waarin de zenuwen ontbreken wordt verwijderd. Soms is het nodig al dan niet tijdelijk een stoma te plaatsen.

Begeleiding

Begeleiding en ondersteuning van ouders van een kind met het Mowat-Wilson syndroom is ook heel belangrijk. Via de oudercontactgroep kunnen ouders in contact komen met andere ouders met dezelfde aandoening. Ook via het forum van deze site kunt u een oproepje plaatsen om in contact te komen met ouders met dezelfde aandoening of met andere aandoeningen die vergelijkbare problemen geven. Ook een maatschappelijk werkende of een psycholoog kan begeleiding geven bij het verwerken van de diagnose en om de ziekte een plaats te geven in het leven.

 

Wat is de prognose van het Mowat-Wilson syndroom?

Ontwikkelingsachterstand

Het Mowat-Wilson syndroom is een ziekte waarbij kinderen beperkt zijn in hun ontwikkelingsmogelijkheden. De mate van ontwikkelingsachterstand verschilt van kind tot kind. Het gemiddelde IQ is 30-60 maar daarop zijn uitzonderingen zowel naar boven als naar beneden bekend. Kinderen met het Mowat-Wilson syndroom hebben erg veel moeite om te kunnen leren. Een groot deel van de kinderen gaat naar het speciaal onderwijs.

Levensverwachting

De levensverwachting van kinderen met het Mowat-Wilson syndroom is niet goed bekend.
Bij kinderen met complicaties kan de levensverwachting verkort zijn.

Vruchtbaarheid

De meeste kinderen met het Mowat-Wilson syndroom zullen gezien hun ontwikkelingsmogelijkheden zelf geen kinderen krijgen.

 

Hebben broertjes en zusjes ook een verhoogde kans om ook het Mowat-Wilson syndroom te krijgen?

Hoewel het Mowat-Wilson syndroom wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijke materiaal, heeft maar een klein deel van de kinderen dit foutje overgeërfd van de ouders. Bij het merendeel van de kinderen is het foutje ontstaan na de bevruchting van eicel en zaadcel. Broertjes en zusjes zullen geen verhoogde kans hebben om zelf ook het Mowat-Wilson syndroom te krijgen.
Een enkele keer is het foutje in het erfelijk materiaal wel overgeërfd. In dat geval hebben broertjes en zusjes van kinderen met het Mowat-Wilson syndroom van een vergrote kans om ook dit syndroom te krijgen.
Een klinisch geneticus kan hier mee informatie over geven.
Wanneer het foutje in het erfelijk materiaal bekend is, is het mogelijk tijdens een volgende zwangerschap prenatale diagnostiek te verrichten naar het voorkomen van het Mowat-Wilson syndroom door middel van een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie.

 

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

 

Links en verwijzingen
1. Garavelli L, Mainardi PC. Mowat-Wilson syndrome. Orphanet J Rare Dis. 2007;2:42.
2. Engenheiro E, Møller RS, Pinto M, Soares G, Nikanorova M, Carreira IM, Ullmann R, Tommerup N, Tümer Z. Mowat-Wilson syndrome: an underdiagnosed syndrome? Clin Genet. 2008;73:579-84.
3. Ohtsuka M, Oguni H, Ito Y, Nakayama T, Matsuo M, Osawa M, Saito K, Yamada Y, Wakamatsu N. Mowat-Wilson syndrome affecting 3 siblings. J Child Neurol. 2008;23:274-8

 

Referenties
www.erfelijkheid.nl

 

 

Laatst bijgewerkt 29 september 2008

 

 

Auteur: JH Schieving